Overleg:Juan van Oostenrijk

Regensburg, 24 februari 1547 - Bouge (bij Namen), 1 oktober 1578

Natuurlijke zoon van Karel V, legeroverste en gouverneur-generaal van de Nederlanden 1576-1578. Naamsvarianten: Don Juan d'Austria, Don Johan van Oostenrijk, Messire Jean d'Autriche.

Biografie Voor deze onechte zoon van keizer Karel V en Barbara Blomberg bleef zijn hoge afkomst in de eerste tien levensjaren geheim. Hij groeide op in Spanje, onder andere in de omgeving van San Yuste, de laatste woonplaats van Karel V. Deze beschikte bij testament dat Filips II voor de verdere vorming van diens halfbroer zorg moest dragen. Filips II erkende de jongen als zijn halfbroer op 2 oktober 1559, waarbij hij hem de naam Don Juan de Austria gaf. In 1566 nam hij zijn halfbroer op in de orde van het Gulden Vlies. Don Juan had uitsluitend belangstelling voor een militaire loopbaan. Hij onderscheidde zich onder andere bij het neerslaan van de opstand van de Moriscos in Granada (1567) en werd beroemd doordat onder zijn oppercommando een gemeenschappelijke Spaans-Venetiaans-pauselijke vloot op 7 oktober 1571 de Turkse vloot versloeg bij Lepanto. In de daarop volgende jaren bleef hij actief in het Middellandse Zee-gebied: in 1573 veroverde hij Tunis en de havenstad La Goletta, die echter een jaar later weer verloren gingen. Korte tijd was hij stadhouder in Italië voor Filips II. Op 3 mei 1576 benoemde deze hem tot gouverneur-generaal van de Nederlanden, als opvolger van Requesens. Was Don Juan toen onmiddellijk vanuit Italië naar de Nederlanden gereisd, dan had hij mogelijk door zijn grote populariteit onder het krijgsvolk de zogenaamde `Spaanse furie' kunnen voorkomen. Maar gesteld op persoonlijk eerbetoon reisde hij eerst naar Spanje, tegen de uitdrukkelijke wens van Filips II in, om zich door deze persoonlijk te laten instrueren. Het verblijf in Spanje rekte zich voort, waarbij het machtsvacuüm in de Nederlanden noch door de kroon, noch door de opstandelingen kon worden opgevuld. Kenmerkend voor de grilligheid van Don Juan was zijn plotseling afreizen naar de Nederlanden, vermomd als de Afrikaanse dienaar van zijn ondergeschikte. Daarnaast leefde niet alleen bij hem het idee dat hij mogelijk een invasiepoging in Engeland zou kunnen wagen, koningin Mary Stuart bevrijden en onder deze koningin het katholicisme in Engeland zou kunnen herstellen. Het liefst wilde hij de Nederlanden onderwerpen met militair geweld, maar geldgebrek dwong hem tot onderhandelen.

Op 3 november 1576 kwam hij aan in Luxemburg, dat zich buiten de troebelen had gehouden. Op 8 november sloten de vertegenwoordigers van alle Nederlandse gewesten de Pacificatie van Gent. Zij wensten Don Juan - die omwille van de Nederlanden in het Frans Messire Jean d'Autriche werd genoemd - alleen te erkennen als hij deze Pacificatie zou ondertekenen en de Spaanse troepen zou wegsturen. Aanvankelijk liepen de onderhandelingen stuk op de opvliegendheid van Don Juan (Hoei, januari 1577), maar hij had geen andere keuze en onderschreef de Pacificatie bij het zogeheten Eeuwig Edict, ondertekend te Marche-en-Famenne op 12 februari 1577. Drie maanden later, op 1 mei, kon hij zijn intocht doen in Brussel, waar toen de calvinistisch-orangistische edelman Hèze de dienst uitmaakte. Tot een akkoord met de calvinistische gewesten Holland en Zeeland onder de prins van Oranje kwam het niet. De met deze gevoerde onderhandelingen in Geertruidenberg in mei 1577 liepen op niets uit: het algemeen wantrouwen tegen Don Juan bleef te sterk. Hij hield zich buiten het regeringscentrum in Mechelen op en maakte zich op 24 juli 1577 meester van de citadel van Namen, zogenaamd omdat hij zich niet veilig voelde. Dat hij de Spaanse troepen uit Italië terugriep bevestigde de Staten in hun wantrouwen. Op 23 september hield Willem van Oranje een triomfantelijke intocht in Brussel en drie maanden later verklaarden de Staten Don Juan tot vijand van het land (7 december 1577). In de militaire strijd haalde hij een belangrijke overwinning op het Staatse leger bij Gembloers op 31 januari 1578, strijdend onder de leuze In hoc signo vici Turcos, in hoc haereticos vincam: in dit teken heb ik de Turken overwonnen en zal ik de ketters overwinnen. Op diezelfde dag stierf in Madrid onder onopgehelderde omstandigheden zijn secretaris Escovedo. Vermoedelijk was deze vermoord op last van Filips' minister Antonio Perez, omdat koning en minister Don Juan niet vertrouwden. Deze raakte verongelijkt door de tegenwerking in Spanje en de Nederlanden. Op 2 augustus leed hij een nederlaag te Rijmenam (ten oosten van Mechelen). De moeilijke omstandigheden en het hem onwelgevallige noordelijke klimaat ondermijnden zijn gezondheid. Toen in december 1577 zijn neef Alexander Farnese, prins van Parma, het leger kwam versterken, schrok deze van het uiterlijk van Don Juan. De Engelsman Francis Walsingham schreef over Don Juan op 27 augustus 1578: `In conference with him, I might easily discern a great conflict in himself between honour and necessity. Surely I never saw a gentleman for personage, speech, wit and entertainment comparable to him. If pride do not overthrow him, he is like to become a great personage' (geciteerd bij Petrie, Don John of Austria, 326). Op 1 oktober 1578 bezweek Don Juan te Bouge (bij Namen), dertig jaar oud, aan de vlektyfus. Geruchten over vergiftiging waren niet van de lucht. Enkele dagen voor zijn dood, wees hij Farnese als zijn opvolger aan. Het stoffelijk overschot van Don Juan werd overgebracht naar Namen en later naar Spanje, waar het is bijgezet in het Escoriaal.

Nota bene Don Juan is ook de naam van een natuurlijke zoon van koning Filips IV van Spanje, Juan Jose de Austria, 1629-1679. Don Juan van Oostenrijk heeft niets te maken met de benaming `Don Juan’ in de betekenis van vrouwenveroveraar; aan deze fictieve figuur uit de eerste helft van de zeventiende eeuw is o.a. een studie gewijd door de Spaanse historicus Gregorio Marañon, Don Juan, ensayos sobre el origen de su leyenda. - [S.l.], 1967.). Deze fictieve figuur dateert uit de eerste helft van de zeventiende eeuw.

Terugkeren naar de pagina "Juan van Oostenrijk".