[1]וַיַּ֨רְא אֹתָ֜הּ שְׁכֶ֧ם בֶּן־חֲמֹ֛ור הַֽחִוִּ֖י נְשִׂ֣יא הָאָ֑רֶץ וַיִּקַּ֥ח אֹתָ֛הּ וַיִּשְׁכַּ֥ב אֹתָ֖הּ וַיְעַנֶּֽהָ׃
|
Sichem nu Hemors des Heviters, des lant-Vorsten sone, sachse: ende hy namse, ende lach by haer, ende verkrachtese.[2]
|
Zij werd opgemerkt door Sichem, een van de zonen van de Chiwwiet Chamor, die over dat gebied heerste. Hij overweldigde en verkrachtte haar.[3]
|
Toen Sichem, de zoon van Chamor de Chiwwiet, de vorst van het gebied, haar zag, greep hij haar, legde hij haar neer en verkrachtte hij haar.[4]
|
[5]וַתִּדְבַּ֣ק נַפְשֹׁ֔ו בְּדִינָ֖ה בַּֽת־יַעֲקֹ֑ב וַיֶּֽאֱהַב֙ אֶת־הַֽנַּעֲרָ֔ וַיְדַבֵּ֖ר עַל־לֵ֥ב הַֽנַּעֲרָֽ׃
|
Ende sijne ziele kleefde aen Dina, Iacobs dochter; ende hy hadde de jonge dochter lief, ende sprack nae het herte van de jonge dochter.[2]
|
Maar omdat hij zich onweerstaanbaar tot Jakobs dochter Dina aangetrokken voelde en verliefd op haar was, deed hij zijn best om het meisje voor zich te winnen.[3]
|
En hij bleef bij Jakobs dochter Dina / hield Dina vast, hij begeerde de jonge vrouw en hij probeerde haar te kalmeren / tot zwijgen te brengen.[4]
|