Portaal:Dinosauriërs/Uitgelicht/38

Brachiosaurus altithorax

Brachiosaurus is een geslacht van plantenetende sauropode dinosauriërs, behorend tot de groep van de Macronaria, dat leefde tijdens het late Jura, ongeveer 150 miljoen jaar geleden.

Het eerste fossiel van Brachiosaurus werd in 1883 ontdekt in de Verenigde Staten. Het dier kreeg in 1903 zijn naam die "armsauriër" betekent, naar aanleiding van de zeer lange bovenarm. De eerstbenoemde typesoort is Brachiosaurus altithorax. Tussen 1909 en 1912 werden in Duits-Oost-Afrika veel completere skeletten gevonden. Hiervoor is in 1914 een tweede soort benoemd: Brachiosaurus brancai. Een skelet werd in Berlijn opgesteld, nog steeds het grootste tentoongestelde dinosauriërskelet ter wereld. Dat maakte Brachiosaurus tot een van de bekendste dinosauriërs bij het grote publiek. Later zijn nog twee soorten benoemd: B. atalaiensis en B. nougaredi, maar daarvan wordt tegenwoordig begrepen dat het om andere dinosauriërs gaat. De laatste jaren vinden steeds meer geleerden dat ook B. brancai een heel ander dier is dan B. altithorax. Ze gebruiken daarom voor de Afrikaanse soort een aparte geslachtsnaam: Giraffatitan.

Brachiosaurus is vaak het grootste landdier dat ooit bestaan heeft genoemd. Er zijn echter nog veel grotere sauropoden bekend. Ook is het niet waar dat hij vanwege zijn gewicht in het water moest leven. Hij was juist een echte landbewoner. Wel had Brachiosaurus een enorme omvang. Het Berlijnse skelet is 23 meter lang en duidt op een dier van ongeveer dertig ton. Uit Afrika zijn stukken bot bekend die wijzen op exemplaren van wel veertig ton. De Amerikaanse soort was nog eens zwaarder en langgerekter van bouw. Ondanks de grootte was het skelet lichtgebouwd met holle wervels die verbonden waren met luchtzakken. Die verbeterden ook de ademhaling, een teken dat het dier warmbloedig was.

Brachiosaurus had een hoge romp die op vier rechte poten stond waarvan de voorpoten langer waren dan de achterpoten. Hij had een korte staart maar een zeer lange nek. De wetenschappers zijn het er niet over eens of die diende om ruim dertien meter hoog in de bomen te eten of om plat rond te zwaaien zodat hij zo veel mogelijk planten kon bereiken zonder een stap te zetten. Het eind van de nek droeg een relatief kleine kop met beitelvormige tanden waarmee het voedsel afgebeten kon worden. Misschien at Brachiosaurus vooral de zaadkegels van palmvarens. Die werden in grote brokken snel ingeslikt om in de enorme buikholte verteerd te worden. Zijn aanzienlijke grootte voorkwam dat Brachiosaurus zelf opgegeten werd door roofsauriërs, de theropoden.

Lees verder