Joop Rijnders
Nederlands voetballer (-?)
Johannes Mattheus (Joop) Rijnders (Amsterdam, 1 december 1899 – aldaar, 20 augustus 1937) was een Nederlands voetballer.
Joop Rijnders | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Persoonlijke informatie | ||||||||
Volledige naam | Johannes Mattheus Rijnders | |||||||
Geboortedatum | 1 december 1899 | |||||||
Geboorteplaats | Amsterdam, Nederland | |||||||
Overlijdensdatum | 20 augustus 1937 | |||||||
Overlijdensplaats | Amsterdam, Nederland | |||||||
Lengte | 175,8[1] cm | |||||||
Positie | Middenvelder | |||||||
Senioren | ||||||||
| ||||||||
|
Biografie
bewerkenJoop Rijnders was de zoon van Albertus Johannes Marinus Rijnders en Fronica de Vries. Hij trouwde op 2 september 1926 met Silvia Margaretha Merle.[2]
Hij speelde van 1923 tot 1925 bij AFC Ajax als middenvelder. Van zijn debuut in het kampioenschap op 20 januari 1924 tegen Feyenoord tot zijn laatste wedstrijd op 18 december 1925 tegen EDO speelde Rijnders in totaal 11 wedstrijden in het eerste elftal van Ajax.[3]
Statistieken
bewerkenClub | Seizoen | Competitie | Beker | Totaal | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Wed. | Dlp. | Wed. | Dlp. | Wed. | Dlp. | ||
Ajax | 1923/24[6] | 7 | 0 | - | - | 7 | 0 |
1924/25[7] | 4 | 0 | 3 | 0 | 7 | 0 | |
Total | 11 | 0 | 3 | 0 | 14 | 0 |
Zie ook
bewerkenLiteratuur
bewerken- Evert Vermeer, Marcelle van Hoof (1999). Ajax 100 Jaar Jubileumboek 1900-2000. Luitingh-Sijthoff, Amsterdam. ISBN 90-245-3497-6.
Externe link
bewerkenBronnen, noten en/of referenties
- ↑ Militieregisters: Johannes Mattheus Rijnders.. Stadsarchief Amsterdam. Gearchiveerd op 26 maart 2023. Geraadpleegd op 26 maart 2023.
- ↑ BS Huwelijk met Johannes Mattheus Rijnders. Noord-Hollands Archief. Gearchiveerd op 12 juni 2018. Geraadpleegd op 26 maart 2023.
- ↑ Vermeer, van Hoof p. 361
- ↑ In Memoriam. Johannes Mattheus Rijnders. Ajax Archief. Gearchiveerd op 26 maart 2023. Geraadpleegd op 26 maart 2023.
- ↑ Johannes Mattheus Rijnders. Ajax Archief. Gearchiveerd op 26 maart 2023. Geraadpleegd op 26 maart 2023.
- ↑ Vermeer, van Hoof p. 81
- ↑ Vermeer, van Hoof p. 84