De Slag bij Mosega betrof de plundering van de Matabelestad Mosega door de Voortrekkers tijdens de Grote Trek op 17 januari 1837.
Slag bij Mosega
|
Onderdeel van Grote Trek
|
Datum
|
17 januari 1837
|
Locatie
|
Mosega nabij Mafikeng
|
Resultaat
|
Overwinning van de Voortrekkers
|
Strijdende partijen
|
|
Leiders en commandanten
|
|
Troepensterkte
|
107 Voortrekkers 40 Griekwa 40 Barolong
|
onbekend
|
|
Verliezen
|
|
Voorgeschiedenis
bewerken
Op 17 januari 1837 viel een Voortrekkerleger van 107 man gesteund door 40 Griekwa en 40 Barolong Mosega aan. De Matabele werden volledig verrast en het dorp werd zonder genade uitgemoord en platgebrand. De Amerikaanse missionaris Daniel Lindley, gestationeerd te Mosega, schatte het aantal doden onder de Matabele op 200. Eveneens sneuvelden twee Barolong; de ene werd vermoord tijdens het plunderen van een huis en de andere werd gedood door een Voortrekker die hem aanzag voor een Matabele.
Het gestolen vee werd heroverd, maar Mzilikazi werd niet aangetroffen. Hij zou later dat jaar een beslissende nederlaag lijden bij Kapain. De slag betekende tevens de introductie van de Voortrekkers aan Daniel Lindley, hun latere predikant.
Voetnoten
Bronnen
- (af) Swart, M.J., e.a. (red.): Afrikaanse Kultuuralmanak. Aucklandpark: Federasie van Afrikaanse Kultuurvereniginge, 1980, p.27. ISBN 0-620-04543-4
- (en) Oliver Ransford, 1968: The Great Trek
|