Gebruiker:Theohelmerhorst/Kladblok

Th. H. Helmerhorst (1923-1972), tapijtknoperij en handweverij te Amsterdam

bewerken

Oprichting, eerste jaren

bewerken

De firma Th. H. Helmerhorst werd in 1923 als Tapijtknoperij en Handweverij opgericht door Theodorus Hendrikus Helmerhorst aan de Lange Leidschedwarsstraat 26 te Amsterdam.[1] Het bedrijf verhuisde in 1930 naar het pand Bloemstraat 21. De fabriek in de drukbevolkte Jordaan had op de begane grond achter de grote deuren het magazijn, toonkamer en kantoor. Op de twee verdiepingen stonden de weefgetouwen voor het weven van de wol: (verticale) voor tapijten en (horizontale) voor lopers en ‘kleine kleedjes’. Ook een zgn. ‘jacquard-getouw’ voor het weven van patronen was aanwezig.

Fabrikant-eigenaren

bewerken

Theodorus Hendrikus Helmerhorst (1879-1943). Geboren in Amersfoort. Stond al bij zijn huwelijk (1905) in de Amsterdamse gemeente-administratie ingeschreven als ‘wever van tapijten’. Hij heeft aanvankelijk zijn werkzaamheden uitgevoerd in een ververij/weverij aan de Passeerdersgracht. In 1923 vestigde hij zich als tapijtfabrikant aan de Lange Leidschedwarsstraat. ‘Na met reusachtige energie de eerste moeilijke jaren te hebben doorworsteld, verhuisde men in 1930 naar het pand Bloemstraat 21, waar thans het bedrijf als tapijtknoperij en handweverij wordt uitgeoefend. Helaas mocht de Heer Th. H. Helmerhorst het 25-jarig bestaan zijner zaak niet beleven; hij overleed op 20 October 1943. Zijn nagedachtenis wordt door ons allen hoog in ere gehouden’[2] Dat schreef ‘het personeel’ in het gedenkboek, dat op 1 mei 1948 aan zijn opvolger werd aangeboden.

Of zijn werk aan het beroemde jugendstil-tapijt van theater Tuschinski (ontwerp van Jaap Gidding, 1921) in de fabriek aan de Passeerdersgracht of aan de Lange Leidschedwarsstraat is uitgevoerd is onbekend.
Gijsbertus Theodorus Helmerhorst (1912-2001). Geboren in Amsterdam. Nam onder moeilijke omstandigheden in de oorlog het bedrijf over. Na de oorlog wist hij het bedrijf tot bloei te brengen en ontstond nationale vermaardheid.

Oorlogsjaren, bloei na de oorlog

bewerken

In de oorlog was het niet eenvoudig om aan wol en klanten te komen maar de zaak kon het hoofd boven water houden. Na de oorlog ging het snel beter. In 1947 vond er een verbouwing plaats en kwamen er (Engelse) weefgetouwen voor brede smyrna-tapijten, met een ‘bezetting’ van 3 tot 5 ‘meisjes’ per getouw. Het personeel bestond in die tijd uit ongeveer 12 vrouwen en 2 mannen (waaronder de bedrijfsleider). Sinds 1947 werkte G.Th. Helmerhorst samen met Lou Kreymborg (1919-1993), oprichter van een agenturenfirma met een visionaire blik op modern binnenhuis design.[3] De tapijten werden aanvankelijk in patroon uitgevoerd, vanaf de jaren ‘70 kwam het ‘hoogpolige’ handgeweven (kamerbrede) uni-dessin smyrna-tapijt in de mode.

Klanten

bewerken

De handgeweven karpetten werden verkocht in de Bijenkorf, Pander, Metz & Co en andere zaken voor pretentieuze binnenhuisstijl. Er werd niet alleen verkocht aan winkelbedrijven, ook particuliere klanten wisten de weg naar de Bloemstraat te vinden. De klanten werden ontvangen in de toonzaal/magazijn [foto], Helmerhorst gaf met zijn sterk gevoel voor kleur en decor adviezen en maakte ter plaatse een staal of voorbeeld-‘tampon’, zodat de kleur perfect kon worden beoordeeld. De zaak liep goed en de firma was gezond. Tapijten van de firma prijk(t)en in de burgemeesterswoning te Amsterdam, in het Amsterdamse Hilton hotel, aan boord van de schepen van de Holland-Amerika Lijn en van de Groene Draeck (zeilschip van koningin Beatrix). Op veilingen is soms nog ‘een Helmerhorst’ te koop.

Verkoop, sluiting

bewerken

In het begin van de jaren ’60 wilde G.Th. Helmerhorst meer tijd voor zichzelf. Hij verkocht de fabriek aan Henri Desseaux, waarmee hij was bevriend geraakt en ging zich bezig houden met charitas, advies- en bemiddelingswerk. Desseaux was eigenaar van machinale tapijtfabrieken in Oss. De grote fabriek Desso had echter nauwelijks de expertise om de kleine handweverij van de firma Th. H. Helmerhorst (de naam bleef) te laten floreren en het bedrijf raakte in verval. Enkele jaren later kocht Helmerhorst de zaak weer op en maakte een succesvolle doorstart. Voor zijn studerende kinderen wenste hij een andere toekomst en in het begin van de jaren ’70 verkocht hij het pand aan de Bloemstraat en sloot de zaak. De naam werd overgenomen door de coöperatie De Ploeg Stoffen, die echter daar geen invulling aan heeft gegeven.

Referenties

bewerken
  1. De toegepaste Kunsten in Nederland. Brusse’s Uitgeversmaatschappij, Rotterdam 1925.
  2. Gedenkboek van de Tapijtknoperij en Handweverij Firma Th. H. Helmerhorst 1923-1948. Aangeboden door het Personeel. Uitgave in eigen beheer, Amsterdam 1948.
  3. Zicht op design. Het vroege oog van Lou Kreymborg. Ed. Paul Mertz. Spinhex & Industrie. Amsterdam 2007.