Kempisch hoen

kippenras

Het Kempisch hoen is een kippenras uit de Kempen in Nederland en België, dat verwant is met het brakelhoen en in de Engelstalige landen in veranderde vorm als Campine zeer verbreid is geweest. Het is een typisch pelhoen.

De Engelse variant in goud en zilver

Geschiedenis bewerken

Gepelde hoenders kwamen voor het ontstaan van gestandaardiseerde rassen in heel Vlaanderen, Brabant en langs de Noordzeekust tot in Oost-Friesland voor. In 1884 werd besloten de gepelde hoenders in Vlaanderen en het Nederlands-Vlaamse grensgebied in een grote variant (het brakelhoen) en een kleine variant (het Kempisch hoen) op te delen. In 1925 werd dit onderscheid weer opgeheven en één enkele standaard geformuleerd. Omdat in 1962 geen Kempische hoenders meer gevonden werden, bleef alleen de brakel bestaan.

Kempische hoenders die naar Engeland geëxporteerd werden, werden uiterst populair, vooral nadat in 1904 de hennevederige variant tentoongesteld werd.[1] Deze variant werd tot algemene standaard in de Engelstalige wereld en verbreidde zich daar op grond van de goede legeigenschappen sterk. De Engelse variant is duidelijk zwaarder dan het oorspronkelijke Kempische hoen.

Kenmerken bewerken

 
Een zilveren Kempische hen

Het gewicht van de hanen ligt volgens de Engelse standaard bij 2,0-2,5 kg, bij de hennen 1,5-1,8 kg. Het ras komt in twee kleurslagen voor: zilver en goud. De loopbenen zijn leiblauw, de ogen donker. Kenmerkend is de tekening op de borst, die bandvormig is. Deze tekening zet zich bij de hennen en de hennevederige variant van de hanen voort tot de staart.[2]

Erkenning bewerken

In Nederland en België werd het ras na 1962 niet meer erkend. Dit is wel het geval in de meeste Engelssprekende landen, Italië en Scandinavië.

In 2017 werd in Vlaanderen de "vzw Kempens Hoen" opgericht om de herintroductie van de Campine in België te ondersteunen.[3]