Otto Djaya

kunstschilder

Otto Djaya (Rangkas Betung, 1916 - Depok, 2002) was een Indonesisch kunstenaar. In 1947 had hij, samen met zijn broer Agus Djaya, als eerste niet-westerse kunstenaar een solotentoonstelling in het Stedelijk Museum van Amsterdam.

Otto Djaya werd in 1916 geboren in Rangkas Betung.[1] Hij leerde de tekenkunst bij de kunstenaarsgroep Persagi, die was opgericht door zijn broer Agus Djaya.[2] Tijdens de Japanse bezetting van Indonesië maakte Otto Djaya tekeningen voor het Japanse leger.[1] Samen met zijn broer Agus reisde Otto Djaya van 1947 tot 1950 door Europa. Hij studeerde aan de de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam.[3] In 1947 exposeerde hij met zijn broer als eerste niet-westerse kunstenaar in een solo tentoonstelling in het Stedelijk museum van Amsterdam.[4] Later exposeerden hij en zijn broer onder meer in het Koninklijke Vereniging Indisch Instituut (Wereldmuseum Amsterdam) en het Haagse Gemeentemuseum (Kunstmuseum Den Haag) en in Parijs en Monaco.[1] De Galeri Nasional Indonesia in Jakarta gaf Otto Djaya in 2016 een groot retrospectief.[5] Otto Djaya stierf in 2002 in Depok.[6]

Werk van Otto Djaya is nog steeds te zien in onder meer het Rijksmuseum[7] en het Stedelijk Museum van Amsterdam.

Het werk van Otto Djaya verbond Javaanse tradities en westerse moderne kunst, met name het werk van de Europese expressionisten en Franse modernisten.[2] Otto Djaya schilderde mythologische scènes in een lineaire stijl die beïnvloed werd door het wajang-poppenspel.[8] Hij beeldde, in tegenstelling tot zijn broer, ook talloze revolutionaire strijders af in zijn werk.[2]