Portaal:Romeinse Rijk/Uitgelicht/10

In de Slag bij Pharsalus stonden twee Romeinse legers in een burgeroorlog tegenover elkaar in Pharsalus, in Thessalië, noord-Griekenland. Het leger van de populares, onder leiding van Julius Caesar versloeg het optimates-leger van Pompeius Magnus tijdens een veldslag op 9 augustus 48 v.Chr.. Pompeius' leger was beduidend sterker dan dat van Caesar: 45.000 infanteristen en 7000 ruiters tegenover de respectievelijk 22.000 en 1000 van Caesar. Pompeius leger steunde met de linkerflank op de rivier. In het midden stond Scipio met zijn troepen. Maar zijn voornaamste troef, zijn veel sterkere ruiterij, had Pompeius links geplaatst, samen met de boogschutters en slingeraars.

Ondanks dat Caesar zwakker was deed hij de eerste zet. Maar zijn veteranen stopten voor de vijandelijke linies en lieten zich niet tot een gevecht verleiden. Daarop stuurde Pompeius zijn cavalerie naar voren om Caesar in de flank te pakken, direct gevolgd door de boogschutters en slingeraars. Toen Caesars ruiterij zich onder dit geweld begon terug te trekken en Pompeius' cavalerie zich wendde om Caesars linie in de flank te treffen, stuurde deze de vijf elite cohorten naar voren. De ruiterij sloeg op de vlucht en vertrappelde daarbij het achteropkomende voetvolk. Daarop keerde Caesar zich tegen de blootliggende linkerflank van Pompeius. Caesar gaf een tweede geniale bevel, dat hij ook aan de vijand meedeelde: elke Romein in het leger van Pompeius zou worden gespaard als hij geen tegenstand bood. Ook dit lukte: de meeste legionairs boden geen weerstand. Caesar beweerde dat 15.000 vijandelijke soldaten werden gedood, waaronder 6000 Romeinen. Hij zelf had slechts 1200 man verloren.