Gebruiker:Zuidf00/Kladblok

Scheepswerf Zuidam

bewerken

Haarlem bleek, door de ligging aan het Spaarne, een gunstige plaats voor scheepsbouwbedrijven. Grote en kleine scheepsbouwbedrijven en de daaraan gekoppelde toeleverings- en servicebedrijven hebben zich langs de oevers van het Spaarne gevestigd. Een zeer bekende scheepswerf was die van Nicolaas Zuidam aan de Scheepmakersdijk. De plaats en de naam van de werf bij de molen De Adriaan is bekend bij bijna elke Haarlemmer en ver daarbuiten.

Scheepsbouw in Haarlem

bewerken

Haarlem kent een lange historie in de scheepsbouw die al begint in de 13e eeuw met de vermelding daarvan in een zgn. Accijnsbrief uitgegeven door Floris V van Holland. De scheepsbouw kende een sterke periode van bloei tot vroeg in de 17e eeuw. In de decennia daarna wisselden periode van bloei en verval elkaar af. Pas eind 19e eeuw kreeg de scheepsbouw in Haarlem een opleving door de bouw van ijzeren schepen. Deze nieuwe manier van scheepsbouw was in de daarop volgende jaren een van de belangrijke pijlers voor de staalindustrie in Haarlem. In de tweede helft van de 20e eeuw werd duidelijk zowel de staalindustrie als de scheepsbouw in Nederland het niet zou redden tegen de concurrentie uit het buitenland en met name Azie.

Scheepswerf Zuidam (De Nijverheid)

bewerken

De geschiedenis van deze scheepswerf begint na het einde van de Franse bezetting van Nederland. Die overheersing van Nederland bleek die rampzalig voor onze scheepsbouw. Slechts een enkele werf overleefde die periode waaronder de scheepswerf van de familie Van de Werff aan de Scheepmakersdijk. Deze verkocht de werf in 1854 aan Franciscus van Seggelen. Na zijn overlijden bood zijn vrouw de scheepswerf in 1915 te koop aan.

Nicolaas Zuidam en Nicolaas Willem Verboon waren toen beide werkzaam op een scheepswerf in Gouwsluis. Omdat het geld voor de aankoop ontbrak, huurden zij de werf voor drie jaar en begonnen een scheepsbouwbedrijf onder de naam De Nijverheid.  In die periode schakelde de scheepswerf geleidelijk aan over van de bouw van houten naar ijzeren schepen. In 1919 koopt Zuidam voor 7000 gulden zijn compagnon Verboon uit en gaat verder als eenmanszaak. Door de aankoop van afgedankte machines van andere werven kon hij zich helemaal richten op de bouw van stalen schepen. Dekschuiten in verschillende afmetingen werden veel gemaakt maar in opdracht worden in die jaren ook baggermolens, tuindersvletten, visvletten en motorjachten gebouwd.

Veel kleine werven overleefde de crisis in de jaren dertig niet maar door creatieve investeringen, o.a. in baggerschepen, kon Zuidam deze moeilijke periode doorkomen. Zuidam was gezegend met een groot gezin waarvan vier zoons (Vries, Arie, Cor en Jan) aan de slag gingen op de scheepswerf. De nieuwbouw trok aan en tot aan het begin van de tweede wereldoorlog rolden tientallen schepen van de helling.

Deze periode van voorspoed werd echter teniet gedaan door het uitbreken van de 2e Wereldoorlog. Door bombardementen en in beslagnames door de Duitsers ging  een deel van de eigen schepen verloren. De werf kreeg in de oorlogsjaren een deel van de opdracht om de tot landingsschepen verbouwde binnenvaarschepen weer terug te brengen in de oude staat. Desondanks was de situatie van de scheepswerf na de bevrijding niet best. Toch besloot Zuidam om verder te investeren en in 1948 zette hij zijn eenmansbedrijf om in een firma waarin zijn vier zoons ook deelnamen. Door aankopen werd de werf uitgebreid en het terrein van de voormalige molen De Adriaan gepacht van de Vereniging De Hollandsche Molen. Een goede investering op het juiste moment want de vraag naar schepen steeg evenals de huur van dekschuiten die door Zuidam in flinke aantallen werden gebouwd. Ook het bouwproces ondergaat modernisering en het klinken van schepen wordt na de tweede wereldoorlog vervangen door elektrisch lassen. In 1960 waren er, naast de eigen vloot, 53 dekschuiten in de verhuur en vier sleepboten om ze te verslepen. Door de combinatie van nieuwbouw, verhuur van dekschuiten en reparatie van schepen heeft de scheepswerf vele jaren van voorspoed gekend. Nicolaas Zuidam overleed in 1964 en zijn vier zoons gingen verder onder dezelfde firmanaam. Begin van de zeventiger jaren werd de vraag naar nieuwe schepen en laadruimte snel minder door de verslechterde conjunctuur. Zoon Cornelis overleed in 1969 en zoon Arie trad terug in 1978. Ook omdat er geen opvolger bleek te zijn werden de sleepboten en de dekschuiten in 1980 verkocht. In de periode 1915 tot 1976 werden op de werf in totaal 469 nieuwe vaartuigen gebouwd. Omdat de scheepswerf was gevestigd op historische grond werd het terrein in 1989 overgenomen door de gemeente Haarlem. De twee scheepshellingen en de opstallen zijn deels behouden. Het terrein wordt gedomineerd door de in 2001 herbouwde molen. In de voormalige loods is een restaurant gevestigd die hiervoor, met toestemming van de familie, de naam Zuidam mocht gebruiken als herinnering aan deze langst productieve scheepswerf van Haarlem.

Gebruikte bronnen

bewerken

Op en rond de Scheepmakersdijk en Harmenjansveld van M.A. Bulte

Van Accijnsbrief tot Zuidam van A.F.J. Niemeijer

Wikipedia, diverse pagina’s

Google, diverse pagina’s