Twaalfjarig Bestand: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 62.194.107.174 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Druifkes
Verd2040 (overleg | bijdragen)
k beter uitgedrukt
Regel 53:
==Situatie in de Republiek tijdens het bestand==
===Bestandstwisten===
Tijdens het Twaalfjarig Bestand kwam er een einde aan de eenheid binnen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De spanningenmeningsverschillen tussen [[Maurits van Oranje|Maurits]] en [[Johan van Oldenbarnevelt]] liepen snelsteeds verder op. Al in [[1600]] was Maurits tegen het sturen van het leger naar [[Duinkerke]]n geweest vanwege het grote risico; een besluit dat door Van Oldenbarnevelt was doorgedrukt. De [[Slag bij Nieuwpoort]] die daaruit volgde werd ternauwernoodslechts met héél veel moeite door Maurits gewonnen,. Hierdoor maarwerden Maurits en Van Oldenbarnevelt waren definitief tegenstanderstegenstrevers. Van Oldenbarnevelt was echter ook een warm pleitbezorger van het staakt-het-vuren, omdat dit gunstig was voor de handel. Maurits zag door een bestand zijn mogelijkheden voor gebiedsuitbreiding afnemen en verloor een belangrijke vorm van inkomsten door het wegvallen van veroverde buit. Maurits had liever doorgevochten.
 
Door het bestand kwamen ook de godsdienstige tegenstellingen scherper aan het licht. De volgelingen van de geestelijke [[Jacobus Arminius]] (1560-1609), de [[remonstranten]] of ''rekkelijken'', weken af op het punt van de [[predestinatie]], de [[vrije wil]] en de [[erfzonde]] van het kerkelijk-calvinistische belijden zoals dat was vastgelegd in de [[Nederlandse Geloofsbelijdenis]] en de [[Heidelbergse Catechismus|Heidelberger Catechismus]] en zetten zich af tegen bindende belijdenisgeschriften, waarin werd bepaald hoe men de Bijbel moet interpreteren. Hun opvattingen werden vastgelegd in de [[vijf artikelen van de remonstranten]]. Zij richtten zich tot de [[Staten van Holland en West-Friesland]] om steun te krijgen tegen hun uitsluiting van de publieke kerk. Daarmee was het een politieke kwestie geworden.