Portaal:Harry Potter/Uitgelicht/29

In de wereld van Harry Potter van schrijfster J.K. Rowling is magie een natuurlijke kracht. Een die gebruikt kan worden om de gewone natuurwetten te overschrijven.

In de serie komen vele fabeldieren voor, samen met bestaande dieren die enkele magische eigenschappen hebben gekregen zoals uilen die de post rondbrengen. Mensen met de mogelijkheid magie te gebruiken worden tovenaars of heksen genoemd. Niet-magische mensen heten in de serie Dreuzels of Snul (afhankelijk van hun afkomst).

Bij mensen is de mogelijkheid magie te gebruiken, of juist niet, aangeboren. Het is semi-overerfelijk. Zelfs als iemand geboren is met magische krachten vereist het nog een hoop training en oefening om hier goed mee om te kunnen gaan. Bij jonge tovenaars treed magie vaak op als reflex bij sterke emoties zoals angst of woede. Bijna alle magie wordt uitgevoerd met hulpmiddelen. Het bekendste hulpmiddel is de toverstok.

Ongeacht hoe sterk een tovenaar is, hij of zij is altijd beperkt in wat hij/zij kan. Sommige tovenaars beschikken over zeer unieke talenten zoals het kunnen veranderen in een dier (Faunaten) of met slangen kunnen praten (Sisseltongen).