Lodewijk de Blinde

politicus

Lodewijk van Provence, bijgenaamd Lodewijk de Blinde (ca. 881/882[1]Arles, 5 juni 928), was koning van Provence (Neder-Bourgondië) van 887 tot 928 en koning van Italië van 900 tot 902. Hij was ook keizer van het Roomse Rijk (toen nog niet "Heilig" genoemd) van 901 tot 905.

Lodewijk III
881 of 882928
Lodewijk de Blinde
Keizer van het Roomse Rijk
Periode 901905
Voorganger Arnulf van Karinthië
Opvolger Berengarius I van Friuli
Koning van Provence (Bourgondië)
Periode 887928
Voorganger Boso
Opvolger Hugo van Arles
Koning van Italië
Periode 901902
Voorganger Berengarius I van Friuli
Opvolger Berengarius I van Friuli
Vader Bosso van Provence
Moeder Ermengarde der Franken

Na de dood van zijn vader Boso van Provence in 887, huldigde hij samen met zijn moeder Ermengard koning Karel III de Dikke, die in ruil Lodewijk als koning van Provence erkende en hem zelfs zou hebben geadopteerd.[2] In 889 werd dit bevestigd door koning Arnulf van Karinthië en de lokale adel koos hem in 890 tot koning.[3]

Lodewijk huldigde Arnulf in 894 en voerde in 895 een oorlog tegen de Saracenen in Fraxinet. In 900 boden Italiaanse edelen hem de koningskroon aan. Lodewijk ging op deze uitnodiging in en versloeg de regerende koning Berengar. In datzelfde jaar werd Lodewijk in Pavia tot koning van Italië gekroond. Het volgende jaar werd hij ook door de paus in Rome tot keizer gekroond. In 902 werd Lodewijk echter verslagen door Berengar. Hij zwoer een eed aan Berengar dat hij naar huis terug zou keren en nooit meer zou proberen om koning van Italië te worden.

In 905 deed Lodewijk echter nog een poging om koning van Italië te worden maar Berengar versloeg hem bij Verona. Als straf voor het verbreken van zijn eed, liet hij Lodewijk zijn ogen uitsteken en dwong hem het keizerschap af te staan.[4] Lodewijk was tot zijn dood koning van Provence maar de werkelijke macht lag bij zijn zwager Hugo van Arles. Hugo trouwde met Lodewijks zuster en zou hem na zijn dood als koning opvolgen, en later ook koning van Italië worden.

Toen Lodewijk in 900 uitzicht had op het koningschap van Italië, werd ook een verloving aangegaan met Anna, een natuurlijke dochter van Leo VI van Byzantium. Er is echter geen enkele aanwijzing dat ook een huwelijk is voltrokken, en omdat Lodewijk al snel zijn positie in Italië verloor, had Leo er natuurlijk ook geen belang meer bij. In tegenstelling tot oudere bronnen gaan moderne bronnen er daarom van uit dat dit huwelijk niet is voltrokken.

Lodewijk was wel zeker getrouwd met Adelheid, een nicht van Rudolf I van Bourgondië en werd de vader van:

Voorouders bewerken

Voorouders van Lodewijk de Blinde
Overgrootouders Richard van Amiens (?)

? (-)
Boso van Arles (780-855)

? (-)
Lotharius I (795-855)

Irmgard (805-851)
Adelchis I van Parma (800-861)

? (-)
Grootouders Bivinus van Metz (810-869)

Richildis van Arles (805-851)
Lodewijk II van Italië (795-855)

Engelberga van Parma (835-901)
Ouders Boso (844-887)

Ermengarde der Franken (855-896)
Lodewijk de Blinde (881-928)

Referentie bewerken

Noten bewerken

  1. Annales Bertiniani III 882 (= G.H. Pertz (ed.), Monumenta Germaniae Historica, Scriptores rerum Germanicarum in usum scholarum separatim editi, V, Hannover, 1883, p. 153; Dum autem in eodem procinctu degeret, mense Septembrio nunciatum est illi certo nuntio, quia, capta Vienna, uxorem Bosonis et filiam eius Richardus, frater ipsius Bosonis, ad comitatum suum Augustudunensem adductam habebat.). In dit werk wordt Lodewijk niet vermeld als een van de gevangenen na de belegering van Vienne door Richard I van Bourgondië (in opdracht van Karloman II van Frankrijk) en de uiteindelijke val ervan, wat doet vermoeden dat Lodewijk na deze gebeurtenis moet zijn geboren. Zie: C. Cawley, Provence, fmg.ac (2006-2014). Vgl. Annales Fuldensium Pars Quinta, auctore Quodam Bawaro 887 (= G.H. Pertz (ed.), Monumenta Germaniae Historica, Scriptores, I, Hannover, 1826, p. 404). Hierin wordt de dood van Bosso in 887 vermeld, samen met de mededeling dat hij een nog zeer jonge zoon (parvulus ... filius) achterliet.
  2. Herman van Reichenau, Chronicon 887 (= G.H. Pertz (ed.), Monumenta Germaniae Historica, Scriptores V, Hannover, 1844, p. 109; Mortuo Bosone, filius eius ex filia Ludowici Italiae imperatoris, puer Ludowicus, ad Karolum imperatorem veniens, benigne ab eo susceptus et in filium adoptatus est.), Annales Fuldensium Pars Quinta, auctore Quodam Bawaro 887 (= G.H. Pertz (ed.), Monumenta Germaniae Historica, Scriptores, I, Hannover, 1826, p. 404; Mortuo itaque Buosone, parvulus erat ei filius de filia Hludowici, Italici regis, obvium quem imperator circa Renum ad villam Chirichheim venientem honorifice ad hominem sibi, quasi adoptivum filium etiam, iniunxit.). Zie in verband met de adoptie ook: C. Settipani – P. Kerrebrouck, La préhistoire des Capétiens 481-987, 1ère partie, Mérovingiens, Carolingiens et Robertiens, Villeneuve d'Ascq, 1993, p. 377.
  3. C. Settipani – P. Kerrebrouck, La préhistoire des Capétiens 481-987, 1ère partie, Mérovingiens, Carolingiens et Robertiens, Villeneuve d'Ascq, 1993, p. 377.
  4. Regino van Prüm, Chronicon 905 (= G.H. Pertz (ed.), Monumenta Germaniae Historica, Scriptores, I, Hannover, 1826, p. 610; Hludowicus, filius Bosonis, quem supra meminimus imperatoris nomen esses sortitum, Berengarium de Italia expulit, atque omne illud regnum suae ditioni subegit.).