Het Verbond van Actualisten (VvA) was de eerste fascistische politieke partij in Nederland. De partij werd opgericht op 23 januari 1923 en opgeheven in november 1928.

Dit is de html-versie van het bestand http://www.inghist.nl/pdf/kpp/verbond_van_actualisten.pdf.

De eerste voorbereidingen voor de oprichting van het verbond werden in december 1922 getroffen, kort na Benito Mussolini’s Mars op Rome (oktober 1922). Initiatiefnemers waren K.H.E. de Jong, C.A.A. (Alfred) Haighton, Hugo Sinclair de Rochemont en Arie van Iperen. Op 23 januari 1923 vond de officiële oprichting van het Verbond plaats. Behalve de genoemde vier oprichters hadden zich inmiddels ook verschillende personen uit kringen van voormalige landstormers en gemobiliseerden uit 1918 bij het VvA aangemeld. Daarnaast trad ook Emile Verviers, redacteur van het blad Katholieke Staatkunde (later Opbouwende Staatkunde), toe tot het Verbond, zij het aanvankelijk als ‘geheim lid.’

De partij werd geleid door een op autoritaire wijze georganiseerde Centrale Raad waarin de De Jong, een Leidse parapsycholoog, als voorzitter en de jonge student Sinclair de Rochemont als secretaris zitting hadden. De feitelijke macht was echter in handen van Haigton, wiens persoonlijk vermogen het VvA draaiende hield.

De eerste maanden besteedde de Centrale Raad de energie voornamelijk aan vergaderen over de inhoud van de statuten van de partij. Pas begin mei 1923 trad het Verbond voor de eerste maal naar buiten met een openbare bijeenkomst in Leiden en met een op een strooibiljet afgedrukt antisocialistisch manifest. De eisen van het Verbond waren nog relatief gematigd: het Verbond pleitte voor een krachtiger rol van de vorst, voor de vermijding van partijpolitiek en voor begunstiging van het particulier initiatief. Het woord fascisme werd nog angstvallig gemeden. Het op vrij beperkte schaal verspreiden van schreeuwerige manifesten en strooibiljetten bleef in 1923 de voornaamste activiteit van de actualisten. In de pamfletten keerde het VvA zich in buitengewoon felle bewoordingen tegen het socialisme, de partijpolitiek en tegen het antimilitarisme dat in de strijd om de Vlootwet in de herfst van 1923 opspeelde. Daarnaast besteedde Haighton zijn tijd voornamelijk aan audiënties bij Mussolini en bij de toen nog relatief onbekende Adolf Hitler.

Pas nadat luitenant W.H. Snijders in 1924 Sinclair de Rochemont als secretaris was opgevolgd, zou het optreden van het Verbond van Actualisten wat doortastender worden. In Amsterdam werd een kleine knokploeg gevormd, die enige publiciteit behaalde toen zij op ruwe wijze een vergadering van het Internationale Antimilitaristen Vereeniging verstoorde. In mei en juni 1924 wisten de actualisten bovendien de aandacht op zich te vestigen met een actie waarbij zij door het ronselen van ‘werklustigen’ een staking bij de Werkspoor wisten te breken. Kort daarop richtte de VvA zelfs een eigen vakcentrale op: de Nationale Arbeiders Organisatie (NAO). Daarnaast werkte het Verbond ook aan haar staatkundige denkbeelden. In de zomer van 1924 fuseerde het VvA met het Genootschap voor Opbouwende Staatkunde, een kring katholieke intellectuelen rondom het door Verviers uitgegeven blad Opbouwende Staatkunde. Kort daarop verscheen het eerste nummer van het actualistische orgaan De Vaderlander, waarin behalve allerlei tendentieuze scheldartikelen ook meer theoretische artikelen werden geplaatst, onder meer van de hand van N.W.C. Brouwer en Sinclair de Rochemont.

Op 7 november 1924 plaatste het blad onder de titel ‘Wat het Actualisme wil’ het eerste echte actualistische partijprogramma. Het programma blonk niet bepaald uit in helderheid. Binnen het VvA bestond dan ook weinig overeenstemming over de te volgen koers. Tegenover een meer gematigde, burgerlijke vleugel rond De Jong en Snijders stonden de meer rauwe ‘Mussolini-fascisten’ rondom Alfred Haighton. In 1925 zou deze vleugelstrijd de activiteiten van het Verbond grotendeels lamleggen. Onder leiding van Jan Schouten werd in juli 1925 nog wel deelgenomen aan de verkiezingen voor de Tweede Kamer, maar tot het voeren van een verkiezingscampagne waren de hopeloos verdeelde actualisten nauwelijks nog in staat. Het resultaat was navenant: 2253 stemmen (0.07%).

Na de verkiezingen viel het Verbond feitelijk in twee delen uiteen. Een groep rond De Jong stuurde aan op een fusie met het uiterst-conservatieve Vaderlandsch Verbond, terwijl een vanuit het NAO opgezet actiecomité streed voor een onafhankelijk bestaan van de partij. De richtingenstrijd heeft maandenlang vrijwel iedere activiteit van het VvA onmogelijk gemaakt, totdat de groep De Jong zich in juli 1926 na moeizame besprekingen definitief bij het Vaderlandsch Verbond aansloot. De overgeblevenen hebben het verdere bestaan van het Verbond tot 1928 kunnen rekken, evenwel zonder nog tot noemenswaardige activiteiten te komen. Geldschieter Haighton trok zich geleidelijk terug uit het VvA om zich te richten op de uitgave van het blad De Bezem. In november 1928 werd het Verbond van Actualisten officieel opgeheven, met Sinclair de Rochemont in de rol van liquidatievoorzitter. Een deel van de leden stapte in navolging van Sinclair de Rochemont en Haighton over naar de nieuwe beweging rond het blad De Bezem. Een klein groepje rond C.J.M. van Eijsden vormde in 1928 samen met leden van de Bezuinigingspartij het Verbond van Nationalisten.


Categorie:Fascisme in Nederland Categorie:Nederlandse politieke partij Categorie:Radicaal-rechtse partij