Gebruiker:Ton van der Lichte/Kladblok

Kalebaskreek is een Karinha dorpje langs de Coppename rivier, en ligt op vier uur reizen ten westen van Paramaribo, en op 25 kilometer uit de kust.

Het dorp is gebouwd op een zandrug, evenwijdig aan de oostelijke oever van de rivier, en is ongeveer 1 kilometer lang. De woonhuizen staan op deze rug. Zo'n 150 meter ten oosten van deze bebouwing begint de swamp, het grote moerasbos. Aan de overzijde van de Coppename ligt het natuurgebied Peruvia, ook een swamp.

Karinha (Kari'na of Caraïben) en de Arowakken behoren tot de Benedenlandse Indianen. Deze twee volken zijn de grootste Inheemse groepen. Ze leven langs de kust en in de savanne.

Indianen of Inheemsen zijn de oorspronkelijke bewoners van Suriname. Samen met de Bovenlandse Indianen in het zuiden vormen ze 3,7 % van de Surinaamse bevolking.

De bevolking van Kalebaskreek bestaat voor een groot deel uit een vermenging van Inheemsen met de overige bevolkingsgroepen van Suriname.

Bereikbaarheid

bewerken

Vanuit Paramaribo is er een asfaltweg naar het westen, een deel van de zogenaamde Oost-West verbinding. Na 90 kilometer, 1 km voor Boskamp (district Saramacca), is er een splitsing. De oude weg gaat naar de voormalige veersteiger. Vanaf deze steiger is het 12 kilometer stroomopwaarts gelegen dorp Kalebaskreek per boot te bereiken. De reistijd is één tot twee uur varen, afhankelijk van motorvermogen, stroming en getij.

De steiger in Boskamp is op de plaats waar vroeger de veerpont aanlegde. Dit veer verzorgde de overtocht naar Jenny (district Coronie).

De nieuwe weg gaat naar de 1700 meter lange, betonnen brug, die is opgeleverd in 1999, en gebouwd door de regering Wijdenbosch. Deze brug, op een kilometer ten zuiden van de veersteiger, heeft Boskamp een grote economisch achteruitgang bezorgd.

Bebouwing

bewerken

De hoofdweg van Kalebaskreek is een grazig pad op gemiddeld 60 meter uit de oever. De ongeveer 30 woonhuizen staan links en rechts van het pad, op zo'n 20-80 meter uit elkaar. De meeste huizen zijn gemaakt van houten planken, horizontaal bevestigd aan een houten raamwerk. De daken zijn van zinken golfplaten. De houten vloer staat op ongeveer 30 centimeter hoge betonnen neuten (taps toelopende betonnen paaltjes).

In de houten huizen wordt geslapen, en staan de duurdere en privé spullen.

Direct naast deze huizen staat een open kampje, een paar houten palen ondersteunen een dak van palmbladeren. Hier wordt het eten klaargemaakt, vinden gesprekken plaats en wordt gerust in hangmatten.

Elders op het erf staan twee kleine huisjes van elk een kleine vierkante meter. De een dient als toilet, de ander voor het baden.