Gebruiker:T. Tichelaar/De Patriottentijd in Rotterdam

De Patriottentijd in Rotterdam

bewerken

"In 1783 werd het feest uitzinnig gevierd en was de onrust groter dan ooit. Enkele dagen tevoren waren enkele 'staatsdames' bij Kaat en haar vriendin Keet Zwenke gesignaleerd, waarbij ook de Calvinistische dominee Petrus Hofstede -'malle Piet' - was gezien, die voortdurend God ervoor dankte dat Hij de stadhouders putte 'uit het edele geslacht van de Oranje-Nassaus' en voor wie de patriotten valse profeten waren. Óverigens hadden ook de patriotten een eigen predikant, die uiteraard tot diezelfde publieke kerk behoorde."[1]

"In november 1783 zou het Rotterdamse vrijkorps voor het eerst in zijn prachtige uniformen en met blinkende bajonetten door de straten marcheren. Het was de wraak voor de schandelijke beledigingen en molestaties door de orangistische relschoppers van acht maanden geleden. Naast deze vrijkorpsisten marcheerden ook opgekalefaterde gemeentelijke schutters mee, die even fraai uitgedost waren. De aanwezige omstanders - evengoed als de huidige historici ! - wisten nu niet meer wie er in die prachtige pakken schuil gingen.De verwarring was soms te groter omdat sommige schutterscompagnieën ook de bajonet voerden en gecommandeerd werden door patriotse officieren."[2]

"De onderzoekscommissie van de Staten beschuldigde burgemeester Van der Heim de hoofdschuldige, zo niet de aanstichter van de onlusten te zijn geweest. Als gevolg van dit rapport drongen patriotse afgevaardigden op 23 apri 1787l de vroedschapskamer van het stadhuis binnen, met welke wetsverzetting een einde kwam aan de orangistische heerschappij. "[3]

  • Mr Jacob van der Heim was de zoon van Anthonie van der Heim en een telg uit de familie Van der Heim. Hij was burgemeester van Rotterdam en raad in de Admiraliteit van Rotterdam. Op 10 februari 1784 kreeg hij bezoek van oranjeklanten, maar deed de deur niet open. Vervolgens ging men naar het huis van Petrus Hofstede, die mogelijk de aanzet had gegeven tot de rellen op 8 maart 1783. In april 1784 werd duidelijk dat Van der Heim "immense sommen" opstreek, dat hem niet toekwam, bij de bouw van oorlogsschepen.[4] In 1795 vluchtte hij naar Bremen, maar keerde het jaar later al terug, toen het schrikbewind meeviel.[5] Hij was de vader van Johan Adriaan van der Heim van Duivendijke (1791-1870), advocaat en politicus.
  • Professor Hofstede was in april 1783 op een ongewoon tijdstip wel anderhalf uur bij de prins op bezoek geweest. In september ging hij kijken bij de schutterij op de excercitieplaats. De vrouwen die daar stonden te kijken riep hij op niet hun tijd te verdoen, maar op het huis te passen. 's Avonds werd hij in elkaar geslagen.[6]