Michiel Baelde

politicus

Michiel Nicolaasz. Baelde (Ieper, ca. 1549-1555 - Delft, 30 december 1630) was een Iepers notabele die in zijn stad een calvinistisch bestuurder werd, alvorens de stad te ontvluchten en zich in Delft te vestigen.

Levensloop bewerken

De familie Baelde stamde uit Nieuwkerke bij Ieper. In de vijftiende eeuw was Jacobus Baelde (1448-1477) er koster in de parochiekerk. De familie kreeg vooral bekendheid door de activiteiten in de textielindustrie van verschillende van haar leden, eerst in Nieuwkerke maar weldra in Ieper. De zoon van Jacobus, Walrave Baelde, werd wolwever in Ieper. Die zijn zoon, Jacobus Baelde, trouwde met Maria Thibault en was de grootvader van Michiel.

Michiel Baelde werd in Ieper geboren als zoon van Nicolaas Baelde en Maria Rabau. Hij trouwde in 1575 met Isabella Bollengiers (1557-1634) en ze hadden tien kinderen, van wie er vijf in Ieper geboren werden. Vijf zoons lagen aan de oorsprong van de Baeldefamilies in de Verenigde Provincies.

In 1578 koos Michiel partij voor François de la Kethulle de Ryhove en de Gentse calvinisten toen deze het bestuur over Ieper in handen namen. Hij werd raadslid (april 1578), schepen (juni 1578), hoofdman van de kleine ambachten (juni 1580), hoofdman van de burgerij (juni 1582), lid van de raad van notabelen (juni 1583).

In april 1584 gaf de stad zich over aan de troepen van Alexander Farnese. Om plundering te voorkomen aanvaardde de stad een belasting van 20.000 gulden. Als zekerheid voor de betaling ervan werden de raadsheren Michiel Baelde, Daniel Langespee, Herman van Otten en Pieter De Wilde als gijzelaars gearresteerd. Daar het stadsbestuur in gebreke bleef en om vrij te komen betaalden ze de som dan maar zelf. Hun erfgenamen werden nooit door de stad vergoed.

Na ongeveer 9 maanden gevangenschap in kasteel Doornik, vluchtte Michiel Baelde met zijn gezin naar Norwich in Engeland en na korte tijd naar Delft, waar hij zich vestigde en opnieuw zijn professionele activiteit van lakenhandelaar opnam.

Hij werd op 2 januari 1631 in de Nieuwe Kerk in Delft begraven, onder een zerk waarop zijn wapens en kwartieren voorkwamen.[1]

Een achterkleinzoon van hem was de protestantse missionaris-predikant Filips Baelde of Philippus Baldeus (1632-1672). Andere nazaten van hem, onder wie Pieter Baelde (1599-1649) en diens zoon Michiel Baelde (1632-1695) vestigden zich in Leiden en Rotterdam. In de 18e eeuw was Michiel Baelde (1694-1770) een invloedrijk koopman en makelaar, die zich indirect verbond aan slavernij-gerelateerde handel.[2]

Bronnen bewerken

Literatuur bewerken

  • A.A. VORSTERMAN VAN OIJEN, Stam- en Wapenboek van aanzienlijke Nederlandsche Familiën, Deel I, Groningen, 1885.
  • F.E. MULERT, Michiel Baelde, in: Nationaal Nederlands biografisch Woordenboek, Deel 2, Leiden 1912.
  • E. DE SAGHER, Origine de la familie scabinale yproise Baelde et généalogie inédite d'une branche existante de cette familie 1375-1905 établie sur titres, Antwerpen 1906.
  • Antoon VIAENE, Philippus Baldaeus uit de oude Ieperse schepenfamilie Baelde, predikant in Voor-Indië en Ceilon, Zijn lofspraak. op S. Franciscus Xaverius, in: Biekorf, 1952.
  • [Antoon VIAENE], Nog over Philips Baelde, predikant op Ceylon, in: Biekorf, 1953.
  • Jim VAN DER MEULEN, Woven into the urban fabric. Rural cloth manufacture and economic development in the Flemish West-Quarter (1300-1600), doctoraatsverhandeling geschiedenis (onuitgegeven), Universiteit Antwerpen, 2017.
  • Jim VAN DER MEULEN, Corporate collective action and the market cycle of the cloth industry in Nieuwkerke, Flanders, 1300-1600, in: Social History, 2018.

Voetnota bewerken