Gebruiker:Thor NL/Web 2 en 3

‘Internet biedt valse democratie’ bewerken

 
Andrew Keen

Criticus Andrew Keen (1959) bepleit plichtsgevoel en expertise op het internet om een weg te vinden uit ‘het digitale bos der middelmatigheid’.

"Iedereen heeft het over de democratische potentie van het internet. Gelijkheid! Een egalitaire wereld! Maar wat denk je van de potentiële vernietiging, de mogelijkheid om woedende groepen jongeren te mobiliseren? Daar hoor je nou nooit iemand over", zegt de Britse Amerikaan Andrew Keen in zijn huiskamer, waar hij grote mokken donkere thee schenkt.

Keen heeft veel aan te merken op het internet. Hij parafraseert maar eens uit zijn meeslepende, toegankelijke boek, The Cult of the Amateur: How Today’s Internet Is Killing Our Culture and Assaulting Our Economy (vertaald als: De @-cultuur): ‘Het internet is geen plek waar mensen heengaan om te debatteren, maar om bevestigd te worden in wat ze al vonden.’

Keen bepleit verantwoordelijkheids- en plichtsgevoel op het internet, een grenzeloos virtueel terrein waar een verheerlijking van de amateur heerst. We moeten ons hoeden voor de libertaire, anarchistische afwijzing van elke vorm van autoriteit, betoogt de schrijver. En we moeten waken voor een wereld zonder experts en intellectuele orde, waarin ‘de massa’ mag bepalen wat waar is, goed is en waarde heeft. Wanneer was de laatste keer dat je een goed boek las, geschreven door de groep?

We moeten weg uit dit digitale bos van middelmatigheid, schrijft Keen in zijn polemische boek. In de kringen die hij bekritiseert – en van binnenuit kent – is dit vloeken in de kerk. De onafhankelijke internetcriticus woont in Berkeley, de universiteitstad nabij San Francisco, waar vrijheid blijheid al decennia geldt als het links-libertaire levensmotto. Het was juist deze houding die de internetrevolutie voedde; de regio rond San Francisco en Silicon Valley is de geboorteplaats van Web 2.0. Deze term slaat op de nieuwe generatie mensen en ondernemingen die met open technologie een plat, toegankelijk internet vormgeven.

De succesvolste spelers zoals Google, YouTube en Facebook bieden geen inhoud, maar een open, onbewaakt podium voor gebruikers en adverteerders. Over hen, en over websites mét inhoud, heeft Keen weinig positiefs te melden.

Wikipedia, de online encyclopedia die gewone, anonieme mensen samen opbouwen, noemt hij een riool waar iedereen met twee duimen en lagere-school-onderwijs alles mag plaatsen. Het is op Wikipedia als op het internet zelf: De blinden leiden de blinden.

U schrijft over de vloek van de laagste gemene deler. Hoe verklaart u de minachting voor experts?

"Web 2.0 is een uitdaging van autoriteit.Maar ik denk dat we professionals en elites moeten koesteren. Wat blijft er over als we de expert, de buitenlandse correspondent, de arts, de advocaat, de politicus van boord zetten? De massa is geen substituut. De idealisten zeggen: de wijsheid van de meute vervangt de correspondent in Bagdad. Het is een diepe vijandigheid tegenover elke vorm van externe autoriteit. Maar je weet niet wie die massa vormt, ze is makkelijk te manipuleren en anoniem. Als je de expert wegsnijdt, verlies je fundamentele menselijke intelligentie."
‘Ik geloof in culturele autoriteit. Of het nu de staat is, de leraar of de intellectueel. Ik geloof niet dat alle waarheid intern kan worden gevonden. Dit debat is al eeuwen bezig. Ga terug naar Plato. Socrates wilde autoriteit, een basis voor kennis. De relativisten zeiden: ‘Waarom zou ik jou vertrouwen? Iedereen heeft zijn eigen waarheid.'"
"Het irritante aan de libertaire jongeren, de Web 2.0-ers, is dat ze denken dat het allemaal nieuw is. Ze zijn niet goed opgeleid."

Waarom worden mensen zo kwaad van uw ideeën?

"Web 2.0 is een spiegel. Wij hebben technologie geschapen om onszelf te publiceren. Als we naar het internet kijken, zien we onszelf. Dat is waarom dit debat zoveel passie losmaakt."
"Ik zeg: spiegeltje spiegeltje aan de wand, we zijn allemaal nogal lelijk. Maar de grondleggers van deze revolutie zeggen dat we heel mooi zijn. Mijn boek heette eerst De grote verleiding. Dat is het. Ons wordt verteld dat we allemaal schitterend kunnen zijn."

U zegt dat het internet ‘plat’ is, zonder veel diepgang. Is Wikipedia hier het voorbeeld van?

"Wikipedia kan waardevol zijn. Maar niemand besluit centraal of iets belangrijk is. De definitie van een encyclopedie is dat die poortwachters heeft. Iedereen idealiseert het internet omdat het eindeloos is. Gedrukte tekst was nooit oneindig, zodat mensen keuzen moesten maken. Dat was een goede zaak. Ik neem Wikipedia pas serieus als ik weet wie de auteur is. Anders is de inhoud betekenisloos, leeg. En ik neem de inhoud ook niet serieus zolang de bijdragen lezen als een opstel van een 14-jarige scholier, en zolang mensen gratis hun kennis weggeven."
"Het probleem is dat we een Wikipedia-generatie krijgen. De VN voorspellen dat er de komende tien jaar twee miljard nieuwe mensen online komen. Die mensen in Azië en Afrika zijn kwetsbaar, onschuldig, minder in staat om te lezen en begrijpen in context."
"Dit is een medium dat meer, niet minder geletterdheid in de mediacultuur vereist. Maar de nieuwe generatie is juist minder geletterd."

Dus je moet opgeleid zijn en geld hebben om in de internetcultuur te stappen?

"Ik zeg niet dat iedereen in Afrika moet betalen voor media. Ik begrijp dat het een ingewikkelde situatie is. Maar de werkelijkheid is: tenzij iemand betaalt, zal het niet zo betrouwbaar zijn. En niet erg waardevol. We hebben een wereld geschapen waarin mensen menen dat ze geen recht hebben op gratis behuizing of voedsel, maar wel op gratis cultuur."
"Als je een serieus debat wilt over eigendom, prima. Haal Marx erbij. Maar geef niet media en cultuur gratis weg, terwijl je vasthoudt aan de algemene, heersende opvattingen over bezit. Iemand betaalt, want iemand wordt níet betaald voor zijn arbeid of product. Als je online muziek steelt, wordt iemand niet betaald. Zelfs de gratis video op YouTube – iemand betaalt daarvoor. Er zijn gewoon kosten."
"Dat het intrinsiek van het volk zou zijn, is een romantisch idee dat weinig met de werkelijkheid te maken heeft."

Hoe ernstig is de opkomst van Google?

"Google jaagt deze economie aan. Zij hebben de heilige graal met hun algoritme voor de rangschikking van webpagina’s. Dat kwam in plaats van de experts die pagina’s rangschikten, wat Yahoo deed. Elke keer dat jij of ik een zoekterm bij Google invoeren, wordt de intelligentie van de zoekmachine groter. Het algoritme is de collectieve optelsom van onze intelligentie. Dat is briljant, want ze hoeven er niet voor te betalen. Er komt geen expert aan te pas. Niemand neemt besluiten."
"Het probleem is, elke keer dat we een term in Google stoppen, worden wij niet betaald. Er is geen winstdeling. Wij zijn onbetaalde medewerkers. Ook van YouTube. Als jij er een video op zet, verhoog je de waarde. Zonder de inhoud van gebruikers heeft YouTube geen waarde. Maar toen de onderneming voor 1,65 miljard werd verkocht aan Google, kregen de ‘medewerkers’ niks. Dit is een schitterende vorm van oplichterij. Google was de eerste. Het Google-model ís het Web 2.0-model: een leeg schip dat onze collectieve wijsheid verzamelt."
"Maar we schenken niet alleen onze wijsheid, ook leert Google alle mogelijke intieme dingen over ons. Ze weten dat ik een Volvo zoek, welke krant ik lees, op Obama stem. Daar stemmen ze mijn advertenties op af. Prachtig, want adverteerders willen niets liever dan hun boodschap persoonlijk maken. We vullen een schatkist van informatie over onszelf, en geven die weg. Ons Google-gebruik onthult ons. Het is de ultieme spiegel van ons verlangen."

Hoe kan het anders?

"We zouden het internet moeten begrijpen als een nieuwe, virtuele gemeenschap. Zoals we traditionele, fysieke gemeenschappen zien: plekken met sociale contracten, die we aangaan met rechten en verantwoordelijkheden. Het probleem is dat we het internet puur zien als een plaats met rechten.
"Een recht op informatie, toegang, zeggen wat ik wil, doen wat ik wil. Waar zijn de verantwoordelijkheden?"
"In het Westen is dat vooral: onthul wie je bent. In een fysieke gemeenschap, als een Amerikaanse of Nederlandse staatsburger, kun je niet anoniem zijn. Je moet onthullen wie je bent. Dat moet ook gelden op het internet. Dat zou cultureel, intellectueel en economisch een rijkere gemeenschap opleveren. Het internet stelt ons in staat om ons uit te drukken. Dat moet samengaan met luisteren naar anderen. Op je taal letten. Respect hebben."

Hoe krijg je dat voor elkaar? U bent niet voor overheidsingrijpen.

"Ik geloof dat de markt zal inzien dat professionals veel waarde toevoegen. Amateurisme heeft geen echte waarde. Je ziet het aan Web 3.0-bedrijven, die de obsessie met amateurisme voorbij zijn. Mahalo.com gebruikt experts om een wél betrouwbare zoekmachine te bouwen. Het idee is dat professionals opstaan om technologie te gebruiken. Niet geïntimideerd zijn. Web 3.0 zal de reactie van de experts zijn."

Voor wie is dit boek met name bedoeld?

"Ouders en leraren. Ik tref vaak een vijandig publiek, hoewel Europeanen welwillender staan tegenover mijn betoog dan Amerikanen. En ouders en leraren zeggen dat ze begrijpen wat ik bedoel. Hoe zorg ik dat de kinderen niet naar porno kijken? Hoe begrijpen ze dat knippen en plakken voor een opstel niet alleen illegaal en immoreel is, maar je ook dommer maakt? Hoe leg je uit dat je niet zomaar muziek kan stelen? We leven in een totaal consument- gerichte cultuur en het internet faciliteert die."

De ‘oude’ media zijn bang geworden om autoriteit uit te stralen, schrijft u.

"De media moeten zich niet steeds verontschuldigen. Ze moeten zeggen: ja, wij weten meer dan jij. Niet omdat we slimmer of ethischer zijn, maar omdat we dit al decennia doen. Je gaat toch ook niet naar een dokter die zich eerst verontschuldigt? Media-professionals moeten niet arrogant zijn, maar wel zelfverzekerheid. Als ik The New York Times lees, weet ik: dit biedt een gebalanceerde kijk op de werkelijkheid, en dit is de advertentie en dit is de inhoud. Er is een scheidslijn. Maar op YouTube en Google is het moeilijk om onderscheid te maken."
"Sterker, soms wordt de inhoud door adverteerders geplaatst. Het probleem is dat niemand het controleert of bepaalt. De kracht van de media is dat je een poortwachter hebt die zegt: ik vermoed dat Dell of Shell of de overheid of Al Qaida er achter zit, ik vertrouw het niet. Ik vrees dat we zeer ongelijke media krijgen. Er zullen betaalde media zijn, die steeds duurder worden, voor mensen als wij. De rest zal gratis media hebben en dat zal rotzooi zijn."

In het Volkskrantblog kan iedereen een blog plaatsen onder de naam van de krant. Wat vindt u van zo'n mengvorm?

"Dat snap ik niet. Wat heeft het te maken met de Volkskrant? Ik denk dat het de wanhoop van veel mediabedrijven weerspiegelt. Ze zijn bereid om alles te doen voor bezoekersaantallen. Maar het zal onvermijdelijk slecht afstralen op het merk, als mensen uitzinnige dingen schrijven onder jullie naam. Als je een merk hebt, ondermijn het niet door iedereen te laten schrijven. The New York Times en de Volkskrant drukken de verhalen van de beste journalisten af. Bevalt je dat niet? Lees dan de krant niet. De oude media moeten zich niet steeds verontschuldigen"
  • Diederik van Hoogstraten interviewde Andrew Keen voor de Volkskrant-bijlage Het Betoog van zaterdag 5 april 2008.