Hugo is een jonge, moedige potsenmaker die in een middeleeuws aandoend decor van kasteel naar kasteel en van stad naar stad trekt. Hij wordt vergezeld door de beer Biscoto en Narcisse, een insectachtig vliegend wezentje dat praat met een Italiaans accent. De reeks combineert historische met magische decors en goedmoedige humor met avontuur. Bédu is in zijn tekenstijl een volger van de franco-belgische school.[1]
Nummer
|
Titel
|
1 |
De bruine toverboon
|
2 |
De dwerg van Wolvenburg
|
3 |
De appelboom der goden
|
4 |
Het kasteel van de meeuwen
|
5 |
De blauwe parel
|
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ Henri Filippini, Dictionnaire de la bande dessinée, Bordas, Parijs, 1989, p. 247
|