Katharine Cameron

Brits kunstschilder (1874-1965)

Katharine Cameron (Glasgow, 26 februari 18741965) was een Schots kunstschilder in aquarel, olieverf en gouache, boekillustrator en etser.[1]

Katharine Cameron
Achterste rij: Margaret Macdonald
middenste rij van L-R: Frances MacDonald, Katharine Cameron, Janet Aitken, Agnes Raeburn, Jessie Keppie, John Keppie
onderste rij van L-R: Herbert McNair, Charles Rennie Mackintosh (circa 1894).
Persoonsgegevens
Geboren Glasgow, 26 februari 1874
Overleden 1965
Nationaliteit Vlag van Schotland Schotland
RKD-profiel
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Biografie bewerken

Katherine Cameron werd geboren in Hillhead, Glasgow als dochter van dominee Robert Cameron en ze was de zus van de kunstenaar David Young Cameron. Ze studeerde van 1890 tot 1893 aan de Glasgow School of Art. Daarna studeerde ze aan de Académie Colarossi in Parijs bij Gustave Courtois. In 1928 trouwde ze met Arthur Kay, wiens interesse in Jacobitische en Schotse artefacten een rol speelde bij het opbouwen van de collectie van de Scottish Modern Arts Association.

Ze werd verkozen tot lid van de Glasgow Society of Lady Artists in 1892 en van de Royal Scottish Society of Painters in Watercolor in 1897. Ze exposeerde in de Royal Scottish Academy van 1894 tot 1965. Cameron speelde de rol van koningin Maeve in de Celtic Races-sectie van de Schotse gemaskerde optocht tijdens de Scottish National Exhibition gehouden in Saughton Park, Edinburgh in 1908.

Cameron maakte deel uit van de Glasgow Girls van de Glasgow School en werkte in de Glasgow-stijl, die Art Nouveau, Celtic Revival, de Arts-and-craftsbeweging en Japonisme-esthetiek vermengde. Haar schilderijen, met hun "gedurfde contouren en levendige kleuren", leenden zich voor het boekillustratieformaat en in 1904 sloot ze een contract met de Londense uitgevers T.C. en E.C. Jack om illustraties voor sprookjesboeken te leveren. Haar interesse in geborduurde materialen, stoffen en kostuums komt tot uiting in haar illustraties, evenals de invloed van Whistler in haar gebruik van symboliek.

Ze illustreerde een serie van drie sprookjesboeken voor The Jacks (In Fairyland, The Enchanted Land en Celtic Tales) waarvoor ze positieve kritieken kreeg van haar artistieke tijdgenoten kreeg. Haar vierde titel voor The Jacks, Legends and Stories of Italy for Children[2] uit 1909, maakte deel uit van de serie Told to the Children van de uitgever, waarvoor de Schotse collega-kunstenaars Phoebe Anna Traquair en Olive Allen Biller ook illustraties maakten. Vanaf 1907 illustreerde Cameron ook verschillende cadeauboeken voor de Envelope Book-serie van TN Foulis.[3] Haar laatste boek voor The Jacks werd gepubliceerd in 1916, getiteld Flowers I Love. Deze titel, waarin ongebruikelijke en exotische planten worden getoond, betekende een verschuiving in haar artistieke interesse naar haar 'echte liefde', het schilderen van bloemen. Haar laatste boekontwerp was de omslag voor Treasure Trove in Art uit 1939.

Haar aquarel Hush! Remind not Eros of his wings werd opgenomen in het boek Women Painters of the World uit 1905.[4]

Werken (selectie) bewerken

Zie de categorie Katharine Cameron van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.