Orde van het Vrijheidskruis (Estland)

Estland

De Orde van het Vrijheidskruis (Estisch: Vabadusrist) is een orde van verdienste van de Republiek Estland. De orde werd op 24 februari 1919 door premier Konstantin Päts ingesteld. De orde kreeg een bijzondere structuur, er werden drie divisies ingesteld. Men verleende de orde voor verdienste in de vrijheidsstrijd[1].

Kruis voor dapperheid
Kruis voor dapperheid

De Estische orde heeft qua vorm en organisatie overeenkomsten met een belangrijke Finse onderscheiding, de Orde van het Vrijheidskruis geheten. De gelijkenis is gezien de geografische, taalkundige en historische verwantschap ook verklaarbaar, de beide gebieden maakten zich na de val van de Tsaar los van Rusland.

De graden en de draagwijze

bewerken
  • Voor militaire verdienste in wit. In drie graden.
    • VRI/1, een wit geëmailleerd gouden kruis met zwart medaillon aan een blauw lint met zwart-witte bies om de hals gedragen.
    • VRI/2, een wit geëmailleerd zilveren kruis met zwart medaillon aan een blauw lint met zwart-witte bies om de hals gedragen.
    • VRI/3, een wit geëmailleerd zilveren kruis met zwart medaillon aan een blauw lint met zwart-witte bies op de linkerborst gedragen.
  • Voor dapperheid in het gevecht in zwart. In drie graden waarvan er twee ook werden uitgereikt.
    • VRII/1, een zwart geëmailleerd gouden kruis met rood medaillon aan een blauw lint met zwart-witte bies om de hals gedragen. Deze graad werd nooit toegekend.
    • VRII/2, een zwart geëmailleerd zilveren kruis met rood medaillon aan een blauw lint met zwart-witte bies om de hals gedragen.
    • VRII/3, een zwart geëmailleerd zilveren kruis met rood medaillon aan een blauw lint met zwart-witte bies op de linkerborst gedragen.
  • Voor civiele verdienste in blauw. In drie graden.
    • VRIII/1, een zwart geëmailleerd gouden kruis met wit medaillon aan een wit lint met zwart-blauwe bies om de hals gedragen
    • VRIII/2, een zwart geëmailleerd zilveren kruis met wit medaillon aan een wit lint met zwart-blauwe bies om de hals gedragen
    • VRIII/3, een zwart geëmailleerd zilveren kruis met wit medaillon aan een wit lint met zwart-blauwe bies op de linkerborst gedragen

Omdat de nazi-regering en Sovjet-Rusland in 1940 overeenkwamen dat Rusland Estland mocht annexeren, wat Rusland deed, werd de orde die sinds 19 juni 1925 niet meer was toegekend en in de eerste twee jaar durende periode van haar bestaan slechts spaarzaam werd toegekend, afgeschaft. Pas in 1990 werd zij hersteld, want er was toen nog ten minste één drager, Karl Jaanus VR II/3 in leven. Hij stierf op 6 oktober 2000 als laatste lid van deze orde.

 
Kruis

De orde is daarmee "slapend" geworden maar zij hield niet op te bestaan. De nieuwe Estische republiek rekent de orde tot haar decoraties en de wet voorziet in verlening in geval van oorlog[2].

Een aantal dragers

bewerken
 
Civiel kruis

Versierselen

bewerken

Het versiersel is een witgeëmailleerde kruis met vier armen. In het midden is een gouden wapenschild beladen met drie gaande leeuwen azuur (blauw) geplaatst. Daaromheen is een, eveneens gouden, lauwerkrans bevestigd. De medaille is gelijk aan het versiersel van de Vijfde Klasse maar zij is in een zilveren cirkel geplaatst.

Het lint werd in een driehoeksvorm opgemaakt. Daarin volgde het eigenzinnige Estland nòch de traditie van Rusland met haar pentagonale linten noch het voorbeeld van Finland waar men voor eenvoudige linten koos.

bewerken