Overleg:Lijst van voormalige borgen en buitenplaatsen in Groningen

Het boek van Formsma geeft slechts een tussenstand weer. Het onderscheid met het Oldambt en Westerwolde is bovendien kunstmatig, ingegeven door het feit dat Feith en Formsma daar geen materiaal over verzamelden. In de dertiende, veertiende en vijftiende eeuw was de situatie daar goed vergelijkbaar met de Ommelanden, zij het dat slechts enkele bezitters van steenhuizen heerlijke rechten hadden. In Termunten ging dat echter om een hele serie borgenbezitters. Het gehanteerde onderscheid tussen borgen met of zonder heerlijke rechten lijkt mij wel zinnig. Maar pas vanaf de veertiende eeuw, als enkele bezitters van edele heerden en steenhuizen belangrijker worden ten koste van anderen. Uitgaande van dit laatste onderscheid dat de vorige auteurs hebben aangebracht, heb ik een aantal aanvullingen voor het Oldambt ingevoegd en enkele buitenverblijven uit de omgeving van Appingedam en Slochteren naar de tweede lijst verplaatst. Vooral Gorecht/Haren vergt nadere aanpassingen. Er zijn de laatste jaren meerdere publicaties hierover geweest. Een aantal huizen heeft hier wel degelijk heerlijke rechten, dus hoort eigenlijk in de eerste lijst thuis. Zie de Overijsselse en Utrechtse leenregisters. Dat geldt ook voor het kasteel van Selwerd. Daarnaast zou de lijst van buitenverblijven in Hoogezand door Schutter nog verwerkt moeten worden. Een goed uitgangspunt vormen de verschillende borgenkaarten, vergeleken met de heerlijke rechten in het klauwregister van Tjassens.--Otto S. Knottnerus 9 okt 2007 13:03 (CEST)