Kiesdrempel
Bij verkiezingen volgens een systeem met kieslijsten kan een kiesdrempel ingesteld worden. Dit betekent dat lijsten (meestal politieke partijen) die minder dan een bepaald percentage van de stemmen (de kiesdrempel) halen, geen enkele zetel in het verkozen orgaan krijgen. Op deze wijze hoopt men in het algemeen een al te sterke versplintering, waarbij vele kleine partijen optreden, te voorkomen. Nadeel is echter dat er een democratisch tekort ontstaat.
In België geldt sinds de parlementsverkiezingen van 2003 een kiesdrempel van 5%. Deze kiesdrempel wordt bepaald per kieskring. Voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers zijn er in België 11 kieskringen: één voor elke provincie en één voor Brussel-Hoofdstad.
In Letland en Polen geldt eveneens een kiesdrempel van 5%. Een nog hogere kiesdrempel van 10% geldt in Turkije. In Oostenrijk, Slovenië en Zweden geldt een kiesdrempel van 4%, in Israël van 3,25 % en in Griekenland van 3%. In Duitsland geldt voor de Bondsdag en de deelstaatparlementen nog steeds de kiesdrempel van 5%, maar op 26 februari 2014 verklaarde het grondwettelijk hof de kiesdrempel voor de Europese parlementsverkiezingen onrechtmatig waardoor Duitse kleinere partijen zetels wonnen in het Europese parlement tijdens de verkiezingen van mei 2014.
Nederland kent formeel geen kiesdrempel, al is er wel een regel dat een partij die geen reguliere zetel heeft gehaald ook geen kans op een restzetel maakt, wat dus (voor de Tweede Kamerverkiezingen) equivalent is aan een kiesdrempel van 2/3 procent van de stemmen.
Overzicht BelgiëBewerken
- Gemeenteraadsverkiezingen: methode-Imperiali
- Alle andere verkiezingen: methode-D'Hondt
De de-facto bovengrens is het percentage dat een politieke partij moet halen om 100% zeker te zijn van minstens 1 zetel. De de-facto-ondergrens is het percentage dat een politieke partij een zetel kan opleveren afhankelijk van de score van de andere partijen. (Concreet: als er 2 kleine partijen zijn met een score van 4,8% en 5,8% in Limburg, dan zal de partij met 4,8% uit de strijd vallen voor de zetels en zo de de-facto-kiesdrempel verlagen voor de partij met 5,8%.)
Vlaams Parlement | ||||
---|---|---|---|---|
kiesdistrict | zetels | wettelijke kiesdrempel (%) |
de facto ondergrens (%) |
de facto bovengrens (%) |
Antwerpen | 33 | 5 | 5 | 5 (3) |
Brussel-Hoofdstad | 6 | 5 | 5 - 16,67 | 16,67 |
Limburg | 16 | 5 | 5 - 6,25 | 6,25 |
Oost-Vlaanderen | 27 | 5 | 5 | 5 (3,7) |
Vlaams-Brabant | 20 | 5 | 5 | 5 |
West-Vlaanderen | 22 | 5 | 5 | 5 (4,55) |
Kamer van Volksvertegenwoordigers | ||||
Antwerpen | 24 | 5 | 5 | 5 (4,17) |
Brussel-Hoofdstad | 15 | 5 | 5 - 6,67 | 6,67 |
Limburg | 12 | 5 | 5 - 8,33 | 8,33 |
Oost-Vlaanderen | 20 | 5 | 5 | 5 |
Vlaams-Brabant | 15 | 5 | 5 - 6,67 | 6,67 |
West-Vlaanderen | 16 | 5 | 5 - 6,25 | 6,25 |
Europees Parlement | ||||
Nederlands kiescollege | 12 | 5 | 5 - 8,33 | 8,33 |
Frans kiescollege | 8 | 5 | 5 - 12,5 | 12,5 |
Duitstalig kiescollege | 1 | - | - | - |
kiesdistrict | zetels | wettelijke kiesdrempel | de facto kiesdrempel ondergrens | de facto kiesdrempel bovengrens |