Ascorbinezuur: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Voornamelijk herschikking & indeling, maar ook kleine aanpassingen
Regel 70:
 
}}
'''Ascorbinezuur''' of '''[[Vitamine]] C''' komt in twee vormen voor, beide aanwezig in diverse biologische weefsels en voeding, namelijk, L-ascorbinezuur en L-dehydroascorbinezuur. Deze vormen kunnen via redox chemie, via een tussenvorm, in elkaar overgaan. Strikt genomen zouden deze drie stoffen apart gedefinieerd moeten worden. In de praktijk worden de termen "vitamine C" en "ascorbinezuur" als [[Synoniem (taalkunde)|synoniemen]] gebruikt. Ascorbinezuur is een in water [[oplossing (scheikunde)|oplosbare]] [[chemische stof|stof]]. De belangrijkste bronnen van vitamine C zijn [[citrusvrucht]]en en andere soorten [[fruit]], evenals de groeiende uiteinden ([[knop]]en en [[scheut]]en) van verscheidene planten.
 
De vitamine wordt vaak als [[conserveermiddel]] toegevoegd aan levensmiddelen. Het [[E-nummer]] van ascorbinezuur is E300.
 
<!-- GESCHIEDENIS -->
==Ontdekking==
== Geschiedenis ==
In de 18e eeuw werd bekend dat met name citroensap een probaat middel was ter voorkoming van [[scheurbuik]]. Vanaf het einde van de 19e eeuw was men op zoek naar de zogenaamde “antischeurbuikfactor”. Verscheidene soorten fruit en groente werden onderzocht op de mate waarin zij scheurbuik konden voorkomen<ref name="PMID16742774">{{en}}Delf EM. The Antiscorbutic Value of Cabbage. I. The Antiscorbutic and Growth Promoting Properties of Raw and Heated Cabbage: with an appendix by F. M. Tozer, On the Histological Diagnosis of Experimental Scurvy. (1918) Biochem J 12:416-447. PMID 16742774 [http://www.pubmedcentral.nih.gov/articlerender.fcgi?tool=pubmed&pubmedid=16742774 gratis volledige artikel].</ref><ref name="PMID16743282">{{en}}Zilva SS. The Antiscorbutic Fraction of Lemon Juice. I. (1924) Biochem J 18:182-185. PMID 16743282 [http://www.pubmedcentral.nih.gov/articlerender.fcgi?tool=pubmed&pubmedid=16743282 gratis volledige artikel]. Dit is de eerste van een serie van tien publicaties getiteld "The Antiscorbutic Fraction of Lemon Juice", in hetzelfe tijdschrift volgden later de andere negen delen. Hier volgen de [[PubMed]]-IDs van de andere negen delen: 2. PMID 16743440, 3. PMID 16743545, 4. PMID 16743742, 5. PMID 16743885, 6. PMID 16743943, 7. PMID 16744081, 8. PMID 16744309, 9. PMID 16744518, 10. PMID 16744897</ref>Inmiddels was ook bekend dat de stoffen die scheurbuik konden voorkomen [[reductor|reducerende]] eigenschappen hadden.<ref name="PMID16743441">{{en}}Connell SJ, Zilva SS. The Reducing Properties of Antiscorbutic Preparations. (1924) Biochem J 18:638-640. PMID 16743441 [http://www.pubmedcentral.nih.gov/articlerender.fcgi?tool=pubmed&pubmedid=16743441 gratis volledige artikel].</ref>
Sinds 1920 was bekend dat in de bijnieren [[oxidatie|oxiderende stoffen]] voorkomen. In 1928 deed [[Albert Szent-Györgyi]] onderzoek naar stoffen die deze effecten tegen gaan: [[Reductie (scheikunde)|reducerende stoffen]]. Daarbij ontdekte hij een stof die hij de naam hexoruninezuur gaf<ref name="PMID16744155">{{en}}Szent-Györgyi A. Observations on the function of peroxidase systems and the chemistry of the adrenal cortex: Description of a new carbohydrate derivative. (1928) Biochem J 22:1387-1409. PMID 16744155 [http://www.pubmedcentral.nih.gov/articlerender.fcgi?tool=pubmed&pubmedid=16744155 gratis volledige artikel].</ref>. Szent-Györgyi gaf aan dat deze stof identiek leek te zijn aan de reducerende stof in citroensap. Deze stof was al langer bekend onder de namen vitamine C en antischeurbuikfactor. Men had toen echter nog geen idee wat de chemische structuur van deze stof was. In 1932 waren het met name Tillmans en Hirsch die aanwijzingen hadden dat de stof van Szent-Györgyi, het hexoruninezuur, wel eens vitamine C kon zijn<ref name="PMID16745131">{{en}}Harris LJ, Ray SN. Specificity of hexuronic (ascorbic) acid as antiscorbutic factor. (1933) Biochem J 27:580-589. PMID 16745131 [http://www.pubmedcentral.nih.gov/articlerender.fcgi?tool=pubmed&pubmedid=16745131 gratis volledige artikel].</ref>. In 1933 werd bekend dat de stof van Szent-Györgyi identiek bleek te zijn aan vitamine C/antischeurbuikfactor,<ref>{{en}}Herbert RW et al. The constitution of ascorbic acid. J. Chem. Soc. 1933, 1270-1290.</ref>en de naam hexoruninezuur werd vervangen door ascorbinezuur.<ref>{{en}}Szent-Györgyi A, Haworth N. ‘Hexuronic Acid’ (Ascorbic Acid) as the Antiscorbutic Factor. Nature. 1933; 131: 24.</ref>
 
De Amerikaanse arts [[Frederick R. Klenner]] heeft medio 20e eeuw gepropageerd vitamine C als geneesmiddel toe te passen bij vele ziekten door de dosis sterk te verhogen. Tientallen grammen vitamine C per dag toedienen door middel van injecties was geen uitzondering. Er is echter nimmer aangetoond dat hierdoor de kans op bijvoorbeeld verkoudheden of andere virale infecties zou dalen. De onderzoeken van Klenner voldoen niet aan de toets van de moderne methodologische kritiek. ([[dubbelblind]] [[gerandomiseerd onderzoek met controlegroep]]).
 
<!-- BIOCHEMIE EN NAAMGEVING -->
==Etymologie==
De naam ascorbinezuur is afgeleid van "A" (niet) en "[[Scheurbuik|Scorbus]]", een woord dat verbasterd is tot "scheurbuik". Ascorbinezuur is dus een zuur dat scheurbuik voorkomt. Van ascorbinezuur afgeleide zouten heten [[ascorbaten]].
 
== Biochemie ==
'''[[Vitamine]] C''' komt in twee vormen voor, beide aanwezig in diverse biologische weefsels en voeding, namelijk, L-ascorbinezuur en L-dehydroascorbinezuur. Deze vormen kunnen via redox chemie, via een tussenvorm, in elkaar overgaan. Strikt genomen zouden deze drie stoffen apart gedefinieerd moeten worden. In de praktijk worden de termen "vitamine C" en "ascorbinezuur" als [[Synoniem (taalkunde)|synoniemen]] gebruikt.
 
<!-- FUNCTIES IN HET LICHAAM -->
==Functies==
*Nodig bij de synthese van [[collageen]], de meest voorkomende bouwstof van het menselijk lichaam
Regel 87 ⟶ 95:
*Synthese [[hormonen]]
*Functioneert als [[co-enzym]] in meer dan 800 verschillende biochemische reacties in het lichaam waaronder [[hydroxylatie]].
*Immuunsysteem
 
==Werking==
Regel 93 ⟶ 102:
Vitamine-C tabletten in de handel bevatten normaal 50 milligram per tablet, grotere doseringen tot wel 1000 mg ascorbinezuur zijn ook verkrijgbaar, vaak als combinatie van het zuur met zouten om een zuuraanval op de maag te voorkomen. Positieve effecten van zulke grote hoeveelheden zijn echter nimmer objectief vastgesteld. Linus Pauling had een theorie dat grote hoeveelheden vitamine C per dag [[kanker]] zouden kunnen voorkomen; hijzelf gebruikte circa 11.000 milligram per dag. Mensen die grote hoeveelheden vitamine C gebruiken moeten dit bij medisch onderzoek melden, omdat het bloedbeeld er door veranderd wordt en een arts anders een verkeerde diagnose kan stellen.
 
<!-- BRONNEN -->
<!-- ABSORPTIE -->
==Opname in het lichaam==
In het algemeen wordt vitamine C uit groente en fruit goed door het lichaam opgenomen. Vitamine C uit gekookte [[broccoli]], [[sinaasappelsap]], fruit en [[synthetisch]] vitamine C (zoals deze voorkomt in een vitaminepil of voedingssupplement), hebben dezelfde [[biologische beschikbaarheid]] (worden even goed door het lichaam opgenomen).<ref> Sauberlich HE.
Pharmacology of vitamin C. Annu Rev Nutr. 1994;14:371-91.</ref> Een dosis (synthetisch) vitamine C in pil-vorm van maximaal 180 mg (meer dan dagelijks nodig) wordt voor tenminste 80% door het lichaam opgenomen. Het belang van [[flavonoïde]]n bij de opname van vitamine C is nog onvoldoende aangetoond.<ref name="b"/>De vitamine C inhoud in een zelfde stuk groente of fruit verschilt sterk: de hoeveelheid vitamine C in sinaasappels, afkomstig van dezelfde plantage, verschilt per sinaasappel. Het opslaan van en bewerken (koken e.d.) van voedsel beïnvloedt de hoeveelheid vitamine C. Zo wordt vitamine C uit rauwe broccoli 20% minder goed opgenomen, dan die uit gekookte broccoli.
 
De inname (als [[supplementvoedingssupplement]]) tot een maximum van enkele grammen vitamine C, leidt tot dezelfde hoeveelheid vitamine C in het bloed, als 200-300 mg vitamine C afkomstig uit voedsel. Dat betekent dat ''het slikken van enkele grammen (of minder) vitamine C per dag zinloos is als men voldoende groente en fruit eet''<ref name="PMID15068981">{{en}}Padayatty SJ, Sun H, Wang Y, et al. Vitamin C pharmacokinetics: implications for oral and intravenous use. (2004) Ann Intern Med 140:533-537. PMID 15068981 [http://www.annals.org/cgi/content/full/140/7/533 gratis volledige artikel]</ref>. Er zijn mensen die baat menen te hebben bij hogere concentraties vitamine C in het bloed, bijvoorbeeld ter voorkoming van een [[verkoudheid]]. Echter, om dat te bereiken dient men bijzonder veel te slikken, omdat het lichaam zeer efficiënt is in het verwijderen van vitamine C. Om een opkomende verkoudheid te bestrijden, begint men met 10 gram, gevolgd door 2g elk uur.<ref>Hickey S. Roberts H.J. (2004) Ascorbate: The Science of Vitamin C, Lulu press.</ref>De effectiviteit van dergelijke megadoses is overigens niet aangetoond.
 
Indien men geen supplementen neemt is de gele of rode [[paprika]] in verhouding de grootste bron van vitamine C onder de groenten en bij fruit is dit de [[kiwi (fruit)|kiwi]]. Daarbij moet gezegd worden dat een [[paprika]] twee keer zoveel vitamine C per 100 gram bevat als een kiwi, maar dat men sneller 100 gram kiwi eet dan 100 gram paprika, dat vaak verwerkt is in een (hoofd)maaltijd. De bekende [[sinaasappel]] bevat naar verhouding veel minder vitamine C. Een uitgeperste sinaasappel bevat ongeveer evenveel vitamine C als een sinaasappel die wordt gegeten.
 
----
 
{| class="prettytable"
Regel 160 ⟶ 169:
|}
 
<!-- VITAMINE C DEFICIËNTIE -->
==Als geneesmiddel?==
==Tekort aan vitamine C==
De Amerikaanse arts [[Frederick R. Klenner]] heeft medio 20e eeuw gepropageerd vitamine C als geneesmiddel toe te passen bij vele ziekten door de dosis sterk te verhogen. Tientallen grammen vitamine C per dag toedienen door middel van injecties was geen uitzondering. Er is echter nimmer aangetoond dat hierdoor de kans op bijvoorbeeld verkoudheden of andere virale infecties zou dalen. De onderzoeken van Klenner voldoen niet aan de toets van de moderne methodologische kritiek. ([[dubbelblind]] [[gerandomiseerd onderzoek met controlegroep]]).
Een tekort aan vitamine C kan aanleiding geven tot het ontstaan van [[scheurbuik]]. Scheurbuik treedt op nadat men ongeveer drie maanden geen vitamine C tot zich heeft genomen, en gaat gepaard met (onder andere) de volgende symptomen:<ref>Fain O. Carences en vitamine C. Rev Med Interne. 2004 Dec;25(12):872-80.</ref>
*pijn in de botten
*spierpijn
*rode vlekken
*bloeduitstortingen
*loszittende tanden
*[[anemie]]
*plotseling komen te overlijden
 
Studies bij gezonde vrijwilligers hebben uitgewezen dat vitamine C deficiëntie in minder dan een maand kan ontstaan<ref name="PMID8623000">{{en}}Levine M, Conry-Cantilena C, Wang Y, et al. Vitamin C pharmacokinetics in healthy volunteers: evidence for a recommended dietary allowance. (1996) Proc Natl Acad Sci U S A 93:3704-3709. PMID 8623000 [http://www.pubmedcentral.nih.gov/articlerender.fcgi?tool=pubmed&pubmedid=8623000 gratis volledige artikel]. In deze studie nam bij gezonde vrijwilligers die een volledig vitamine C vrij dieet volgden in minder dan een maand de vitamine C concentratie in het bloed af tot minder dan 10 micromol per liter. Bij dergelijke concentraties treedt vermoeidheid op en duurt het niet lang of ook de fysieke kenmerken van scheurbuik treden op.</ref>. Subklinische vitamine C deficiëntie komt veel vaker voor dan wel wordt verondersteld<ref name="PMID9710847">{{en}}Johnston CS, Thompson LL. Vitamin C status of an outpatient population. (1998) J Am Coll Nutr 17:366-370. PMID 9710847 [http://www.jacn.org/cgi/content/full/17/4/366 gratis volledige artikel].</ref>
==Synthese==
Planten en de meeste dieren zijn in staat om hun eigen vitamine C te maken met behulp van [[enzym]]en vanuit [[glucose]]. Mensen, [[mensaap|mensapen]], [[vleermuis|fruitvleermuizen]] (tropen) en [[cavia]]'s kunnen als gevolg van een gendefect het enzym L-gulonolactone oxidase niet maken waardoor de laatste stap in de synthese van vitamine C niet kan plaatsvinden. Mensen zijn daardoor afhankelijk van inname van voedsel dat vitamine C bevat. Bekend is dat vooral in vroegere tijden zeelieden stierven aan [[scheurbuik]] ([[latijn|lat]]: scorbutus) ten gevolge van gebrek aan vitamine C. Nadat schepen die citroenen bij zich hadden terug kwamen
zonder gevallen van scheurbuik dacht men in eerste instantie dat het zuur van de citroen scheurbuik voorkwam. Geneesheren of kwakzalvers uit die tijd gaven soms [[azijn]] tegen scheurbuik wat uiteraard niet hielp. Later kwam men er achter dat vitamine C, dat in vele soorten groenten en fruit voorkomt, scheurbuik kon voorkomen.
 
<!-- Deficiëntie - AANBEVOLEN HOEVEELHEDEN EN VOEDINGSNORMEN -->
==Benodigde hoeveelheden vitamine C per dag==
Bron: Food and Nutrition Board, National Academy of Sciences-Institute of Medicine, 2005.
Regel 231 ⟶ 247:
|120
|}
<!-- Deficiëntie - RISICOFACTOREN -->
<!-- Deficiëntie - SYMPTOMEN -->
<!-- Deficiëntie - DIAGNOSE -->
 
==Synthese==
==Te veel vitamine C==
Planten en de meeste dieren zijn in staat om hun eigen vitamine C te maken met behulp van [[enzym]]en vanuit [[glucose]]. Mensen, [[mensaap|mensapen]], [[vleermuis|fruitvleermuizen]] (tropen) en [[cavia]]'s kunnen als gevolg van een gendefect het enzym L-gulonolactone oxidase niet maken waardoor de laatste stap in de synthese van vitamine C niet kan plaatsvinden. Mensen zijn daardoor afhankelijk van inname van voedsel dat vitamine C bevat. Bekend is dat vooral in vroegere tijden zeelieden stierven aan [[scheurbuik]] ([[latijn|lat]]: scorbutus) ten gevolge van gebrek aan vitamine C. Nadat schepen die citroenen bij zich hadden terug kwamen
Voorbeelden van de giftigheid van vitamine C zijn zeldzaam. De meeste mensen verdragen enkele grammen per dag probleemloos. Doses vanaf ongeveer 10 gram kunnen aanleiding geven tot het ontstaan van [[diarree]]. In zeldzame gevallen kan [[orgaan]]schade ontstaan door [[ijzer (voeding)|ijzerstapeling]], ontstaan [[niersteen|nierstenen]], of treden andere ernstige bijwerkingen op. In de meeste van deze gevallen, hadden de betroffen patiënten een onderliggende ziekte.<ref name="b"> Bates CJ. Bioavailability of vitamin C. Eur J Clin Nutr. 1997;51 S1:S28-33</ref>
zonder gevallen van scheurbuik dacht men in eerste instantie dat het zuur van de citroen scheurbuik voorkwam. Geneesheren of kwakzalvers uit die tijd gaven soms [[azijn]] tegen scheurbuik wat uiteraard niet hielp. Later kwam men er achter dat vitamine C, dat in vele soorten groenten en fruit voorkomt, scheurbuik kon voorkomen.
 
<!-- KLINISCHE TOEPASSINGEN -->
Het lijkt erop dat het lichaam een beschermingsmechanisme heeft tegen hoge doses vitamine C: voor doses van 200 milligram of meer, geldt dat de opname ervan door het lichaam sterk afneemt. Tevens is het zo dat excessieve hoeveelheden vitamine C die in het bloed zijn terecht gekomen, op efficiënte wijze met de urine worden uitgescheiden. Over vitamine C die [[intraveneus]] worden toegediend is veel minder bekend en zorgt voor controverse omdat men spectaculaire resultaten claimt bij ernstig zieke patiënten.<ref name="b"/>
==Klinische toepassingen==
 
===Vitamine C en verkoudheid===
==Tekort aan vitamine C==
Een tekort aan vitamine C kan aanleiding geven tot het ontstaan van [[scheurbuik]]. Scheurbuik treedt op nadat men ongeveer drie maanden geen vitamine C tot zich heeft genomen, en gaat gepaard met (onder andere) de volgende symptomen:<ref>Fain O. Carences en vitamine C. Rev Med Interne. 2004 Dec;25(12):872-80.</ref>
*pijn in de botten
*spierpijn
*rode vlekken
*bloeduitstortingen
*loszittende tanden
*[[anemie]]
*plotseling komen te overlijden
 
==Vitamine C en verkoudheid==
Een [[Cochrane review]] van onderzoeken naar het effect van vitamine C als preventie tegen [[verkoudheid]] en ter behandeling van de symptomen van verkoudheid leverde de volgende conclusies op: Hoeveelheden tot 2 gram per dag gaven een minimale vermindering van de kans op een verkoudheid, ca 5%, wat net statistisch significant was bij 11.000 patiënten. In een subgroep die zware lichamelijk arbeid verrichte (mariniers op oefening in de sneeuw) was er wel een ook klinisch significant effect, een reductie van ca 50%.<ref name = "cochrane">Douglas RM, Hemilä H, Chalker E, D'Souza RRD, Treacy B. Vitamin C for preventing and treating the common cold. The Cochrane Database of Systematic Reviews 2006 Issue 4 [http://www.cochrane.org/reviews/en/ab000980.html artikel]</ref>. Bij dertig onderzoeken met samen 9676 patiënten trad een geringe reductie van 8% in de duur van de verkoudheid op, bij kinderen wat meer, 13%. Dit was wederom statistisch significant.<ref name="cochrane"/> Behandeling met vitamine C nadat de eerste syptomen van verkoudheid al waren opgetreden (7 onderzoeken, meer dan 3000 verkoudheidsepisoden) gaf geen significant verschil met placebo te zien noch voor de symptomen noch voor de duur van de verkoudheid<ref name = "cochrane"/>. De onderzoekers die de review deden concluderen dat "Het gebruik van megadoses vitamine C om verkoudheden te voorkomen wegens gebrek aan effect in de algemene bevolking niet gerechtvaardigd is", maar dat "het wel te rechtvaardigen is bij personen die kortdurende hevige inspanningen moeten leveren en/of in koude omgevingen". Voorstanders werpen dan weer tegen dat het effect pas bij nog grotere doses merkbaar zou worden; maar dan is het weer nagenoeg onmogelijk om het onderzoek [[dubbelblind onderzoek|dubbelblind]] te doen door het op gaan treden van duidelijke bijwerkingen op het maagdarmkanaal.
 
===Vitamine C en kanker===
 
====Preventie====
Een Cochrane-review naar het effect van verschillende antioxidantia (onder andere vitamine C: vier onderzoeken van hoge kwaliteit) toonde geen effect van antioxidantia op het voorkomen van kankers van het maagdarmkanaal aan. Er waren zelfs aanwijzingen dat de mortaliteit toe zou kunnen nemen. <ref name="cochrane2">Bjelakovic G, Nikolova D, Simonetti RG, Gluud C. Antioxidant supplements for preventing gastrointestinal cancers. The Cochrane Database of Systematic Reviews 2006 Issue 4[http://www.cochrane.org/reviews/en/ab004183.html artikel]</ref>.
 
==== Therapie ====
De inzet van vitamine C in de kankertherapie begon met een publicatie in 1978, van [[Linus Pauling]] en Ewan Cameron in het invloedrijke tijdschrift [[Proceedings of the National Academy of Sciences]]<ref name="PMID279931">{{en}}Cameron E, Pauling L. Supplemental ascorbate in the supportive treatment of cancer: reevaluation of prolongation of survival times in terminal human cancer. (1978) Proc Natl Acad Sci U S A 75:4538-4542. PMID 279931 [http://www.pubmedcentral.nih.gov/articlerender.fcgi?tool=pubmed&pubmedid=279931 gratis volledige artikel].</ref>. Zij vonden dat toediening van 10 gram vitamine C per dag (waarbij de eerste 10 dagen parenteraal toegediend werd) de overleving van 100 terminale kankerpatiënten verbeterde in vergelijking met 100 niet behandelde patiënten. De studie werd bekritiseerd vanwege de studieopzet (niet gerandomiseerd, controlegroep niet vergelijkbaar). Kort daarna werd twee studies gepubliceerd die wél aan de wetenschapelijke eisen voldeden en waarin geen effect werd gevonden van vitamine C bij kanker<ref name="PMID384241">{{en}}Creagan ET, Moertel CG, O'Fallon JR, et al. Failure of high-dose vitamin C (ascorbic acid) therapy to benefit patients with advanced cancer. A controlled trial. (1979) N Engl J Med 301:687-690. PMID 384241.</ref><ref name="PMID3880867">{{en}}Moertel CG, Fleming TR, Creagan ET, et al. [http://content.nejm.org/cgi/content/abstract/312/3/137 High-dose vitamin C versus placebo in the treatment of patients with advanced cancer who have had no prior chemotherapy]. A randomized double-blind comparison. (1985) N Engl J Med 312:137-141. PMID 3880867. Dit onderzoek werd door Pauling en anderen bekritiseerd omdat vitamine C uitsluitend oraal werd toegediend. Pauling had in zijn eigen onderzoek de vitamine C ook parenteraal toegediend</ref>. Sindsdien wordt aan mensen die een chemokuur en/of bestraling ondergaan afgeraden om supplementen met vitamine C slikken.
 
Regel 266 ⟶ 276:
Inmiddels zijn er nog andere casus-beschrijvingen gepubliceerd van patiënten waarbij de tumor compleet verdween als gevolg van parentereaal toegediende, hoge doseringen vitamine C<ref name="PMID16567755">{{en}}Padayatty SJ, Riordan HD, Hewitt SM, et al. [http://dx.doi.org/10.1503/cmaj.050346 Intravenously administered vitamin C as cancer therapy: three cases.] (2006) CMAJ 174:937-942. PMID 16567755 [http://www.cmaj.ca/cgi/content/full/174/7/937 gratis volledige artikel]. De drie patiënten in deze publicatie hadden conventionele kankertherapie geweigerd en kozen in plaats daarvoor voor parenterale toediening van vitamine C, aangevuld met verschillende voedingssupplementen</ref><ref name="PMID15377059">{{en}}Riordan HD, Riordan NH, Jackson JA, et al. Intravenous vitamin C as a chemotherapy agent: a report on clinical cases. (2004) P R Health Sci J 23:115-118. PMID 15377059.</ref>.
 
<!-- VEILIGHEID -->
== Te veel vitamine C ==
Voorbeelden van de giftigheid van vitamine C zijn zeldzaam. De meeste mensen verdragen enkele grammen per dag probleemloos. Doses vanaf ongeveer 10 gram kunnen aanleiding geven tot het ontstaan van [[diarree]]. In zeldzame gevallen kan [[orgaan]]schade ontstaan door [[ijzer (voeding)|ijzerstapeling]], ontstaan [[niersteen|nierstenen]], of treden andere ernstige bijwerkingen op. In de meeste van deze gevallen, hadden de betroffen patiënten een onderliggende ziekte.<ref name="b"> Bates CJ. Bioavailability of vitamin C. Eur J Clin Nutr. 1997;51 S1:S28-33</ref>
 
Het lijkt erop dat het lichaam een beschermingsmechanisme heeft tegen hoge doses vitamine C: voor doses van 200 milligram of meer, geldt dat de opname ervan door het lichaam sterk afneemt. Tevens is het zo dat excessieve hoeveelheden vitamine C die in het bloed zijn terecht gekomen, op efficiënte wijze met de urine worden uitgescheiden. Over de veiligheid van vitamine C die [[intraveneus]] wordenwordt toegediend is veel minder bekend en zorgt voor controverse omdat men spectaculaire resultaten claimt bij ernstig zieke patiënten.<ref name="b"/>
 
=== Rebound effect ===
Wanneer plotseling gestopt wordt na het dagelijks gebruik van zeer hoge doseriningen vitamine C (vele grammen), kan het zogenaamde "rebound effect" optreden. Dit verschijnsel houdt in dat mensen die langdurig hoge doses vitamine C slikken plotseling verschijnselen van vitamine C deficiëntie gaan vertonen wanneer plotseling met de inname ervan wordt gestopt. Dit kan verklaard worden doordat ascorbaat-afhankelijke enzymreacties nog 24 tot 48 uur doorgaan nadat de inname van vitamine C is gestopt, waardoor vitamine C wordt verbruikt wat niet aangevuld wordt.
 
<!-- INTERACTIES -->
<!-- EXTERNE LINKS -->
==Externe links==
*{{nl}}[http://www.voedingscentrum.nl/Voedingscentrum/Templates/Pagina.aspx?NRMODE=Published&NRNODEGUID=%7b9A0D9F20-89EF-4224-BDA5-B4906CB70934%7d&NRORIGINALURL=%2fEtenEnGezondheid%2fVoedingstoffen%2fvitamines%2ben%2bmineralen%2fVitamine%2bC%2bof%2bascorbinezuur% Voedingscentrum over vitamine C]