Overleg:Metselaarsteken

De keuze van de benaming 'metselteken' is eerder ongelukkig. Door heemkundigen als Mathieu Driessen werd vroeger uitgegaan van het standpunt dat de benaming metselteken beter was zolang het niet duidelijk was of het teken louter initiatief was van de metselaar. Dit lijkt mij ondertussen wel meer dan genoegzaam aangetoond. In analogie met smidstekens en steenkapperstekens is dan ook de benaming metselaarsteken te verkiezen boven metselteken. Een metselaarsteken is dan ook nadrukkelijk een teken van en geplaatst door de metselaar en staat verder los van de bedoeling van de metselaar. Desgevallend zijn hier verdere specificaties mogelijk (handteken, sibbeteken, loodsteken...).

De opsplitsing 'Nederland' - 'België' lijkt mij niet ter zake doend gezien het fenomeen zich over gans West-)Europa voordeed. De gestelde startdatum lukt mij bovendien uit de lucht gegrepen. De paragraaf ervoor stelt correct dat er een baksteenrevival was vanaf de dertiende eeuw. Ik ben ervan overtuigd dat de metselaarstekens daar onmiddellijk in werden toegepast. Alleen zijn er bijna geen gebouwen overgebleven uit die periode... De einddatum is dan wel toepasselijk voor het protestantse Nederland. De opmerking onder België lijkt mij niet correct. Er eerder een toename van het gebruik van baksteen ook voor woonhuizen (mede gezien brandgevaar) dan dat er een uitbreiding is tekens 'naar woonhuizen'.

Mijns inziens zijn de metselaarstekens louter apotropaeïsch. Enkel in recentere tijden wordt het decoratieve allicht belangrijker en wordt het apotropaëisch aspect latenter. Hierop een datum plakken is echter een moeilijker zaak. Maar 1550 is in ieder geval veel te vroeg voor die verschuiving. 1750 lijkt gemiddeld een correctere schatting maar voor heel wat toepassingen zal dat nog een stuk later zijn.

De omschrijving onder 'symboliek' lijkt mij ook niet helemaal correct. Metselaarstekens waren oorspronkelijk allemaal (met minimale uitzonderingen) apotropaeisch. Hierin ligt het doel, de oorsprong en de bedoeling van de tekens. Men koos een teken uit verleden waarvan de betekenis destijds even vaag was als dit nu voor ons is. Maar die vaagheid en onduidelijkheid was voldoende om het teken 'op te laden' tot een bezwerend-beschermend wapen. En waar het ene niet hielp kon het andere dat mogelijk wel. Het decoratieve aspect was oorspronkelijk geheel bijkomstig, zelfs volledig afwezig.

In een eerste fase (tot ca. 1500) richten metselaars zich rechtstreeks naar de boze geesten. Je kon de tekens overal vinden op een gebouw. De geesten waarvoor ze waren bedoeld zouden ze wel herkennen. In een tweede fase richten de metselaars zich meer naar de voorbijganger. Die moet zien dat hij iets bezwerend-beschermend onderneemt. Tekens komen dan quasi uitsluitend voor op zichtgevels, zichtbaar vanop de normale wegenis. Deze attitude dient te worden beschouwd als 'iets meer te willen vertellen aan de voorbijganger'. Typisch voorbeeld hierin zijn jaartallen (maar ook harten en toverknopen). – De voorgaande bijdrage werd geplaatst door Marc Robben (overleg · bijdragen) 4 jan 2014 18:34‎

Terugkeren naar de pagina "Metselaarsteken".