Gebruiker:Willemgustaafdekker/Kladblok

ANDRIES VAN DER SCHOOR was een 18e eeuwse zilversmid in Winschoten en Amsterdam. Hij leefde van 1704 - 1791.Hij wordt geboren in 1704 in Winschoten als zoon van Haije Peters en Dieuwer Dries. Op 7 november wordt hij gedoopt, zo vermeldt het doopboek van Winschoten. Hij trouwt in 1736 in Nes (Amsterdam) met Johanna Hendrica Sombaert. Zij is de 26-jarige dochter van Hendrik Sombaert en Debora Barents. Ze krijgen vier kinderen: Jan Hendrik (1741), Hayo (1744-1746), Peter (1746) en Hayo (1748). Alleen Jan Hendrik wordt in Amsterdam geboren, de anderen in Winschoten. Andries is vernoemd naar de vader van zijn moeder, Andries Jans, de Goldtsmit, zoals in zijn trouwakte staat. Andries heeft nog een paar zusjes, Aechtien (1702), Aeltien (1707) en Eva Anna (1709 (overleden) en 1714), en een broertje Peter (1712). In 1719 wordt er nog een zusje geboren, Jantien. Andries kiest er rond zijn veertiende voor om het beroep van de grootvader naar wie hij vernoemd is, te willen gaan uitoefenen, een vaak voorkomend geval van identificatie van de jongere met de oudere generatie. Als leerling woont hij - volgens de ordonnantiën, de regels van die tijd - in bij zijn leermeester, zodat tegelijk het gedragspatroon kan worden aangepast aan de mores van het vak. Leertijd was vorming en opvoeding, niet alleen opleiding. Het beroep van goud- en zilversmid stond hoog aangeschreven. Men noemde elkaar bij de achternaam en monsieur. Op 8 maart 1725 wordt hij, Andries Heijes, lidmaat van de kerk in Winschoten. Maar als opa Andries sterft moet kleinzoon Andries zijn opleiding elders voortzetten. Dat doet hij mogelijk ook in Amsterdam, waar hij dan zijn toekomstige vrouw ontmoet en vanaf 1736 als zilversmid aldus staat ingeschreven: Andries van der Schoor: van Winschote: silversmit: heeft aan de H.F.H.P. gelt betaalt. Zes dagen later gaat hij in ondertrouw. Op de ondertrouwinschrijving heet Andries' vader Haije van der Schoor tot Winschoten; het zijn de oudst bekende vermeldingen van de toenaam Van der Schoor. Uit de archieven zijn van hem twee woonadressen in Amsterdam bekend: Koningsplein en Voetboogstraat, destijds het centrum van de goud- en zilversmeden. De familie-archivaris Gustaaf van der Schoor (1914-1991) schrijft in zijn biografische zoektocht: 'Men leert hem kennen als een zeer bekwame zilversmid. Er is nog ergens een fijne tabakspot van hem bewaard gebleven. Ook vleespennen.' In 1742 vertrekt het gezin weer naar Winschoten. Het Groninger Museum bezit vier lepels met het meesterteken van Andries van der Schoor, avds, in de collectie.