Overleg:Cartesiaanse twijfel

Laatste reactie: 12 jaar geleden door Meglosko in het onderwerp Twijfel aan correctheid inhoud

Misschien is dit de verwijderde tekst. Het is een tamelijk onbegrijpelijk verhaal en verstoort het hoofdartikel Rene Descartes. Misschien vind ik nog een website of een boek om dit lemma te verduidelijken, anders kan het wat mij betreft ook weg. De Nederlandse Wikipedia is geen filosofisch leerboek. Taks (overleg) 16 sep 2011 11:34 (CEST)Reageren

Twijfel aan correctheid inhoud bewerken

Er worden in dit artikel bepaalde stellingen neergeschreven waarvan ik twijfel of ze wel met de visie van Descartes overeenkwamen.

  • God is het volmaakte dat de Malin Génie (de stoorzender in ons denken) uitschakelt.
  • [...] Een tweede mogelijkheid is dat ze van God afkomstig zijn. Maar dit zou dan weer niet passen in het beeld van God die de Malin Génie uitschakelt en het denken zuiver houdt. Als God het zuiver volmaakte nastreeft, waarom zou hij zich dan bezig houden met het creëren van waanvoorstellingen? Er moet dus een derde substantie bestaan (de buitenwereld) die zintuiglijke voorstellingen in ons denken veroorzaakt.

Zelf zou ik stellen dat God niet diegene is die de Malin Génie zou uitschakelen, maar net zoiets onmogelijk maakt. Er is een uiteindelijke en volmaakte oneindigheid God, en in zijn volmaaktheid zit waarachtigheid in besloten, en kan zo hij het niet toestaan dat de mensen bedrogen worden. Aldus is God de garantie dat er een werkelijkheid buiten ons is. Foute opvattingen kwamen voort uit de menselijke wil die zijn grenzen overschrijdt of niet correct redeneerde via des idées claires et distinctes. (Meglosko (overleg) 30 okt 2011 19:41 (CET))Reageren

Hallo Meglosko, ik hoop dat je met hardere feiten en vooral bronnen aankomt. Dan kan die hele paragraaf over het gedachteproces weg. Het is een onbegrijpelijke toevoeging en hier nauwelijks relevant. Descartes, die zich meestal heel begrijpelijk uitdrukte, zou zich waarschijnlijk omdraaien in zijn graf als hij dit kon lezen.Taks (overleg) 30 okt 2011 23:39 (CET)Reageren

Ja inderdaad, bronnen zijn nodig, daarom ook dat ik het nog had laten staan. Momenteel heb ik geen bronnen tot mijn beschikking, ik zal - als ik er de tijd voor vind - bronnen voor zoeken en kijken of deze punten hier beschreven correct zijn met de ideeën van Descartes of niet. Natuurlijk - en zelfs graag! - mogen andere mensen ook bronnen aandragen en dit probleem oplossen. Meglosko (overleg) 31 okt 2011 11:49 (CET)Reageren
Voor zij die inzitten met dit artikel, mijn excuses, dat ik een tijd niets heb laten horen; de tijd ontbrak me er simpelweg voor. Als volgt enkele bronnen om mijn kritiek steun bij te brengen:
  • Steel, Carlos, Historische inleiding tot de Wijsbegeerte, Universitaire Pers Leuven, 1989, p. 82. Deze stelt: [...] En tenslotte kunnen we ook, uitgaande van het Cogito en dank zij de epistemologische garantie die de goddelijke Volmaaktheid biedt, de werkelijkheidswaarde bewijzen van de heldere ideeën die we van de uitwendige zijnden vormen. Er dient evenwel opgemerkt dat God slechts in principe garandeert dat er een overeenstemming is tussen onze ideeën en de uitwendigheid: het is de ervaring die uitmaakt wat effectief gerealiseerd is.
  • DESCARTES’ WEG NAAR DE METHODE Deze site zegt ons: Gewaarwordingen overkomen ons. God zou ons die niet geven indien de werkelijkheid niet echt zou bestaan – God is geen bedrieger, en dus stemmen de gewaarwordingen overeen met de realiteit! God geeft ons deze gewaarwordingen en daarom bestaan ze als zodanig. Descartes vindt de wereld door de volmaaktheid van God.
  • De engelse wikipedia stelt:
Argument 1
  1. Something can not come from nothing.
  2. The cause of an idea must have at least as much formal reality as the idea has objective reality.
  3. I have in me an idea of God. This idea has infinite objective reality.
  4. I cannot be the cause of this idea, since I am not an infinite and perfect being. I don't have enough formal reality. Only an infinite and perfect being could cause such an idea.
  5. So God — a being with infinite formal reality — must exist (and be the source of my idea of God).
  6. An absolutely perfect being is a good, benevolent being.
  7. So God is benevolent...
  8. So God would not deceive me, and would not permit me to error without giving me a way to correct my errors.
[...] Proof of the reality of external material things
  1. I have a "strong inclination" to believe in the reality of external material things due to my senses.
  2. God must have created me with this nature.
  3. If independent material things do not exist, God is a deceiver.
  4. But God is not a deceiver.
  5. So material things exist and contain the properties essential to them.
Meglosko (overleg) 12 nov 2011 15:36 (CET)Reageren
Terugkeren naar de pagina "Cartesiaanse twijfel".