Huis Palts-Mosbach
Het huis Palts-Mosbach was een Duitse vorstelijke dynastie uit de 15e eeuw. Het huis Palts-Mosbach was een zijtak van het huis Wittelsbach, een invloedrijke dynastie die sinds de hoge middeleeuwen regeerde over de Palts en Beieren. Het huis bleef slechts twee generaties bestaan: van de stichting van de tak door Otto I in 1410 tot de dood van bisschop Albrecht van Straatsburg in 1506.
Huis Palts-Mosbach | ||
---|---|---|
![]() | ||
Verheffing | 1410 | |
Stamvader | Otto I | |
Laatste heerser | Albrecht | |
Uitgestorven | 1506 | |
Etniciteit | Duits | |
Titels |
|
Geschiedenis Bewerken
Het huis Palts-Mosbach ontstond door de verdeling van de Palts in 1410 na de dood van keurvorst en Rooms-koning Ruprecht III van de Palts. Ruprechts jongste zoon, Otto I, kreeg een aantal gebieden in het oostelijke rand van de Palts, met de voormalige rijksstad Mosbach als belangrijkste plaats. Bij de verdeling van de Palts ontstonden ook drie andere takken: De Oude Keurlinie, die het grootste gedeelte van de Palts kreeg evenals de keurvorstelijke waardigheid, het huis Palts-Simmern en het huis Palts-Neumarkt.
In 1448 stierf het huis Palts-Neumarkt uit, waarna de erfenis aan Otto I en Stefan van Palts-Simmern kwam. Stefan verkocht zijn deel van de erfenis aan Otto I, waardoor het Vorstendom Palts-Neumarkt in de Opper-Palts met Palts-Mosbach verenigd werd. Otto I en zijn echtgenote Johanna van Beieren-Landshut kregen acht kinderen, onder wie vier zoons. Ruprecht en Albrecht werden gekozen tot bisschop van Regensburg en Straatsburg. Otto's oudste zoon, Otto II nam na de dood van zijn vader de regering in Palts-Mosbach en Neumarkt over. Otto II was ongetrouwd en stierf kinderloos in 1499. Volgens een erfverdrag dat hij in 1490 met keurvorst Filips van de Palts had gesloten werden zijn gebieden na zijn dood weer met het keurvorstendom verenigd. In 1506 overleed ook Albrecht van Straatsburg, als laatste vertegenwoordiger van de dynastie.
Stamboom en positie binnen het huis Wittelsbach Bewerken
Stamboom van het huis Palts-Mosbach Bewerken
In de onderstaande stamboom zijn alle leden van het huis Palts-Mosbach opgenomen, met uitzondering van jong gestorven kinderen. Huwelijken zijn aangegeven met het huwelijkssymbool ( ) dat twee ringen voorstelt.
- Otto I (1387–1461), vorst van Palts-Mosbach en Neumarkt
Johanna van Beieren (1413–1444), dochter van hertog Hendrik XVI van Beieren-Landshut- Margaretha (1432–1457) Reinhard III van Hanau-Münzenberg (1412-1452)
- Amalia (1433–1483) Filips de Oudere, graaf van Rieneck
- Otto II (1435–1499), vorst van Palts-Mosbach en Neumarkt
- Ruprecht (1437–1465), prins-bisschop van Regensburg
- Albrecht (1438–1506), prins-bisschop van Straatsburg
- Dorothea (1439–1482), priores van het Klooster van Liebenau
- Johan (1443–1486), domproost van Mainz, Spiers en Augsburg
- Barbara (1444–1486), non in het Klooster van Liebenau
Positie binnen het huis Wittelsbach Bewerken
In de onderstaande stamboom zijn alle legitieme takken van het huis Wittelsbach opgenomen. In 1329 stelde keizer Lodewijk de Beier het Huisverdrag van Pavia op, waarin hij de Palts afstand aan de drie zoons van zijn oudere broer Rudolf I van de Palts. Hierdoor ontstonden twee linies binnen de dynastie: de oudere Paltsische en de jongere Beierse linie. In 1410 werd de Paltsische linie verder verdeeld. Het huis Palts-Mosbach was de jongste van de vier linies die zo ontstonden.
Scheyern 11e eeuw–1180 | Meranië 1153–1182 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Beieren 1180–1255 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opper-Beieren 1255–1329 | Neder-Beieren 1255–1340 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Palts 1329–1410 | Beieren 1329–1349 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Keurlinie 1410–1559 | Palts-Neumarkt 1410–1448 | Palts-Simmern 1410–1459 | Palts-Mosbach 1410–1506 | Opper-Beieren 1349–1363 | Neder-Beieren 1349–1392 | Straubing-Holland 1349–1436 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Palts-Simmern 1459–1685 | Palts-Zweibrücken 1459–1569 | Palts-Veldenz 1543–1694 | Beieren-Ingolstadt 1392–1445 | Beieren-Landshut 1392–1503 | Beieren-München 1392–1777 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Palts-Neuburg 1569–1742 | Palts-Sulzbach 1614–1799 | Palts-Zweibrücken 1569–1605 | Palts-Birkenfeld 1569–1671 | Palts-Bischweiler 1630–(1806) | Palts-Gelnhausen 1654–(1799) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Palts-Zweibrücken 1605–1661 | Palts-Landsberg 1605–1681 | Palts-Kleeburg 1605–1731 | Beierse koningshuis (1806)–heden | Hertogen in Beieren (1799)-1968 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||