Hoofdcursus Kampen

De Hoofdcursus Kampen was een opleidingsinstituut voor officieren in de periode van 1852 tot en met 1923. Diverse bekende generaals en officieren hebben de opleiding doorlopen, zoals Jo van Heutsz en voormalig premier Hendrikus Colijn.

Hoofdcursus Kampen
Het gebouw van de voormalige Hoofdcursus Kampen
Locatie Kampen, Nederland
Opgericht 1877
Opgeheven juli 1923
Type Militaire academie
Studenten 84 (1920)
Afbeeldingen
Vaandel van de Hoofdcursus Kampen
Portaal  Portaalicoon   Onderwijs

Geschiedenis bewerken

 
Van Heutszkazerne
 
De voormalige manege die werd gebruikt bij paardrij oefeningen.[1]

Sinds 1815 bevond zich een bataljon van de landmacht in Kampen, aanvankelijk in de latere Van Heutszkazerne. Dit 3de bataljon, 7de afdeling Infanterie vocht in de Belgische Revolutie. Nadat deze eenheid was vertrokken kwamen het Depot Bataljon 18de afdeling infanterie en het Werfdepot Korps Jagers van Cleerens in Kampen.[1] In september 1839 is het Korps naar Harderwijk uitgeweken.[2] Na een periode zonder militaire aanwezigheid vestigde zich een instructiebataljon in Kampen in 1851. In 1877 sprak Tweede Kamerlid Charles Jean François Mirandolle de wens uit het militaire onderwijs bij wet te regelen.[3] Hierop werden het instructiebataljon in Kampen en de Hoofdcursus Maastricht gefuseerd tot Hoofdcursus Kampen. Dit werd bij wet geregeld door de Wet tot regeling van het Militair Onderwijs bij de Landmacht uit 1890. Hierbij werd ook de Hoofdcursus 's-Hertogenbosch gefuseerd met de Hoofdcursus Kampen. De wet werd voor het laatst aangepast in 1933 en is nog steeds van kracht, hierin wordt Kampen nog steeds genoemd als onderwijslocatie.[4]

In 1877 werd de Hoofdcursus Kampen opgericht met financiële steun van het Ministerie van Oorlog en het Ministerie van Koloniën[1] Deze hoofdcursus was de opvolger van de 1e klasse Cursus. De 1e klasse Cursus was een opleiding op regimentsniveau voor onderofficieren waarvan kon worden verwacht dat zij het officiersexamen na één jaar onderwijs met succes konden afronden.[5] De Hoofdcursus had het niveau wat gelijkwaardig was met de HBS. Waar de Koninklijke Militaire Academie een wetenschappelijke benadering had en de regimentscursussen werden overgelaten aan de diverse regimenten, had de Hoofdcursus Kampen een meer praktische benadering.[5] Er werden ook kritische noten geplaatst bij het niveau van de opleiding. Luitenant-generaal b.d., en kamerlid voor de Liberalie Unie, Willem Rooseboom gaf in december 1886 in de Tweede Kamer kritiek op de hoofdcursussen. Rooseboom noemde het intellectueel en maatschappelijk niveau van de cursussen te laag voor de eisen van die tijd. Rooseboom vernam "uit betrouwbare bron" dat slechts én tiende tot één zesde van de cursisten de goede basis hadden om officier te worden. De beste studenten aan de Hoofdcursus Kampen waren diegene die gezakt waren voor het toelatingsexamen van de KMA.[6] Vanaf 1 oktober 1891 werden er ook officieren voor het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger opgeleid op de Hoofdcursus.

Studentenleven bewerken

De studenten, cursisten genoemd bij de krijgsmacht, hadden zich verenigd in verschillende verenigingen zoals:

  • Vereeniging "Excelsior" (algemene cursisten vereniging voor alle cursisten)
  • Zangvereeniging "Polyhymnia"
  • Schietclub "Willem Tell"
  • Gymnastiekvereeniging "Mavors"

De Vereniging Excelsior stond bekend om het organiseren van feesten voor cursisten en de lokale burgerij van Kampen. Generaal b.d. Swart gaf bij een terugblik aan zijn periode in Kampen (1884-1886) aan dat dit door de cursisten werd gebruikt om in contact te komen met de lokale dames.[7] Het korpslied werd geschreven door Jan Beckering Vinckers, onder het pseudoniem Wittekind.[7]

Hoofdcommandanten bewerken

Periode Hoofdcommandant Koptekst
1880-1890 J.T.T.C. van Dam van Isselt Voorbeeld
1890-1902 kolonel J.J. Wierts pensioen
1902-1906 luitenant-kolonel H.A.J.A. Timmerman Voorbeeld
1906-1912 kolonel R.H. Luber pensioen
1912-1914 kolonel J.M. Mazel Voorbeeld
1914-1922 luitenant-kolonel N.J. Kooiman pensioen
1922-1923 kapitein M. Waltheer laatste hoofdcommandant in Kampen
1923-1924 luitenant-kolonel G.G. van Everdingen tevens gouverneur KMA

Alumni bewerken

In zijn bestaan heeft de Hoofdcursus Kampen ruim 3000 officieren opgeleid.[5] Voor lessen in het berijden van paarden werd gebruik gemaakt van de voormalige Manege (nu evenementenlocatie de Leuke Hanzestad[8]), gelegen naast de Bovenhaven[9] wat daarvoor dienstdeed als tolhaven dankzij de strategische ligging aan de IJssel. Maar liefst 107 officieren kregen de hoogste Nederlandse militaire onderscheiding, de Militaire Willems-Orde. Albert van den Brandeler was de eerste alumnus die de Militaire Willems-Orde ontving. In mei 1874 haalde Van den Brandeler zijn officiers examen waarna hij naar Nederlands-Indië uitgezonden werd. Ingedeeld bij het 15e bataljon infanterie van het KNIL nam Van den Brandeler deel aan de inname van de versterkte kampong Langkroek op 28 september 1874. Van den Brandeler raakte gewond aan zijn linkerarm en werd later tot Ridder der 4e klasse in de Militaire Willems-Orde benoemd.[10][11] Verreweg de meeste onderscheidingen werden uitgereikt voor handelingen tijdens de Atjehoorlog. Anderen onderscheidden zich tijdens de expeditie naar Lombok of Djambi

Van de afgestudeerde officieren kwamen er 44 om tijdens oorlogsmissies (tot 1932). Al in 1876 kwam de eerste alumnus van de Hoofdcursus, destijds nog instructiebataljon, om het leven. Tweede-luitenant Verschoor rondde de opleiding tot officier in 1875 af en kwam later dat jaar aan in Nederlands-Indië. Verschoor kwam om het leven op 27 maart 1876. De doodsoorzaak is onduidelijk. Een uitgave van de Koninklijke Militaire Academie geeft aan: "door verwondingen in den strijd" in Kotta Radja.[12] De Java-Bode van 4 april 1876 geeft aan dat Verschoor is overleden aan cholera.[13]

De officieren gedecoreerd met de Militaire Willems-Orde, en de officieren gestorven door oorlogshandelingen worden herdacht met een plaquette in de huidige Koninklijke Militaire Academie.

Alumni onderscheiden met de Militaire Willemsorde bewerken

Naam Jaar benoeming officier aantekening Militaire-Willemsorde
Grootkruis
van Heutsz, J.B. 1872 een nieuw bewijs van H. M.'s
Hooge tevredenheid over de
wijze, waarop hij sedert 25 Maart
1898 zich heeft gekweten van
de zware taak van Civiel en
Militair Gouverneur van Atjeh
en Onderhoorigheden en voor
den moed, het beleid en de
trouw, door hem in die betrek-
kingen aan den dag gelegd.
Commandeur
Swart, H.N.A. 1886 zich onderscheiden bij de krijgs-
verrichtingen op het eiland
Flores, gedurende het tweede
halfjaar 1908.
Ridders van de 3e klasse
Christan, W.G.A.C. 1874 bewezen buitengewone diensten
ter zake van de krijgsverrich-
tingen tegen Lombok in 1894.
Colijn, Dr. H. 1892 zich onderscheiden bij de krijgs-
verrichtingen in Atjeh, hoofd-
zakelijk gedurende het tweede
semester 1902.
Darlang, F. 1896 de krijgsverrichtingen in Atjeh
en Onderhoorigheden, hoofdza-
kelijk gedurende het eerste half
jaar 1907.
Drijber, S.A. 1879 zich onderscheiden bij de krijgs-
verrichtingen in Atjeh in de
maanden Maart tot en met No-
vember 1896.
Van Loenen, C.A. 1875 zich onderscheiden bij de krijgs
verrichtingen ter noord- en
oostkust van Atjeh, gedurende
het tijdvak van 1 Juni tot en
25 October 1898.
Van der Wedden, P.H. 1876 de krijgsverrichtingen in Atjeh
en Onderhoorigheden, gedu-
rende het tijdperk van 1 Juni
1899 tot 31 December d.a.v.
Ridders van de 4e klasse
Van Ardenne, D.B.W. 1901 de krijgsverrichtingen in Djambi
gedurende het tijdvak van No-
vember 1902 tot Januari 1904.
Aukes, H.F. 1898 zich onderscheiden gedurende
den tocht naar de Gajo- en
Alaslanden van Februari tot
Juli 1904.
Van Bakel, W. 1888 de krijgsverrichtingen in Atjeh
en Onderhoorigheden, gedu
rende het tijdvak van 1 Juni
1899 tot 31 December d.a.v.
Van den Belt, J.C. 1884 zijne houding bij verschillende
ontmoetingen met den vijand
in Atjeh en Onderhoorigheden.
Berenschot, J.W. 1890 de krijgsverrichtingen in Atjeh
en Onderhoorigheden gedu-
rende het tijdperk van 1 Juni
1899 tot 31 December d.a v.
Van Beusekom, H. 1883 zijn gedrag bij de krijgsverrich-
tingen in Atjeh gedurende het
tweede halfjaar 1903.
Bodemeijer, P.H. 1879 de krijgsverrichtingen in Atjeh
in de maanden Maart tot en
met November 1896.
Boon, C.J. 1888 de verschillende krijgsverrich-
tingen in Atjeh en Onderhoorig-
heden, gedurende het tijdvak
van medio November 1896 tot
en met Augustus 1897.
Boreel, Jonkheer J.J. 1891 zich onderscheiden in het Gou-
vernement Atjeh en Onderhoo-
righeden, hoofdzakelijk gedu-
rende het jaar 1911.
Bosschart, F.G.J. 1875 de krijgsverrichtingen in Atjeh
(Edi) le halfjaar 1889.
Van Braam Morris, J. 1900 zijn gedrag gedurende den tocht
naar de Gajo- en Alaslanden
van Februari tot Juli 1904.
Brack, G.H. 1885 zich onderscheiden bij de krijgs-
verrichtingen in Djambi, hoofd
zakelijk gedurende het eerste
halfjaar (tot en met 4 Juli) 1903.
De Braconier, A. 1904 de krijgsverrichtingen in het
Militaire commandement van
Celebes, Menado en Timor
in hoofdzaak gedurende het
tweede halfjaar 1907
Van den Brandeler, A. 1874 de tweede expeditie tegen Atjeh.
Van den Brandeler, Jonkheer M.W.C. 1871 de krijgsverrichtingen in Atjeh
en Onderhoorigheden, gedu-
rende het tijdvak van 1 Juni
1899 tot 31 December d.a.v.
Breijer, J.F. 1873 de krijgsverrichtingen in Atjeh,
geurende het tijdvak van Juli
1886 tot Februari 1887
Van den Bussche C.K.J. 1871 de krijgsverrichtingen in Atjeh
eerste halfjaar 1887.
Campen, C.F.H. 1874 de krijgsverrichtingen in Silin-
dang en Toba (Atjeh) van Fe-
bruari tot en met Mei 1878.
Campioni, M.J.J.B.H. 1891 zich onderscheiden bij de ver-
schillende krijgsverrichtingen
in Atjeh en Onderhoorigheden
gedurende het tijdvak van
medio November 1896 tot en
met Augustus 1897.
Collard, P.L.A. 1875 de krijgsverrichtingen in de
XXII en XXVI Moekim (Atjeh)
van 23 Maart tot 5 September
1879.
Creutz Lechleitner, W.J.C. 1878 de expeditie tegen Lombok
1894.
Van Dompseler, J.H.C. 1889 de expeditie tegen Lombok
1894.
Doorman, R.G. 1881 de expeditie in Samalangan en
Peusangan van 29 januari tot
22 Februari 1901.
Dutry van Haeften, C.B. 1895 de krijgsverrichtingen in Cele-
bes, gedurende het tijdvak van
12 Juli 1905 tot 1 Augustus
1906.
Ebbink, J.W. 1897 de krijgsverrichtingen in Atjeh
en Onderhoorigheden, gedu-
rende het eerste halfjaar 1904,
ongerekend Luitenant-Kolonel
van Daalen's tocht in de Gajo-
en Alaslanden.
Eilers, C.H. 1895 de krijgsverrichtingen in Djambi
gedurende het eerste halfjaar
1907.
Von Ernst, F.J.R. 1873 de krijgsverrichtingen in Silin-
dang en Toba (Atjeh) van Fe-
bruari tot en met Mei 1878.
Fischer, F. 1896 de krijgsverrichtingen in Korin-
tji in het jaar 1903.
Geldorp, E.J. 1901 de krijgsverrichtingen in Atjeh
en Onderhoorigheden, gedu-
rende het eerste halfjaar 1904,
ongerekend Luitenant-Kolonel
van Daalen's tocht in de Gajo-
en Alaslanden.
Von Geusau, W.T.N. 1873 zijn gedrag bij het gevecht
voor Kota-Toeankoe (Atjeh) op
26 Juli 1889.
Goldman, Jonkheer C.F. 1886 de krijgsverrichtingen in Djambi
gedurende het eerste halfjaar
1907.
Gooszen, A.J. 1889 de krijgsverrichtingen in Atjeh
en Onderhoorigheden gedu-
rende het tijdperk van 1 Juni
1899 tot 31 December d.a.v.
Le Grand, F.A. 1874 de krijgsverrichtingen in de
XXII en XXVI Moekim (Atjeh)
van 23 juli 1878 tot 23 maart
1879.
Gijsen, A.A.T.H. 1876 de krijgsverrichtingen in de
XXII en XXVI Moekim (Atjeh)
gedurende de tijdvakken van
23 Maart tot 17 Juni en van
30 Juni tot 5 September 1879.
Van Heerdt, J.N.C. Baron 1887 de verschillende krijgsverrich-
tingen in Atjeh en Onderhoorig-
heden, gedurende het tijdvak
van medio November 1896 tot
en met Augustus 1897.
Heldens, P.A.H. 1887 de krijgsverrichtingen in Atjeh
en Onderhoorigheden, gedu-
rende het tijdperk van 1 Juni
1899 tot 31 December d.a.v.
Van Heurn, N.C. 1875 de krijgsverrichtingen in Atjeh
1890 en 1891.
Holten, P.A.H. 1887 eene ontmoeting met den vij
and in Atjeh eerste halfjaar
1893.
Van Hoogenhuyze, W.G. 1872 de krijgsverrichtingen in Djambi
gedurende het tijdvak van No-
vember 1902 tot Januari 1904.
Van der Horst, M.J.G.E 1903 de krijgsverrichtingen in Cele-
bes, gedurende het tijdvak van
12 Juli 1905 tot 1 Augustus
1906.
Jacobs, J.R. 1874 de krijgsverrichtingen in Atjeh
in de maanden Maart tot en
met November 1896.
De Jongh Swemer, P.Th. 1903 de krijgsverrichtingen in Djam-
bi, hoofdzakelijk gedurende het
eerste halfjaar 1904.
Kalis, A.H. 1873 de krijgsverrichtingen in Lang-
sar (Atjeh) van 10 -19 Mei
1877.
Van Kappen, E.A. 1883 de verschillende krijgsverrich-
tingen in Atjeh en Onderhoo-
righeden, gedurende het tijd-
perk van medio November
1896 toten met Augustus 1897.
Korndörffer, J.J. 1894 zich onderscheiden bij de krijgs-
verrichtingen in Atjeh, gedu-
rende het tweede semester 1902.
Kramers, S.D. 1897 de krijgsverrichtingen in Atjeh,
hoofdzakelijk gedurende het
tweede halfjaar 1902.
Van Krieken, A.G.L.F. 1896 de krijgsverrichtingen in Djam-
bi, gedurende het tijdvak van
Novemberl902totJanuari 1904.
Kroef, E. 1884 de krijgsverrichtingen in Atjeh
en onderhoorigheden, hoofdza-
kelijk in het tweede halfjaar
1904.
Kroon, H.J.L. 1889 de krijgsverrichtingen in Cele-
bes, gedurende het tijdvak van
12Juli 1905tot'1 Augustusl906.
Krull, H.P. 1879 de krijgsverrichtingen in Meu-
laboh (Atjeh) in de maand
Maart 1894.
Lamster, J.C. 1894 de krijgsverrichtingen in Atjeh
en Onderhoorigheden gedu-
rende het tijdperk van 1 Juni
1899 tot 31 December d.a.v.
Lange, E.G.O. 1881 de krijgsverrichtingen in Atjeh
1890 en 1891.
Van Leyden, J. 1890 de krijgsverrichtingen in Atjeh
en Onderhoorigheden, gedu-
rende het eerste halfjaar 1904,
ongerekend Luitenant-Kolonel
van Daalen's tocht in de Gajo-
en Alaslanden.
Libosan, J.W. 1875 de krijgsverrichtingen tegen
Atjeh tusschen 26 Januari en
15 Maart 1877.
Liefrinck, J.C.H. 1887 zich onderscheiden bij de krijgs-
verrichtingen in het militair
commandement van Celebes,
Menado en Timor, in hoofdzaak
gedurende het tweede halfjaar
1907.
Van der Meer Mohr, M. 1882 de krijgsverrichtingen in Atjeh,
1890 en 1891.
Moorrees, H.C. 1873 de krijgsverrichtingen in Atjeh
en Onderhoorigheden gedu-
rende het tijdperk van 1 Juni
1899 tot 31 December d.a.v
Van Nieuwland, J.A. 1890 de verschillende krijgsverrich-
tingen in Atjeh en Onderhoo-
righeden, gedurende het tijdvak
van medio November 1896 tot
en met Augustus 1897.
Van der Noordaa, G.P.M. 1874 de krijgsverrichtingen in de
XXV en XXVI Moekim (Atjeh)
van 23 juli 1878 tot 23 maart
1879.
Van Nues, J.L. 1893 zich onderscheiden bij de excur-
sie in Kloeng-Kloeng (Bali) in
April 1908.
Nijpels, G 1882 de krijgsverrichtingen in Atjeh
gedurende het tijdvak van Juli
1886 tot Februari 1887.
Okhuizen D.A. 1874 zich onderscheiden bij de krijgs-
verrichtingen in Atjeh in de
maanden Maart tot en met
November 1896.
Van Oppen, W 1879 bewezen buitengewone diensten
tijdens de krijgsverrichtingen
tegen Lombok in 1894.
Pothast, F 1903 zich onderscheiden bij de krijgs-
verrichtingen in Celebes gedu-
rende het tijdvak van 12 Juli
1905 tot 1 Augustus 1906.
Reurts, J.H. 1877 de krijgsverrichtingen in Atjeh
in de maanden Maart tot en
met November 1896.
Reijers, J. 1889 de krijgsverrichtingen in Atjeh
gedurende het eerste halfjaar
1899.
Van Rietschoten, C.H. 1884 zich onderscheiden in de resi-
dentie Tapanoeli, hoofdzakelijk
in het eerste halfjaar 1907.
Van Roon, J. 1893 de verschillende krijgsverrich-
tingen in Atjeh en Onderhoo-
righeden gedurende het tijdvak
van medio November 1896 tot
en met Augustus 1897.
Ruempol, C.A. 1897 zich onderscheiden in het Gou-
vernement Atjeh en Onderhoo-
righeden, gedurende het eerste
halfjaar 1908.
Von Santen, H.I. 1882 zjjne houding b;j verschillende
ontmoetingen met den vijand
in Atjeh en Onderhoorigheden
Schneider, A.E. 1896 de krijgsverrichtingen in Atjeh,
hoofdzakelijk gedurende het
tweede halfjaar 1902.
Schneiders, J.H.L. 1885 de krijgsverrichtingen in Atjeh
en Onderhoorigheden, gedu-
rende het tijdperk van 1 Juni
1899 tot 31 December d.a.v.
Schröder, L.F. 1884 de krijgsverrichtingen in Atjeh
en Onderhoorigheden, hoofdza-
kelijk in het tweede halfjaar
1904.
Van der Schroeff, C. 1877 zijn gedrag bij de krijgsverrich-
tingen in Tamiang (Residentie
Oostkust van Sumatra) in de
maanden Februari, Maart en
April 1893.
Schütt, F. 1886 zich onderscheiden bij de krijgs-
verrichtingen in Meulaboh (At-
jeh) in de maand Maart 1894.
Siebelhoff, M.W. 1893 zich onderscheiden in het Gou-
vernement Atjeh en Onderhoo-
righeden gedurende het eerste
halfjaar 1908.
Van de Siepkamp, A.P. 1884 de krijgsverrichtingen in Atjeh
en Onaerhoorigheden, hoofdza-
kelijk gedurende het eerste half-
jaar 1905.
Sikman, J.H.W. 1901 de krijgsverrichtingen in Atjeh
en Onderhorigheden, hoofdza-
kelijk gedurende het tweede
halfjaar 1905.
Van der Slooten, A. 1898 de krijgsverrichtingen in Korin-
tji, in het jaar 1903.
Snijders, A.G. 1886 de krijgsverrichtingen in Atjeh
en Onderhoorigheden gedu-
rende het tijdperk van 1 Juni
1899 tot 31 December d.a.v.
Soetens, J.A. 1884 de krijgsverrichtingen in Atjeh
en Onderhoorigheden gedu-
rende het tijdperk van 1 Juni
1899 tot 31 December d.a.v.
Spandaw, G.D. 1903 de krijgsverrichtingen in Atjeh
en Onderhoorigheden, hoofdza-
kelijk gedurende het eerste half-
jaar 1909.
Spruyt, P.J. 1887 de krijgsverrichtingen in Atjeh
en Onderhoorigheden, gedu-
rende het tijdperk van 1 Juni
1899 tot 31 December d.a.v.
Steinmetz, K.W. 1874 de krijgsverrichtingen in Silin-
dang en Toba (Atjeh) van Fe-
bruari tot en met Mei 1878.
Tammes, B. 1893 de verschillende krijgsverrich-
tingen in Atjeh en Onderhoo-
righeden, gedurende het tijdvak
van medio November 1896 tot
en met Augustus 1897.
Tuinenburg, F.W.H. 1879 de expeditie tegen Lombok
1894.
De Vaynes van Brakell Buys, G.K.W.F. 1900 de krijgsverrichtingen in Atjeh
en Onderhoorigheden, hoofdza-
kelijk gedurende het tweede
halfjaar 1905.
Verburgh, J.J. 1887 de krijgsverrichtingen in Atjeh
en Onderhoorigheden gedu-
rende het tijdperk van 1 Juni
1899 tot 31 December d.a.v.
De Vlaminck, B.A.A. 1880 zich onderscheiden bij de krijgs
verrichtingen in Atjeh gedu
rende het le semester 1899.
Vuijk, J.W.C. 1888 zich onderscheiden bij de krijgs-
verrichtingen in Atjeh in de
maanden Maart tot en met
November 1896.
Wagener, C.F.A. 1890 zich onderscheiden bij de krijgs-
verrichtingen in Atjeh in de
maanden Maart tot en met
November 1896.
Watrin, G.F.B. 1896 zich onderscheiden bij de krijgs-
verrichtingen in het Gouver-
nement Atjeh en Onderhoorig-
heden in het tweede halfjaar
1902 en iq het eerste halfjaar
1903.
Webb, G.J.A. 1884 zich onderscheiden bij de expe-
ditie in Samalangan en Peu-
sangan van 29 Januari tot 22
Februari 1901.
Wempe, H.E. 1895 de krijgsverrichtingen in Cele-
bes gedurende het tijdvak van
12 Juli 1905 tot 1 Augustus
1906.
Weustmann, J.A.W. 1878 de krijgsverrichtingen in Atjeh
in de maanden Maart tot en
November 1896.
Wiersma, P. 1874 de expeditie tegen Lombok
1894.
Willemstijn, H.P. 1875 de expeditie tegen Lombok
1894.
Witteveen, J. 1874 de krijgsverrichtingen in Atjeh
eerste halfjaar 1887.
Van der Zwaan, W.H.B. 1883 de expeditie tegen Lombok
1894.