Het jokerteken is, in de wereld van zoekprogramma's op computers, een operator waarmee men zoekoperaties flexibel kan definiëren. Het wordt ook wel wildcard genoemd. De twee bekendste operators zijn de * (asterisk) en het ? (vraagteken).

Voorbeeld met * en ?

bewerken

Een asterisk (*) wordt gebruikt om een willekeurige reeks (0, 1 of meer) tekens voor te stellen. Het vraagteken wordt gebruikt om exact één willekeurig teken voor te stellen.

Ter illustratie een paar eenvoudige voorbeelden:

  • appel* → appel, appelblauwzeegroen, appelboom, appelsap
    maar niet: sterappel of trappelen
  • suiker???? → suikerbiet, suikerriet
    (alle termen beginnend met 'suiker' + 4 willekeurige andere letters'; suikerwafel zal men NIET vinden)
  • d*dag → dinsdag, donderdag, dierendag
  • b?d → bad, bed, bod
    maar niet: bood, bd of bied.

Symbolen

bewerken

De asterisk en het vraagteken worden gebruikt:

  • In de shells van de meeste besturingssystemen, zoals CP/M, DOS, Windows en POSIX (Unix, Linux en MacOS).
  • In reguliere expressies. Hierin hebben ze wel een andere betekenis dan in de shells hierboven. Zo betekent een punt . één willekeurig karakter i.p.v. het vraagteken. De asterisk * betekent 0 of meer keer het vorige teken of de voorgaande groep. De punt en de asterisk samen .* hebben dezelfde betekenis als een asterisk in de shells. Het vraagteken ? betekent 0 of 1 keer het vorige teken of groep, oftewel het voorgaande is optioneel.
  • In Jet-SQL (Microsoft Access).

In SQL gebruikt men het procentteken % voor meerdere (of één of geen) tekens en het onderlijningsteken (underscore) _ voor één teken.