Otto Sickinghe
Otto (ook: Otte of Ottone) Sickinghe (? - ca. 1267) was een Nederlands ridder en burgemeester van de stad Groningen. Hij is blijkens het Oorkondenboek van Groningen en Drenthe een van de vier oudst bekende burgemeesters van de stad en daarmee een van de oudst bekende burgemeesters van Nederland.
Otto Sickinghe | ||||
---|---|---|---|---|
Algemeen | ||||
Geboren | ± 1220 | |||
Geboorteplaats | (Groningen) | |||
Overleden | ±1267 | |||
Overlijdensplaats | Groningen | |||
Functies | ||||
(1246, 1256), 1257 | burgemeester van Groningen | |||
|
Sickinghe is mogelijk stamvader van het oud adellijke geslacht Sickinghe. Hij is via de burgemeesters Ludolfus Sickinghe en Gerard Sickinghe mogelijk voorvader van de huidig erkende stamvader van het geslacht, Lubbert Sickinghe.
Leven
bewerkenOtto Sickinghe is na Koert Sickinghe, genoemd als hoofdman van Winsum in 1015[1], de oudst bekende persoon die de naam Sickinghe droeg.
Hij was zeer waarschijnlijk de vader van Ludolfus Sickinghe (ca. 1245), burgemeester van Groningen aan het einde van de dertiende eeuw. Otto was daarnaast mogelijk de grootvader van Gerard Sickinghe (±1279), tussen 1304 en 1357 herhaaldelijk burgemeester van de stad Groningen en de (bet)overgrootvader van Lubbert Sickinghe; een der quatuor burgimagistri (vier burgemeesters) van Groningen tussen 1354 en 1383 en stamvader van het geslacht Sickinghe.
Sickinghe overleed, aangetekend door zijn zoon, op 'Zondag vóór S.-Andreas 12' en werd begraven in de Broerenkerk te Groningen. Hier hing zijn rouwbord met de tekst: Int jaer onses heren MII ... op sondach voer Ste. Andrees, starff de Eerbare Heer Otte Sickinghe, Ritter, Eene van de veren desser Stadt Groningen.[2]
Otto Sickinghe komt in het Oorkondenboek van Groningen en Drenthe (mogelijk) meermaals voor als Otto 'Miles' (Sickinghe) van Groningen. Miles betekende in die periode; ridder, bisschoppelijke of keizerlijke vazal of dienstman.[3]
Werk
bewerkenSickinghe was een van de vier rekenmeesters (rationales) van de stad Groningen in 1257 en mogelijk ook in 1246 en 1256. De titel rekenmeester werd enkele tijd later vervangen door burgemeester. Uit een bewaard gebleven oorkonde uit 1257 is op te maken dat de eigenaar en heerser van het gebied, de bisschop van Utrecht, voor Groningen rekenmeesters of 'rationales' had aangesteld.
Op die oorkonde komt Otto Sickinghe samen met Bruno (zoon van Enonis), Alardus Swaneke en Bernardo (zoon van Godeweris) als rekenmeester voor op 28 februari 1257, waarbij rechters en oldermannen te Groningen onroerend goed op de Tie verkopen aan Bernard, zoon van vrouwe Godeweris.[4] Zij zijn daarmee een van de oudst bekende burgemeesters van Groningen.
Een charter uit 1257 en een ander uit 1267 maken melding van een Ruitergevecht waarbij drie broers Sickinghe aanwezig zouden zijn geweest. Otto Sickinghe zou één van deze broers zijn.[5]
Stamvader van het geslacht Sickinghe
bewerkenVolgens het Nederland's Adelsboek geldt Lubbert Sickinghe (±1320 - ±1390) als stamvader van het adellijke geslacht Sickinghe. Eerdere edities meldde echter Otto Sickinghe als stamvader van het geslacht. Het Nederland's Adelsboek 44 (1951), p. 270 geeft het volgende aan: "In oudere genealogieën worden hem resp. tot vader en grootvader gegeven Gerard Sickinghe, burgemeester van Groningen tussen 1304 en '57, die in het Groninger Oorkondenboek wordt vermeld tussen 1309 en '48, en Otto Sickinghe, die als burgemeester van Groningen voorkomt in 1246 en '57. Voldoende bewijzen (van meerdere bronnen) voor deze rechtstreekse lijn van Otto en Geert tot Lubbert, die niet volstrekt onaannemelijk is, ontbreken echter tot dusverre". De stamlijst opgemaakt door Peter Sickinghe (1455-1532) is een eerste gegeven, een tweede is nodig.
De mogelijke stamboom richting Lubbert
bewerkenHet blijft dus onduidelijk hoe Otto Sickinghe verwant is aan de erkende stamvader van het geslacht Sickinghe. In 2022 volgde de suggestie dat mogelijk Ludolfus Sickinghe (±1245), burgemeester van Groningen in 1284, 1291 en 1292 de zoon zou zijn van Otto Sickinghe en daarmee het gat tussen Otto en joncker Gerard Sickinghe (±1279) zou kunnen dichten. Daarnaast zou niet Gerard de vader van Lubbert zijn maar een Feyo uit 1275. Dit zou ook verklaren waarom de naam Gerard bij het nageslacht van de tak van Lubbert niet meer is voorgekomen en de naam Feyo wel (zie Lubberts kleinzoon Feije Sickinghe, heer van de borg te Winsum en overleden in 1472).
De lijn zou er dan als volgt uit zien:
- Otto Sickinghe (±1220-±1267), burgemeester van Groningen in 1246, 1256 en 1257
- Lubertus Sickinghe (±1240), burgemeester van Groningen in 1264
- Ludolfus Sickinghe (±1245), burgemeester van Groningen in 1284, 1291 en 1292
- Gerard Sickinghe (±1279), van 1304 tot 1357 herhaaldelijk burgemeester van Groningen en een van de tegenspelers van de prefect van Groningen, Ludolf van Gronebeke.
- Feyo Sickinghe (±1275)
- (Feyeszoon Sickinghe, mogelijk dezelfde als de Feyo uit 1275)
- Lubbert Sickinghe (±1320 - ±1390), burgemeester van Groningen tussen 1354 en 1383 en door het Nederland's Adelsboek erkend stamvader van het geslacht Sickinghe.
- (Feyeszoon Sickinghe, mogelijk dezelfde als de Feyo uit 1275)
Externe links
bewerken- Literatuur
- [F.O.J. Sickinghe], Liefde en leed gedurende zeven eeuwen in Groningen en de Ommelanden en daarbuiten! Het Groninger geslacht Sickinghe, 1284-1984 en later! Naarden 1999, p. 101.
- D.W. Sickinghe, Zeven Eeuwen. Der Sickinghe Musiefwerk, 's-Gravenhage 1958, Deel 1-B, p. 173-175.
- Nederland's Adelsboek 93 (2008)
- Noten
- ↑ Dr. R. Westerhoff, Twee hoofdstukken, Geschiedenis van ons Dijkwezen, Groningen 1864, p. 368.
- ↑ Redmer Alma, Kloosters, GRONINGEN. Minderbroedersklooster of Broerkerk (C), Gedenktekenen (1), Rouwborden (A), nr. 534 (INT JAER ONSES HEREN MII ... OP SONDACH VOER STE. ANDREES, STARFF DE EERBARE HEER OTTE SICKINGHE, RITTER, EENE VAN DE VEREN DESSER STADT GRONINGEN). (Geraadpleegd op 15 februari 2024).
- ↑ Onduidelijk is nog of de in het Oorkondenboek genoemde Otto Miles inderdaad Otto Sickinghe betreft. Mogelijk behoorde Otto Miles tot het geslacht van de prefecten van Groningen. Tegelijkertijd is er anno 2024 nog geen geslacht opgestaan dat Otto Miles als lid heeft gereclameerd.
- ↑ Prof. Dr. P. J. Blok, Mr. J. A. Feith, Mr. S. Gratama, Prof. DR. J. Reitsma en Mr. C. P. L. Rutgers, Oorkondenboek van Groningen en Drente, Eerste Deel, Groningen 1896, p. 79.
- ↑ Jr. mr. M. de Haan Hettema, mr. A. van Halmael, jr., Stamboek van den Frieschen, Vroegeren en lateren Adel, Leeuwarden 1846, Eerste Deel, Bijlage A, Sickinghe, p. 172.
Burgemeester van Groningen 1246, 1256 en 1257 |
Opvolger: Geldmarus Remian |