Heerlijkheid Rheda

Rheda was een rijksheerlijkheid binnen het Heilige Roomse Rijk. De heerlijkheid was niet bij een Kreits ingedeeld.

heerlijkheid Rheda

Omstreeks 1170 bouwt Widukind van Rheda de waterburcht Rheda bij een oversteekplaats in de Eems. Na zijn dood tijdens de kruistocht van keizer Frederik I komen de burcht en de heerlijkheid aan Bernhard II van Lippe. Na 1221 bouwt Herman II de burcht uit en verlegt zijn residentie van Lippstadt naar Rheda.

Bij de tweede deling van Lippe komt Rheda aan Bernhard V als deel van het Nedergraafschap Lippe. Na zijn dood in 1364 maakt zijn schoonzoon Otto van Tecklenburg aanspraak op de hele erfenis, maar slaagt erin slechts Rheda te behouden.

Tot 1707 is Rheda dan verbonden met het graafschap Tecklenburg. De laatste graaf uit het huis Schwerin, Koenraad, voert in 1527 zowel in Tecklenburg als in Rheda de reformatie in. Na zijn dood in 1557 komen Tecklenburg en Rheda aan zijn schoonzoon Everwijn I van Bentheim.

De strijd met het prinsbisdom Osnabrück eindigt in 1565 met het Reces van Bielefeld. Aan de graaf worden toegewezen: burcht en stad Rheda, het grootste deel van de parochie Gütersloh, de parochies Herzebrock en Clarholz en de dorpen Ems en Nordrheda.

In 1674 is er een eigen tak in Rheda. Na het verlies van het graafschap Tecklenburg aan Pruisen in 1707/29 is het gebied van Bentheim-Tecklenburg beperkt tot de heerlijkheid Rheda en het graafschap (Hohen-)Limburg.

Na 1803 maakt Pruisen als nieuwe vorst van Münster aanspraak op de soevereiniteit over Rheda. Bij de mediatiseringen van 1806 wordt de heerlijkheid niet betrokken. Pas in 1808 wordt Rheda door het groothertogdom Berg gemediatiseerd. Het Congres van Wenen wijst het in 1815 aan het koninkrijk Pruisen toe.

Regenten

bewerken
regering naam geboren overleden familie
1364-1388 Otto VI circa 1340 13-7-1388
1375-1426/30 Nicolaas II circa 1370 1426/30 zoon
1426/30-1450 Otto VII 1450 zoon
1450-1493 Nicolaas III 1496 zoon
1493-1526/34 Otto VIII 1526/34 zoon
1526-1557 Koenraad 1493 16-3-1557 zoon
1557-1562 Everwijn III 1536 19-2-1562 schoonzoon
1562-1606 Arnold III 2-10-1554 11-1-1606 zoon
1606-1623 Adolf 17-7-1577 5-4-1623 zoon
1623-1674 Maurits 31-5-1615 25-2-1674 zoon
1674-1710 Frederik Maurits 27-10-1653 13-12-1710 zoon
1710-1768 Maurits Casimir I 28-3-1701 2-6-1768 zoon
1768-1805 Maurits Casimir II 22-9-1735 4-11-1805 zoon
1805-1806 Maurits Casimir III 18-6-1764 20-4-1806 zoon
1806-1808 Emiel Frederik 11-5-1765 17-4-1837 broer

Zie ook

bewerken