Sophie van Brandenburg
Sophia van Brandenburg (Zechlin, 6 juni 1568 — Slot Colditz, 7 december 1622) was een dochter van keurvorst Johan Georg van Brandenburg en diens tweede echtgenote Sabina van Ansbach.
Huwelijk en nakomelingen
bewerkenOp 25 april 1582 huwde zij met Christiaan I van Saksen. Ze kregen zeven kinderen:
- Christiaan II (1583-1611), keurvorst van Saksen
- Johan George I (1585-1656), keurvorst van Saksen
- Anna Sabina (1586-1586)
- Sophia (1587-1635), huwde in 1610 met hertog Frans van Pommeren-Stettin
- Elisabeth (1588-1589)
- August (1589-1615), diocesaan administrator van het Prinsbisdom Naumburg
- Dorothea (1591-1617), abdis van de Abdij van Quedlinburg
Sophie was orthodox lutherse en bestreed het cryptocalvinisme in Saksen. Na de dood van Christiaan I in 1591 zette zij diens calvinistische kanselier Nikolaus Krell, een tegenstander van de lutherse orthodoxie, gevangen en liet hem in 1601 terechtstellen. Refererend aan de vrome weduwe Judith uit het Bijbelse boek Judit, vereerden de orthodoxe lutheranen hier sindsdien als „Judith van Saksen“. Als weduwe leefde Sophie in het „Fraumutterhaus“ in Dresden en in het slot Colditz, liet met de Sophiendukat een eigen munt slaan en liet de oude franciskanerkerk in Dresden weer inrichten voor kerkelijke diensten. Deze kerk werd sindsdien naar haar, Sophienkirche genooemd.
Referenties
bewerkenDit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Sophie von Brandenburg (1568–1622) op de Duitstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.