Wanneer men van slofpunt naar puntslof speelt is er sprake van een '[[afstreek]]', wanneer men van puntslof naar slofpunt speelt heet dit een '[[opstreek]]'. In [[bladmuziek]] wordt dit met twee speciale tekentjes aangegeven. De taak van een concertmeester is om in het orkest de streken van alle strijkers in de partijen te schrijven, zodat alle strijkstokken steeds zo veel mogelijk synchroon bewegen, en iedere strijker dezelfde interpretatie van tonen door middel van de op- en afstreek kan geven. Op- en afstreek worden ook weleens vergeleken met in- en uitademen, of met spanning versus ontspanning.