Portaal:Steden/Uitgelicht stad Internationaal/13

Sint-Basiliuskathedraal
Sint-Basiliuskathedraal

Moskou (Russisch: Москва, Moskva) is de hoofdstad van Rusland, en voorheen van de Sovjet-Unie. Het ligt aan de rivier de Moskva en heeft ongeveer 12-14 miljoen inwoners. In Moskou bevindt zich het Kremlin, dat als zetel van de nationale regering dient. De patriarch van Moskou is het hoofd van de Russisch-orthodoxe Kerk. De inwoners worden Moskovieten genoemd.

Moskou wordt voor het eerst genoemd in 1147. Op dat moment is het nog slechts een klein stadje in een afgelegen provincie. In 1237-38 werd de stad door de Mongolen veroverd, en opnieuw werd de stad afgebrand en de bevolking uitgemoord. De stad herstelde zich echter en werd de hoofdstad van het onafhankelijke vorstendom. Vanwege haar strategische positie nabij de bovenloop van de Wolga groeit de stad langzaam maar gestaag. Ook haar stabiliteit en rijkdom trekt vluchtelingen van elders in Rusland.

Langzaam breidt de stad zich uit en onder Ivan I verslaat Moskou Tver in de strijd om de troon van Vladimir. Van de Khan krijgt het de belangrijke concessie dat het vorstendom niet wordt verdeeld onder zijn zonen, maar als een geheel op zijn oudste zoon overgaat. De Khan van de Gouden Horde probeert aanvankelijk de macht van Moskou in te perken, maar als de macht van Litouwen groeit, ziet hij in Moskou een belangrijke bondgenoot. Onder Ivan III bevrijdt Moskou zich van de Mongoolse overheersing en groeit het uit tot hoofdstad van geheel Rusland (tot de 17e eeuw Moskovië genoemd). Dat blijft het tot 1700, als Peter de Grote Sint-Petersburg sticht en het tot de nieuwe hoofdstad maakt.

Bij de invasie door Napoleon in 1812, steken de Moskovieten hun eigen stad in brand en verlaten het. Napoleons troepen trekken Moskou binnen, maar moeten zich spoedig terugtrekken en worden verslagen door honger en kou. Na de Russische revolutie maakt Lenin Moskou opnieuw de hoofdstad.