Sloedam

Dam in Nederland

De Sloedam is een oude dam, die de Zeeuwse eilanden Zuid-Beveland en Walcheren met elkaar verbond ter hoogte van Arnemuiden. Vóór de aanleg van de Sloedam werden deze eilanden gescheiden door het Sloe. De Sloedam werd in 1871 aangelegd[1] ten behoeve van de spoorlijn Vlissingen-Roosendaal (de Zeeuwse lijn). Na de Tweede Wereldoorlog werden de gebieden ten zuiden ingepolderd. De Sloedam keerde daarna alleen nog water aan de noordzijde. Sinds de sluiting van de Veerse Gatdam en de ingebruikname van de Oosterscheldekering is de Sloedam een slaperdijk.

Dwarsprofiel van de Sloedam uit 1871

Ter hoogte van de Sloedam lopen de A58 en de oude provinciale weg parallel aan de spoorlijn. Bij de Sloedam werd in 2007 gewerkt aan de aanleg van de nieuwe Sloelijn in de richting van het haven- en industriegebied Vlissingen-Oost (Sloegebied).

Tweede Wereldoorlog bewerken

 
De gebombardeerde Sloedam in 1944

In de Tweede Wereldoorlog vonden gevechten plaats rond de Sloedam. De inzet was de toegang tot de haven van Antwerpen. Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Beveland waren na hevige gevechten veroverd door de Schotten en Canadezen. Op Walcheren zat echter een grote Duitse legermacht die de toegang tot de Westerschelde beheerste. De Sloedam, die toen nog aan weerszijden werd bespoeld door de zee, was de enige toegangsweg over land tot het voormalige eiland.

De Canadezen en Schotten bereikten de dam vanaf Zuid-Beveland. De Duitsers waren goed op hun komst voorbereid. Aan de Walcherse kant hadden zij mortierstellingen ingericht, waarmee ieder punt van de dam onder vuur kon worden genomen. Canadese pogingen om Walcheren te bereiken mislukten dan ook. De eenheden die hier vochten hebben de Sloedam als dodendam in hun annalen staan.

Twee Nederlandse verzetsstrijders van de groep Kloosterman (OD) boden hulp, waaronder Piet Kloosterman zelf. Zij kenden de slikken van het Sloe, die bij laagwater droogvielen, op hun duimpje. Een patrouille onder hun leiding vond en markeerde een droge route naar Walcheren. Na een korte verkenning van de Duitse stellingen keerde de patrouille terug naar Zuid-Beveland. De volgende dag maakte een grotere eenheid de overtocht, eveneens onder leiding van de verzetsmensen. Deze eenheid bereikte de overkant en viel de Duitsers in de rug aan. De mortierstellingen werden veroverd. Direct hierna trok de hoofdmacht via de Sloedam naar Walcheren en vestigde daar een bruggenhoofd. De slag om Walcheren kon beginnen.[2]

Zie ook bewerken