Tariq ibn Zijad: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Zijn achtergrond wordt betwist zowel de Arabische als de Spaanse historici claimen dat hij een Arabier was.
Labels: Handmatige ongedaanmaking Visuele tekstverwerker Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
Koppeling toegevoegd
Labels: Ongedaan gemaakt Visuele tekstverwerker Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
Regel 11:
 
=== Spanje ===
Tariq ibn Zijad nam onderleiding van [[Moessa bin Noessair]] zevenduizend man voetvolk, grotendeels Berbers, maar ook achthonderd Arabische krijgers te paard<ref>''Akhbār majmūa'', p. 21 of Spanish translation, p. 6 of Arabic text.</ref> mee en waagde de oversteek in 711 naar Spanje met de steun van de Byzantijnse exarch van [[Ceuta]], [[Julianus (Ceuta)|Julianus]]. Ze gingen aan land in Carteia in de [[Baai van Algeciras]], nabij [[Gibraltar]]. Deze laatste plek is vernoemd naar Tariq en is de verbastering van ''Jabal Tariq'', wat de berg van Tariq in het Arabisch betekent. Nadat de troepen geland waren op de Spaanse kust, besloot Tariq volgens westerse geschiedschrijving en niet ondersteund door enig bewijs om alle schepen achter zich te verbranden, zodat het voor de soldaten duidelijk was dat er geen weg terug meer was. Om de dreiging van de [[Omajjaden]] tegen te gaan, verzamelde [[Roderik]] een leger van honderdduizend man om het [[Iberisch Schiereiland]] te verdedigen. De Moren hadden intussen een bruggenhoofd uitgebouwd en versterking gekregen van nog een vijfduizend soldaten. [[Roderik]] en zijn leger werden op 19 juli verslagen tijdens de [[Slag bij Guadalete]]. In zijn beroemd geworden toespraak voor de slag motiveerde Tariq zijn mannen alleen met het verbreiden van de enige ware godsdienst. Roderik verloor tijdens dit gevecht naar alle waarschijnlijkheid het leven.
 
Tariq rukte verder noordwaarts op via de Romeinse heerbaan en versloeg een tweede maal het leger van de Visigoten in de Slag bij Écija. Daarop splitste Tariq zijn leger op. Terwijl een deel onder Mughit naar [[Córdoba (Spanje)|Córdoba]] oprukte, rukte Tariq via [[Martos]], [[Jaén (Spanje)|Jaén]], [[Úbeda]], [[Vilches]], [[Alhambra (Ciudad Real)|Alhambra]] en [[Consuegra]] op naar [[Toledo (Spanje)|Toledo]]. Deze stad viel zonder veel tegenstand in handen van de Moren en een rijke buit viel het leger ten deel. Nog rukten de Moren noordwaarts op en veroverden [[Alcalá de Henares]], [[Guadalajara (stad in Spanje)|Guadalajara]], [[Buitrago]], Clunia, Amaya, [[León (Spanje)|León]] en [[Astorga (Spanje)|Astorga]]. Met de winter voor de deur trok het leger zich terug in Toledo.<ref>[[Luc Corluy]], De Spaanse Conquista en Reconquista 711-1492, 2011, ISBN 978-90-5826-772-6</ref>