Gebruiker:SvenVannecke/Kladblok

== Onze-Lieve-Vrouw van Lombardsijde

==

Onze-Lieve-Vrouw van Lombardsijde wordt vereerd als "Ster der zee". Haar beeltenis neemt in de Onze-Lieve-Vrouw Bezoekkerk een prominente plaats in: het linker zijaltaar is aan haar toegewijd. Bedevaarders en vissers namen doorheen de voorbije eeuwen hun toevlucht toch haar voor troost en bescherming. Ze wordt aanroepen als "troost in nood". Achter dit bescheiden beeld schuilt een eeuwenlange traditie.

Historiek

Volgens de overlevering is in 1596 een houten beeld van Maria met Kind aangespoeld aan het strand van Lombardsijde. Er werd in de duinen een kapel gebouwd waarin het beeld werd opgesteld ter verering. Omwille van de grote volkstoeloop wordt het beeld later overgebracht naar de parochiekerk.

Het aanspoelen van het beeld is geen wonder. Zowat alle schepen hadden een Mariabeeld aan boord. Wellicht is het beeld na een schipbreuk door de stroming naar het strand van Lombardsijde afgedreven.

Wel bijzonder is het tijdstip waarop dit gebeurde: middenin een belangrijk conflict met de Noord-Nederlandse protestanten in de kuststreek. De hele streek heeft in deze periode te lijden onder plunderingen en brandstichtingen door aanhangers van de reformatie en van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, die de Spaanse, katholieke overheersing willen neerslaan. De Spaanse vorst Filips II, die heerst over de Zuidelijke Nederlanden, sterft in 1598 en schenkt het gebied aan zijn dochter Isabelle, die net zoals hij streng katholiek is. In 1601 begint de bezetting van Nieuwpoort en Oostende door protestantse Staatse legers van Maurits van Nassau die met hulp van de Engelsen langs de havens binnendringen. Nieuwpoort is binnen het jaar bevrijd, maar het beleg van Oostende duurt tot 1604.

Het beeld wordt door de lokale bevolking beschouwd als een bevestiging van hun katholieke identiteit. De groeiende Mariadevotie in Lombardsijde levert voor de kust een belangrijke bijdrage in de opleving van de contrareformatie, de Rooms-katholieke herstelbeweging die bezegeld wordt met het Concilie van Trente (1545-1563).


Devotie

Wellicht zijn de trouwste vereerders van Onze-Lieve-Vrouw van Lombardsijde de Vlaamse vissers: plaatselijke vissers, uit Lombardsijde en Nieuwpoort, maar in het bijzonder ook de IJslandvaarders, die maandenlang in visserssloepen doorheen de wijde, wilde zee varen, onderhevig aan de machtige elementen van de natuur. Zij komen vooral uit het Oostendse, doen blootvoets de kruisweg voor hun afvaart en krijgen van de pastoor een “gewijdje” mee: een zakje met wat paasnagel, afkomstig van de paaskaars. Het gewijdje wordt in de mast van het schip genageld voor een behouden vaart.

Het wordt eeuwenlang een voorrecht van vissers om het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Lombardsijde te torsen wanneer ze in processie wordt rondgedragen.

Bedevaarders komen om gunsten te vragen aan Onze-Lieve-Vrouw: hulp en bijstand in noodsituaties, genezing van ziekte, gezondheid voor kinderen en kleinkinderen, vrede…

Vissers brengen zelfgemaakte miniatuur visserssloepen naar de kerk uit dank.

De vele pelgrims laten ontelbare wandelstokken en krukken achter na genezing. Ze worden gehangen in de kerk als getuigenis van het miraculeuze beeld.

Daarnaast brengen pelgrims ook juwelen en ex voto’s uit dank voor verkregen gunsten. Pastoor Ferdinandus De Curte maakt een inventaris op in 1752 met honderden artikels: 3 zilveren en 2 gouden kronen, 2 zilveren en 1 gouden scepter, twee gouden kettingen met kruisje, 91 zilveren harten, 42 zilveren vormen van lichaamsdelen (arm, been, …), enkele gouden ringen en kruisjes, sommige met diamanten, en 5 zilveren ex voto’s. Deze kostbare schatten worden ijlings begraven bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Na de oorlog worden ze beschadigd door de bombardementen teruggevonden. Een deel ervan kan nog hersteld worden.


Mirakels

Tussen 1635 en 1669 worden in het totaal 12 mirakels aan de voorspraak van Onze-Lieve-Vrouw van Lombardsijde toegeschreven. Ze zijn neergeschreven door Pieter de Mystere en Joost Moens, beiden pastoor van Lombardsijde ten tijde van de gebeurtenissen. In de Onze-Lieve-Vrouw Bezoekkerk van Lombardsijde zijn de mirakels sinds 1966 in brandglazen afgebeeld door Oostendenaar Cor Westerduin.

De Lombardsijdse Margriete Menagie wordt in 1635 genezen van lamheid.

Nieuwpoortenaar Pieter They geneest in 1644 na 26 dagen van stomheid door hoofdkwetsuren.

Soldaat Jacques Everaert verdrinkt in 1648 aan het front in Nieuwendamme bij Amsterdam, maar krijgt de tijd om tot bekering te komen.

Een doofstomme man uit Nieuwpoort geneest in 1652 van doofstomheid.

Het kindje van de Oostendse Katelijntje Huys valt onfortuinlijk in 1655 en blijft een uur roerloos, maar is plots genezen.

In datzelfde jaar worden schipper Barnd Evers en stuurman Jan Stove gespaard van schipbreuk bij ontij omdat ze plechtig beloven dat ze naar Lombardsijde op bedevaart zullen gaan.

Soldaat Jan Martines wordt in 1656 gered bij het beleg van Valencyn bij Chateauroux.

Joris Lieven, een kind uit Leffinge, wordt in 1657 genezen van kreupelheid.

Wulvergemnaar Jan van Heecke geneest van de vallende ziekte in 1663.

In 1664 wordt het kind van sergeant Anthone Baltsar overreden maar geneest na een uur wonderlijk.

Het dochtertje van soldaat Cesar Helyn geneest in 1668 van kreupelheid.

Scheepskapitein Joost Sap wordt in een storm op zee gered in 1669.

De genezingen en reddingen op zee dragen bij tot de populariteit van de bedevaarten aan het genadebeeld van Onze-Lieve-Vrouw van Lombardsijde.


De Wereldoorlogen

Het genadebeeld van Onze-Lieve-Vrouw van Lombardsijde prijkt in de parochiekerk die gebouwd is rond 1643. Deze raakt echter in verval en wordt volledig heropgebouwd in 1768-69. Dit gebouw komt samen met het hele dorp in het gedrang bij de eerste wereldbrand. In oktober 1914 rukken de Duitse troepen op naar de IJzer. Daar zal 4 jaar lang een stilstaande oorlog worden gevoerd in loopgraven aan beide zijden van de IJzer. Zo komt Lombardsijde aan de frontlinie te liggen aan vijandige zijde. Pastoor Blondelle deelt het heilig Sacrament uit aan de parochianen en laat alle kerkschatten, kerkarchieven en registers in 3 houten kisten verzameld begraven in de tuin van de pastorie in de hoop dat de oorlog gauw voorbij zal zijn. Hij trekt samen met heel wat parochianen half oktober richting Nieuwpoort. Het oorlogsgeweld jaagt algauw de hele dorpsbevolking weg. Het beeld blijft in de kerk staan, in de veronderstelling dat de Duitsers het gebouw uit eerbied niet zullen geschadigen

Enkele achterblijvers redden het beeld uiteindelijk op het laatste nippertje. De Duitsers naderen tot op enkele honderden meters van Lombardsijde en Belgische soldaten leggen loopgraven aan in het dorp en maken kenbaar dat de kerk een mikpunt voor vijandelijk geschut is. Francies Ollieuz, voorzitter van de kerkraad, haalt het genadebeeld ijlings uit de kerk weg, vermoedelijk op 15 oktober 1914. Het beeld wordt veilig opgesteld in de voorkamer van Désiré Dewulf, waar dorpelingen langskomen voor gebed en om kaarsen te branden. Op 18 oktober zijn er vijandelijke gevechten in het dorp zelf. Dérisé Dewulf neemt het beeld mee in zijn aardappelkelder, waar hij zelf nog dagenlang blijft waken. Uiteindelijk moet ook hij op 23 oktober 1914 op bevel van het Duitse leger Lombardsijde verlaten. Het beeld blijft achter in de Duitse stellingen.

Lombardsijdenaars die naar Oostende zijn gevlucht, dringen aan bij de Duitse overheden om het beeld naar Oostende over te brengen. Op 14 december wordt het beeld door Duitsers naar Oostende gebracht en in een lokaal van de Volksbond gezet. Het beeld komt gehavend uit de strijd: de linkerarm van Jezus is door een schot vernield en aan de zijde van Onze-Lieve-Vrouw was er ook een beschadiging. Het lokaal dient als gelagzaal, met veel drank en rumoer. In mei 1915 stemt Oostends deken Camerlynck toe om het genadebeeld een meer waardige plaats te geven en op te stellen in de rechterbeuk van de Sint-Petrus en Pauluskerk, waar het tot juni 1920 blijft staan.

In 1920 wordt het beeld in Brugge hersteld en in de meest oorspronkelijke kleuren herschilderd. Onze-Lieve-Vrouw van Lombardsijde wordt op 27 juni 1920 feestelijk onthaald onder leiding van pastoor Leleu in de tijdelijke barakkerk van Lombardsijde, in afwachting van een nieuwbouw op de plaats van de ruïnes van de oude parochiekerk. In 1922 wordt begonnen aan de bouw van de nieuwe kerk, die in 1923 in gebruik wordt genomen.

Het beeld wordt op 21 november 1923 overgebracht naar de nieuwe, neoromaanse kerk. Toch zal het tot 1937 duren vooraleer er opnieuw een feestelijke ommegang kan gebeuren met het beeld. Algauw staat de wereld opnieuw in brand.

De Tweede Wereldoorlog gaat helaas evenmin onopgemerkt voorbij in Lombardsijde. Op 18 mei 1940 klinken de eerste schoten van mitrailleurs in het dorp en een vijandig vliegtuig wordt neergehaald. Om een scenario van 25 jaar geleden te vermijden, wordt het beeld weggehaald uit de kerk en overgebracht naar Nieuwpoort. Later wordt het teruggebracht naar Lombardsijde en in de kelder van de pastorie weggeborgen. Op 27 mei worden de pastorie en het kerkhof zwaar getroffen door een luchtbombardement. Het beeld wordt naar het huis van de koster gebracht. Op 28 mei 1940 capituleert het Belgisch leger. Lombardsijde leeft nu onder Duitse bezetting. Het gewone leven komt opnieuw op gang. De kerk is beschadigd maar stabiel. Het glas van de verbrijzelde brandglasramen wordt opgeruimd en het beeld van Onze-Lieve-Vrouw wordt terug in de kerk geplaatst. In de nacht van 16 op 17 juni 1941 vallen 3 zware bommen dicht bij de kerk, met wat schade tot gevolg. In de periode van 7 tot en met 12 september 1944 wordt het dorp geregeld opgeschrikt door machinegeweren. Dan keert de rust terug. Het beeld van Onze-Lieve-Vrouw is zonder schade de oorlog doorgekomen.

De sierlijke attributen zijn vernield in de begraven koffers tijdens de Eerste Wereldoorlog. Pas in 1954 krijgt het beeld nieuwe kostbare ornamenten. Op initiatief van pastoor Bauttemans wordt een inzameling van zilver en juwelen gehouden. Met de opbrengst kan men tot ieders verwondering een unieke zilveren krans vervaardigen, een scepter, twee kronen, een kruis en een ster.


Andere tijden

Na de Tweede Wereldoorlog wordt op 1 juli 1945 een grote processie gehouden om de novene in te luiden en Onze-Lieve-Vrouw te bedanken voor bekomen bijstand tijdens de oorlog. Een spandoek noemt het feest “Lombardsijdes schoonste dag”.

De traditie van jaarlijkse processie wordt in 1965 beëindigd. Deze pracht en praal hoort niet meer bij het kerkbeeld na het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965). De novene blijft wel bestaan, tot op vandaag.


Loflied ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Lombardsijde

Het loflied ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Lombardsijde wordt gezongen op de melodie van “Evenals de moede hinde”. Over het ontstaan en de auteur van de tekst is niets bekend.

Het lied bestond oorspronkelijk uit 5 strofes. De eerste en laatste strofe worden in vieringen gezongen. Het weerklinkt gebruikelijk tijdens de novene, op feestelijke vieringen en soms ook op begrafenissen van Lombardsijdenaars. De laatste 10 jaar raakt het lied echter stilaan in onbruik. De traditie vervaagt.

Laten wij Maria eren in d’aloude beêvaartkerk,

Waar zij sedert zoveel eeuwen deelt haar schatten zonder perk.

’t Spreekt hier al het ene woord: “Z’heeft geholpen, z’helpt nog voort.”

Troost in nood blijft t’allen tijde Onze Vrouw van Lombardsijde.


“Troost in nood” wees het voor allen die hier knielen voor uw troon.

Laat toch niemand van U weggaan zonder zegen van Uw Zoon.

Daar wordt weder luid verkond, polders, zee en duinen rond:

“Troost in nood blijft t’allen tijde Onze Vrouw van Lombardsijde.”


Bronnen:

VIAENE E., Lombardsijde. Zeven eeuwen historiek, Dorpsraad Lombardsijde, Lombardsijde, 1995.

Lombardsijde graag gezien. De oudste prentkaarten, De Klaproos, Koksijde, 2002.

De kerken van België: www.bloggen.be/kerken

Open kerken: www.openkerken.be/church_detail.asp?n=&churchID=668