Sint-Catharinakerk (Singel)

voormalig kerkgebouw in Amsterdam, Nederland

De Sint-Catharinakerk, bijnaam 'Geloof, Hoop en Liefde', was een kerk aan het Singel.

Sint-Catharinakerk
De Sint-Catharinakerk aan het Singel in 1934.
De Sint-Catharinakerk aan het Singel in 1934.
Plaats Amsterdam
Denominatie Rooms-katholiek
Gewijd aan Sint-Catharina
Coördinaten 52° 22′ NB, 4° 53′ OL
Gebouwd in 1817-1820
Uitbreiding(en) 1853
Gesloopt in 1939
Architectuur
Architect(en) Tieleman Franciscus Suys

Theo Molkenboer (Uitbreiding 1853)

Stijlperiode Classicisme
Kerkprovincie
Bisdom                 Haarlem-Amsterdam
Detailkaart
Sint-Catharinakerk (Amsterdam-Binnenstad)
Sint-Catharinakerk
Portaal  Portaalicoon   Christendom

Statie 'Geloof, Hoop en Liefde'

bewerken

Vanouds bevond zich een rooms-katholieke statie aan het einde van de Nieuwezijds Voorburgwal, Boommarkt geheten. Deze was gewijd aan Catharina van Alexandrië,[1] maar droeg de bijnaam 'Geloof, Hoop en Liefde'. Aangezien de statie bouwvallig was en het bouwen van publieke kerkgebouwen niet langer verboden, ging men in het begin van de negentiende eeuw plannen maken voor de bouw van een nieuwe kerk.

Pastoor Gerardus Antonius van der Lugt (1775-1855) wist de hand te leggen op het voormalige West-Indisch Binnenhuis aan het Singel, dat als kazerne in gebruik was. Ondanks tegenwerking ging op 1 augustus 1817 de eerste heipaal (van 385 stuks) de grond in. Tijdens de bouw kwam men al geld te kort, koning Willem I der Nederlanden, die toch al op stichting had aangedrongen zou 10.000 hebben bijgedragen. In februari 1820 kon het gebouw worden ingewijd. Het is niet met zekerheid bekend wie de architect was van deze kerk. Het betrof een gebouw in classicistische stijl. Van binnen had het drie beuken. Het torentje was, vanwege de combinatie van een vierkant onderstuk, een open cilinder en een afsluitend koepeltje, duidelijk geïnspireerd op die van het oude Stadhuis (1648-1664) van Jacob van Campen.

In 1827 werd serieus overwogen om het gebouw te bestemmen tot Kathedraal van Amsterdam in verband met de plannen voor de oprichting van een gelijknamig nieuw bisdom, waarvoor de kerk dan vergroot zou moeten worden. In 1853 werd het gebouw door architect Theo Molkenboer uitgebreid met een transept. In de jaren twintig van de 20e eeuw kwamen de eerste vragen omtrent behoud van de kerk. Een verzoek om het gebouw de monumentenstatus te verlenen werd niet ingewilligd. Op 31 december 1933 werd de kerk gesloten en verkocht aan de Hollandsche Societeit van Levensverzekeringen. De kerk werd gesloopt in 1939. In 1967 werd op de lege plaats de Universiteitsbibliotheek van de Gemeentelijke Universiteit gebouwd.