Otto Sickinghe

burgemeester/rekenmeester van Groningen in de 13e eeuw

Otto of Ottone Sickinghe (1220-1267) was een Nederlands ridder en burgemeester van de stad Groningen. Hij is blijkens het Oorkondenboek van Groningen en Drenthe de oudst bekende burgemeester van Groningen en daarmee een van de oudst bekende burgemeesters van Nederland.

Leven bewerken

 
Aantekeningen op een akte van verkoop betreffende Otto Sickinghe (1257) en zijn zoon Geert Sickinghe (1317)

Otto Sickinghe is na Koert Sickinghe, genoemd als hoofdman van Winsum in 1015[1], de oudst bekende persoon die de naam Sickinghe droeg. Hij was waarschijnlijk de overgrootvader van Lubbert Sickinghe (ca.1320 - ca.1390); een der quatuor burgimagistri (vier burgemeesters) van Groningen tussen 1354 en 1383 en stamvader van het geslacht Sickinghe.

Sickinghe overleed, aangetekend door zijn zoon, op 'Zondag vóór S.-Andreas 12' en werd begraven in de Broerenkerk te Groningen. Hier hing zijn rouwbord met de tekst: Int jaer onses heren MII ... op sondach voer Ste. Andrees, starff de Eerbare Heer Otte Sickinghe, Ritter, Eene van de veren desser Stadt Groningen.[2]

Otto Sickinghe kwam meermaals voor als Otto 'Miles' (Sickinghe) van Groningen. Miles betekende in die periode; ridder, bisschoppelijke of keizerlijke vazal of dienstman.

Werk bewerken

 
De akte van verkoop uit 1257 waarop Otto Sickinghe voorkomt als een van de vier burgemeesters (justiciarii, rationalis; ook wel rekenmeesters genoemd)

Sickinghe was een van de vier rekenmeesters (rationales) van de stad Groningen in 1246, 1256 en 1257. De titel rekenmeester werd enkele tijd later vervangen voor burgemeester. Uit een bewaard gebleven oorkonde uit 1257 is op te maken dat de eigenaar en heerser van het gebied, de bisschop van Utrecht, voor Groningen rekenmeesters of 'rationales' had aangesteld. Otto Sickinghe komt samen met Bruno (zoon van Enonis), Alardus Swaneke en Bernardo (zoon van Godeweris) voor als rekenmeester en zij zijn daarmee de vier oudst bekende burgemeesters van Groningen.

Otto Sickinghe komt voor op een akte van 28 februari 1257 waarbij rechters en oldermannen te Groningen onroerend goed op de Tie verkopen aan Bernard, zoon van vrouwe Godeweris.[3]

Een charter uit 1257 en een ander uit 1267 maken melding van een Ruitergevecht waarbij drie broers Sickinghe aanwezig zouden zijn geweest. Otto Sickinghe zou één van deze broers zijn.[4]

Stamvader van het geslacht Sickinghe bewerken

Volgens het Nederland's Adelsboek geldt Lubbert Sickinghe (ca.1320 - ca.1390) als stamvader van het adellijke geslacht Sickinghe. Eerdere edities meldde echter Otto Sickinghe als stamvader van het geslacht. Het Nederland's Adelsboek 44 (1951), p. 270 geeft het volgende aan: "In oudere genealogieën worden hem resp. tot vader en grootvader gegeven Geert Sickinghe, burgemeester van Groningen tussen 1304 en '57, die in het Groninger Oorkondenboek wordt vermeld tussen 1309 en '48, en Otto Sickinghe, die als burgemeester van Groningen voorkomt in 1246 en '57. Voldoende bewijzen (van meerdere bronnen) voor deze rechtstreekse lijn van Otto en Geert tot Lubbert, die niet volstrekt onaannemelijk is, ontbreken echter tot dusverre". De stamlijst opgemaakt door Peter Sickinghe (1455-1532) is een eerste gegeven, een tweede is nodig.

De mogelijke stamboom richting Lubbert bewerken

Het blijft dus onduidelijk hoe Otto Sickinghe verwant is aan de erkende stamvader van het geslacht Sickinghe. In 2022 volgde de suggestie dat mogelijk Ludolphus Sickinghe (1245), burgemeester van Groningen in 1284, 1291 en 1292 de zoon zou zijn van Otto Sickinghe en daarmee het gat tussen Otto en joncker Gerardus/Geert (geb. circa 1279) zou kunnen dichten. Daarnaast zou niet Geert de vader van Lubbert zijn maar een Feyo uit 1275. Dit zou ook verklaren waarom de naam Geert bij het nageslacht van de tak van Lubbert niet meer is voorgekomen en de naam Feyo wel (zie Lubberts kleinzoon Feije Sickinghe, heer van de borg te Winsum en overleden in 1472).

De lijn zou er dan als volgt uit zien:

  • Otto Sickinghe (1220-1267), burgemeester van Groningen in 1246, 1256 en 1257
    • Lubertus Sickinghe (circa 1240), burgemeester van Groningen in 1264
    • Ludolphus Sickinghe (1245), burgemeester van Groningen in 1284, 1291 en 1292
      • Gerardus (Geert) Sickinghe (geb. circa 1270), van 1304 tot 1357 herhaaldelijk burgemeester van Groningen en een van de tegenspelers van Gwijde van Avesnes (1253-1317)
      • Feyo Sickinghe (1275)
        • (Feyeszoon Sickinghe, mogelijk dezelfde als de Feyo uit 1275)
          • Lubbert Sickinghe (circa 1320 - circa 1390), burgemeester van Groningen tussen 1354 en 1383 en door het Nederland's Adelsboek erkend stamvader van het geslacht Sickinghe.

Externe links bewerken

Burgemeester van Groningen
1246, 1256 en 1257
Opvolger:
Geldmarus Remian