Een maquahuitl, macuahuitl, strijdknots of obsidiaanzwaard is een met aangescherpte stukken obsidiaan ingelegd stuk hout, dat door de Azteken en andere Meso-Amerikaanse volkeren als wapen werd gebruikt.

Maquahuitl
Azteekse krijgers met maquahuitls in de Florentijnse Codex.
Type Strijdknots
Land van oorsprong Meso-Amerika
Dienstgeschiedenis
In dienst rond 900–1570
Gebruikt door Azteken
Maya's
Purépecha
Mixteken
Oorlogen Azteekse expansie
Spaanse verovering van het Azteekse Rijk
Mesoamerikaanse oorlogen
Specificaties
Lengte 90-120 cm

Het was een van de belangrijkste wapens in het Azteekse leger. Obsidiaan werd hoog gewaardeerd vanwege zijn scherpe randen[1] en Bernal Díaz del Castillo beschreef dat de maquahuitl scherp en krachtig genoeg was om in één slag de kop van een paard af te slaan. Er bestonden zowel maquahuitls voor één hand als voor twee handen, en soms waren zij gekromd in de vorm van een sabel.

Als nadeel van het wapen gold het gewicht en de logheid ervan. Ook hadden de krijgers veel ruimte nodig om het te hanteren, zodat ze niet in gesloten formaties konden opereren. Waarschijnlijk werd de tegenstander eerst bewusteloos geslagen door met de platte kant het hoofd in te slaan, waarna met het scherpe obsidiaan de tegenstander werd verwond of gedood.

15e-eeuwse tekening van een maquahuitl

De Azteken hebben het gebruik van de maquahuitl waarschijnlijk overgenomen van de Mixteken. Elders in het precolumbiaanse Amerika was de macana in gebruik, een vergelijkbaar wapen dat echter niet was ingelegd met obsidiaan, en dus minder dodelijk was.

Referenties bewerken

  1. (en) Pobiner, Briana; Potts, Rick, These are the Decade’s Biggest Discoveries in Human Evolution. www.smithsonianmag.com. Smithsonian Institution (28 april 2020). Gearchiveerd op 29 april 2020. Geraadpleegd op 29 april 2020.