Ik ben lekker stout

werk van Annie M.G. Schmidt

Ik ben lekker stout is een gedicht uit de gelijknamige bundel van de Nederlandse dichteres Annie M. G. Schmidt. De bundel verscheen in 1955 bij de Arbeiderspers en is geïllustreerd door Wim Bijmoer. Het gedicht werd ook op muziek gezet. Het lied werd onder meer naar voren gebracht ter ere van het 125-jarig bestaan van het Amsterdamse concertgebouw.[1]

Het gedicht gaat over een kind dat zich niet meer aan de regels wil houden. Het kind wil niet langer handjes geven en met twee woorden spreken. Ook wil het stampen in het bos, zijn tong uitsteken, met vuile schoenen in de zetel zitten en morsen op zijn nieuwe jas.

De titel van het gedicht en de bundel geeft blijk van protest tegen het naoorlogse gedachtegoed in Nederland. Literatuur en poëzie moesten een moraal herbergen en opvoedkundig zijn. Annie M. G. Schmidt trachtte dat tij te keren door in Ik ben lekker stout een deugniet met een klare kijk op de wereld op te voeren.[2] De ondeugende verzen van Schmidt, die de toenmalige visie op kinderboeken hekelden, werden veelal als een bevrijding ervaren.