Madonna van Perugia

schilderij van Duccio di Buoninsegna

Madonna van Perugia is het fragment van een altaarstuk dat rond 1300 is ontstaan in het atelier van de Siënese kunstschilder Duccio di Buoninsegna.

Madonna van Perugia
Maria en Kind met zes engelen
Madonna van Perugia
Kunstenaar Duccio di Buoninsegna
Jaar ca. 1300-1305
Ontstaan in Siena
Stijl mengeling van Byzantijns en gotiek
Genre altaarstuk
Techniek tempera en goud op paneel
Afmetingen 98,5 × 63,5 cm
Verblijfplaats Perugia, Galleria nazionale dell'Umbria
Werken van Duccio
Vorige Stoclet-Madonna
Volgende Triptiek van Boston
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

De Madonna van Perugia is waarschijnlijk het resterende middenpaneel van een retabel dat op een altaar in de dominicaanse kloosterkerk San Domenico in Perugia heeft gestaan en in 1863 werd overgedragen aan het museum. Het altaarstuk moet geleken hebben op een eenvoudiger versie van Duccio's Retabel nr. 28, zonder de architecturale elementen die dit retabel oorspronkelijk bezat.[1]

De uitvoering heeft veel overeenkomsten met de veel kleinere Stoclet-Madonna. Allebei lijken in de weergave van de transparante stoffen en het clair-obscur van de gezichten beïnvloed door het vroege werk van Giotto. De zes teder toekijkende engelen leunen op dezelfde manier op de geprofileerde lijst van de boog boven de Madonna als de engelen bij de Kroning van Maria op het roosvenster dat Duccio in 1287 voor de kathedraal van Siena ontwierp.

Bronnen bewerken

  • Luciano Bellosi (1994): Duccio di Buoninsegna. In Enciclopedia-dell'-Arte-Medievale, te lezen op treccani.it
  • Enzo Carli (1989): Duccio in Siena, Alphen aan den Rijn: Atrium. Vertaling uit het Italiaans.
  • Keith Christiansen (2008): Duccio and the Origins of Western Painting, New Haven: Yale University Press. Eerder verschenen in The Metropolitan Museum of Art Bulletin 66, nr. 1 (zomer 2008). Te lezen op www.metmuseum.org
  • John White (1979): Duccio. Tuscan Art and the Medieval Workshop, Londen: Thames and Hudson.

Noten bewerken

  1. White (1979), p. 63