Maglor

Maglor is een personage uit J.R.R. Tolkiens legendarium. Hij was de tweede zoon van Fëanor en Nerdanel en wordt beschouwd als de grootste zanger en bard onder de Noldor. Hij erfde het zachtaardige karakter van zijn moeder.

Maglor
Tolkien-personage
Andere namen	Makalaurë, Kanafinwë
Titel	prins van de Noldor
Geslacht	Man
Afkomst	Elf, Noldo
Geboortejaar	Jaren van de Bomen
Overlijdensjaar	?
Familie
Vader	Fëanor
Moeder	Nerdanel
Echtgenote	Ongenaamde echtgenoot
Nageslacht	Elrond en Elros (pleeg kinderen)

Een andere naam voor hem is Makalaurë. Dit betekent goudsplijter en verwijst waarschijnlijk naar zijn krachtige en mooie stem. De naam die zijn vader aan hem gaf is Kanafinwë.

Hij was met zijn zes andere broers gebonden aan de eed van Fëanor. Dit was een verschrikkelijke eed waardoor hij de Silmarillen moest terugroven van wie hen dan ook bezat en iedereen moest doden die deze van hen onthield. Hierdoor werden zij en hun hele volk verdoemd.

Nadat hij in Beleriand aangekomen was, trok hij met zijn broers naar het oosten. Hier was hij verantwoordelijk voor het verdedigen van de kloof van Maglor. Toen Fingolfin een feest hield, 'het feest van hereniging', was hij daar aanwezig met een groot aantal krijgers uit Oost-Beleriand.

Tijdens de Dagor Bragollach werd de kloof van Maglor aangevallen door een groot leger uit Angband, onder leiding van Glaurung de draak. De kloof van Maedhros werd overrompeld en hij moest zich terugtrekken nadat zijn ruiters verslagen waren. Nadat hij en zijn andere broers verslagen waren trokken zij zich terug.

Hij nam ook deel aan de broedermoorden op de elfen van Doriath en in de havens van de Sirion. Hij overleefde deze aanvallen en hij en zijn broer Maedhros waren nu nog de enige overlevenden van het huis van Fëanor. In de havens bij de Sirion woonden ook Elros en Elrond. Hun vader, Eärendil, was op een queeste naar Aman en hun moeder Elwing had zich in zee gestort. Maglor redde de twee kinderen en werd hun pleegvader.

Tijdens de Oorlog van Gramschap viel een leger uit Aman Angband aan en de twee laatste silmarillen werden van Morgoth afgenomen. Maedhros en Maglor stalen er beide een. Door hun slechte daden uit het verleden konden ze de Silmarillen echter niet vasthouden en hun handen verbrandden. Maedhros wierp zich met een Silmaril in een afgrond en Maglor gooide zijn Silmaril in de zee, waarna hij als laatste zoon van Fëanor voor altijd langs de kusten zwerft onder het zingen van klaagzangen op de Noldor. Hij werd door niemand meer gezien.

Het Huis van Fëanor

De Hoge Koningen van de Noldor zijn aangegeven met ① tot en met ⑥.

Míriel

Finwë ①

Indis

Olwë

Elu Thingol

Mahtan

Findis

Fingolfin ③

Anairë

Irimë

Finarfin

Eärwen

Fingon ④

Turgon ⑤

Elenwë

Aredhel

Eöl

Argon

Beren

Lúthien

Fëanor ②

Nerdanel

Idril

Tuor

Dior Eluchíl

Nimloth

Finrod

Amarië

Angrod

Eldalôtë

Maeglin

Aegnor

Galadriel

Celeborn

Maedhros

Maglor

Celegorm

Caranthir

Curufin

Amrod

Amras

Orodreth

Celebrimbor

Eärendil

Elwing

Gil-galad ⑥

Finduilas

Elros

Elrond

Celebrían

huis van Fëanor

Aragorn II

Arwen

Elladan en Elrohir

huis van Finarfin

Eldarion

dochters

huis van Fingolfin

Koningen van Herenigde Koninkrijk