Libido

geslachtsdrift
(Doorverwezen vanaf Geslachtsdrift)

Libido (sexualis) (Latijn: begeerte)[1] of geslachtsdrift is een term die in de seksuologie wordt gebruikt om te verwijzen naar de mate waarin een persoon behoefte heeft aan seksualiteit. Onder invloed van Sigmund Freud en Jung werd het begrip libido uitgebreid in de psychoanalyse.

Seksuologe Stephanie Both (Leids Universitair Medisch Centrum) vertelt over hoe seksuele opwinding en motivatie werkt - Universiteit van Nederland

Seksuologie bewerken

Effect van leeftijd en geslacht bewerken

De libido kan in een mensenleven fluctueren. Vaak begint de zin in seks vlak voor de puberteit, in de leeftijd van 10 tot 12 jaar. In de puberteit geven jongens meer dan meisjes aan seksuele fantasiën te hebben.[2] Bij mannen is de libido op zijn hoogtepunt in de tweede helft van hun tienerjaren en als begin twintiger[3][4] en bij vrouwen als ze dertigers zijn.[5][6] De libido neemt later in meerdere of mindere mate af, maar dat is niet altijd het geval. Ook tachtigplussers kunnen nog een sterk libido hebben.

Uit een review van een groot aantal wetenschappelijke onderzoeken naar dit thema blijkt dat mannen gemiddeld meer behoefte aan seks hebben dan vrouwen, ongeacht de wijze waarop dit wordt onderzocht.[7] Uit de onderzoeken volgt onder meer dat mannen vaker het initiatief nemen tot seks, minder vaak seks afwijzen, vaker spontane seksueel getinte gedachten en fantasieën hebben en vaker masturberen.

Biologische factoren bewerken

De libido (sexualis) kan van persoon tot persoon sterk verschillen. De geslachtsdrift wordt in zekere mate bepaald door hormonen in het lichaam. Bij vrouwen is bijvoorbeeld de menstruatiecyclus van invloed op de drang tot seks: in de dagen voorafgaand aan de ovulatie is de zin in seks het hoogst.[8] Bij de mens wordt de seksuele activiteit echter in overwegende mate[bron?] bepaald door cognitieve en affectieve factoren, door in de loop van het leven opgedane ervaringen, door attitudes en normen. Op grond hiervan is het ook te verklaren dat het menselijk seksueel gedrag een grote verscheidenheid vertoont.[9] Emoties kunnen ook van invloed zijn op de libido: bij spanning, angst, stress of depressiviteit kan de libido verminderen of soms juist toenemen.

Verhoogd libido bewerken

Bij een sterk verhoogd libido spreekt men in het algemeen van hyperseksualiteit, bij mannen van satyriasis (v. Gr. saturos, een mythologisch halfmens, halfdier) en bij vrouwen van nymfomanie (v. Gr. numphè = meisje, mania = razernij). Sommige stoornissen kunnen de seksuele drang versterken, bijvoorbeeld manie en soms hyperthyreoïdie. De libido kan ook verhoogd worden door een afrodisiacum. Bij virilisatie treedt vaak een verhoogd libido op.

Gereduceerd libido bewerken

Bij het ontbreken of verminderd aanwezig zijn van seksuele drang spreekt men van anafrodisie (van Grieks an = zonder, Aphrodite).

Een gereduceerd libido kan geassocieerd zijn met een zinktekort.[10]

Psychoanalyse bewerken

'Libido' is ook een begrip uit de psychoanalyse. Dit begrip duidt dan bij Freud op de drijfveren die met de seksualiteit verbonden zijn en bij Jung op algemene levensenergie, de energie die de persoonlijkheid doet functioneren en zich in het bewustzijn manifesteert als streven, verlangen en willen. In de jungiaanse psychoanalyse bedoelt men met libido dus niet een fysische maar een psychische energie (zie Libido (Jung)).

Zie ook bewerken