Portaal:Feminisme/Uitgelicht/09

Vrouwenkiesrecht bewerken

 
Eeuwigdurende kalender Vrouwenkiesrecht door Jan Dona.

Tot het begin van de 20e eeuw mochten in Nederland alleen mannen stemmen als zij aan bepaalde eisen voldeden. Bij de grondwetswijziging van 1917 werd het algemeen kiesrecht ingevoerd. Daarbij werd het passief kiesrecht voor zowel mannen als vrouwen mogelijk gemaakt.

Het actief algemeen kiesrecht werd alleen voor mannen opengesteld: de Grondwet maakte het wel mogelijk dat de wet het actief kiesrecht ook uitbreidde tot vrouwen. In 1918 werd Suze Groeneweg voor de SDAP als eerste vrouw in de Tweede Kamer gekozen.

In september 1918 diende het Kamerlid Hendrik Pieter Marchant een initiatiefwet in tot instelling van actief kiesrecht voor vrouwen, dat onder druk van de revolutionaire bewegingen in Duitsland en ook in Nederland in 1919 wordt aangenomen. Het algemeen kiesrecht voor vrouwen en mannen werd met de grondwetswijziging van 1922 in de Grondwet opgenomen.

Het vrouwenkiesrecht werd in Nederland bevorderd door de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht 1894-1920, die was opgericht door Wilhelmina Drucker, Annette Versluys-Poelman en Aletta Jacobs en door de Nederlandsche Bond voor Vrouwenkiesrecht van 1907-1920 met Elisabeth Carolina van Dorp, Clara Wichmann, Welmoet Wijnaendts Francken-Dyserinck en Eduard Fokker. In België waren onder andere Marie Popelin en Emilie Claeys voorvechtsters van het vrouwenstemrecht. Lees verder >>