Nederland in de Tweede Wereldoorlog: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 9:
{{Zijbalk geschiedenis Nederland}}
 
'''Nederland in de Tweede Wereldoorlog''' is de periode dat Nederland betrokken was bij de [[Tweede Wereldoorlog]]. In mei 1940 werd het door Duitsland aangevallen en veroverd en in mei 1945 door voornamelijk Amerikaanse, Britse en Canadese troepen bevrijd. De Nederlandse kolonie [[Nederlands-Indië]] werd in 1942 door Japan met militair geweld bezet. In augustus 1945 gaven de Japanners zich over. [[Suriname]] en de Caribische delen van het [[Koninkrijk der Nederlanden]] bleven buiten de oorlog. Men kan grofweg voor Europees Nederland vier fasen onderscheiden:
* 1 september 1939 tot 10 mei 1940, waarin Nederland neutraal was en trachtte te blijven;
* 10 mei 1940 tot 22 juni 1941, de 'meevallende bezetting', waarbij Seyss-Inquart de 'fluwelen handschoen' aanpak hanteerde en de economische uitbuiting nog beperkt bleef;
* 22 juni 1941 tot 6 juni 1944, doordat de oorlog steeds minder in het voordeel van Duitsland verloopt, neemt de economische uitbuiting toe en wordt de bezetting grimmiger.
* 6 juni 1944 tot 4 mei 1945, waarbij honger en gebrek hun toppunt bereiken tijdens de [[Hongerwinter]] en ook de Duitse bezetter meer en meer zijn greep verliest maar tevens steeds onberekenbaarder wordt. Enerzijds oefenen kopstukken matigende invloed uit, anderzijds worden nog vernielingen aangericht.
 
== Aanloop naar de oorlog ==
Regel 42 ⟶ 46:
Na de Nederlandse capitulatie en het vertrek van de laatste Franse troepen was heel Nederland bezet. Bij het vertrek had de Nederlandse regering haar bevoegdheden aan generaal Henri Winkelman overgedragen.
 
Het bezette Nederland kreeg geenaanvankelijk een militair bestuur, maar dit werd op 29 mei 1940 vervangen door een burgerlijk bestuur. Hitler had deze optie om ideologische redenen gekozen: de Nederlanders waren voor hem een "Germaans broedervolk" en moesten voor het nationaalsocialisme worden gewonnen. Dat kon volgens hem het beste door de overheidsdiensten zoveel mogelijk aan de Nederlanders te laten met een nationaalsocialistische bovenbouw van civiele bestuurders en toezichthouders, die zou moeten ''sturen'', in plaats van ''besturen''. Andere uitgangspunten waren om de opzet van de economieën van Nederland en Duitsland met elkaar te laten overeenkomen en het welvaartspeil van Nederland gelijk te trekken met dat van Duitsland.<ref name="Berg">Berg, J.Th.J. van den & Vis, J.J. (2013) ''De eerste honderdvijftig jaar. Parlementaire geschiedenis van Nederland 1796-1946'', p. 341</ref>
 
Aan het hoofd kwam een [[rijkscommissaris]] (''Reichskommissar''), de Oostenrijker [[Arthur Seyss-Inquart]]; hij werd op 29 mei 1940 geïnstalleerd. Daaronder kwamen vier ''Generalkommissäre'' (algemeen commissaris): [[Hans Fischböck]] voor financiën en economie, [[Fritz Schmidt (Generalkommissar)|Fritz Schmidt]] voor openbare mening, [[Friedrich Wimmer]] voor bestuur en justitie en [[Hanns Albin Rauter]] was verantwoordelijk voor openbare orde en veiligheid. Het vijftal werd ondersteund door ongeveer tweeduizend ambtenaren, een kleiner aantal dan vooraf aan de bezetting.<ref name="Berg" /> Hiervan was een derde Nederlands. Het Nederlandse parlement, bestaande uit de [[Eerste Kamer der Staten-Generaal|Eerste]] en [[Tweede Kamer der Staten-Generaal|Tweede Kamer]], werd opgeheven.
Regel 48 ⟶ 52:
De Nederlandse secretarissen-generaal bleven aan. Winkelman, aan wie de secretarissen-generaal formeel gehoorzaamheid verschuldigd waren, werd in de nacht van 1 op 2 juli 1940 naar Duitsland overgebracht om reden dat de Duitse bezetter hem onvoldoende coöperatief vond. Zo had hij zich conform het [[Landoorlogsreglement]] verzet tegen het door Nederlanders en de Nederlandse industrie meewerken aan Duitse defensieorders. Zelfs bij de secretarissen-generaal kreeg hij hiervoor geen enkele bijval.<ref name="Berg" />
 
Anton Mussert hoopte op bevoegdheden voor hem en zijn NSB, maar moest genoegen nemen met lagere posten. Seyss-Inquart hoopte de Nederlanders te winnen voor het nationaalsocialisme en het staats- en economisch bestel zo intact mogelijk in handen te krijgen. Hiertoe hanteerde hij de "fluwelen handschoen-aanpak". Hij besefte terdege dat de NSB veel te weinig draagvlak bezat en bovendien onvoldoende geschikte kandidaten voor hogere functies bood. Door deze 'fluwelen handschoen' aanpak en het feit dat de Nederlandse economie door allerlei oorzaken opleefde (zie hieronder) leek de Duitse bezetting in deze eerste fase mee te vallen.
 
=== Economie ===