Gebruiker:Sara Vermandele/Kladblok

Onze-Lieve-Vrouwkapel Hulste

bewerken
 
Holvoets kapel op de dag van vandaag. (13/06/2023)

De Onze-Lieve-Vrouwkapel in Hulste, West-Vlaanderen, is een kapel die werd gebouwd in 1856. In de volksmond is de kapel bekend als "Holvoets kapel".

De bouwheer van de kapel was Ferdinant Lodewijk Holvoet. Holvoet was een landbouwer uit Hulste die de kapel liet bouwen ter ere van Onze-Lieve-Vrouw en de Heilige Dominicus [1]. Tot in 1986 stond de kapel in zijn oorspronkelijke staat. In die tijd stonden nadars rond het gebouw voor de veiligheid van de bezoekers omdat de kapel op instorten stond. Het was medepastoor Lucien Decroix die de aanzet heeft gegeven om de kapel te vernieuwen. Op 18 augustus 1987 werd door hem de eerste steen van de nieuwe kapel gelegd. Op 25 juni 1988 werd de kapel gewijd door Eugene Laridon, hulpbisschop van Brugge.[2] De kapel staat op de lijst van onroerend erfgoed in Harelbeke.

Historiek

bewerken

De kapel werd gebouwd door Ferdinant Holvoet (° Hulste 1789 - † Hulste 1874). Ferdinant was de 5de uit een gezin met 8 kinderen. 5 van zijn broers en zussen zijn overleden nog voor hun 3de verjaardag. Zijn andere broer en zus werden amper 27 en 28 jaar. In 1814 heeft hij op die manier al zijn broers en zussen verloren. In 1826 trouwde hij met de 10 jaar jongere Maria Theresia Dhondt. Samen, ze hadden geen kinderen, boerden ze op de hoeve die in de Blauwhuisstraat stond. Enkele jaren voor de bouw van de kapel werd Maria Theresia ziek. Ze maakten de gelofte een kapel te bouwen indien Maria Theresia zou genezen. En zo geschiedde, Maria-theresia genas dus ze bouwden een kapel ter ere van Onze-Lieve-Vrouw en de H. Dominicus aan hun hofpoort. Van ver en dichtbij kwamen mensen hier genezing afsmeken of dienen tegen "de koeke an 't herte", de koek aan het hart[2].


De koeke an 't herte

bewerken
 
Deze tekst staat bij het beeld van de Heilige Dominicus in Holvoet's kapel.

Volgens een oud volksgeloof kon men de koeke an 't herte krijgen door groot verdriet, een verschot of een vrees. Men kon zelfs de koeke krijgen door iemand die het op u gemunt had en het slecht met u voor had. Die hoefde het u maar toe te wensen en je kon al met de koeke gezet zijn. Wie de koeke heeft zou spanningen ervaren in de maagstreek, onder de borstkas en een verminderde eetlust. Wie ziek was moest een "koekewijf" of "koeketaster" raadplegen. Dit zijn specialisten die hun kennis hebben opgedaan bij hun ouders of bij een ander familielid. In sommige gevallen bij een bejaarde uit de buurt die geen nakomelingen had en haar kennis niet verloren wou laten gaan. Nadat men werd onderzocht en betast door het koekewijf werd vastgesteld om welk soort koeke het ging. Volgens het soort koeke dat men had moest men ergens gaan dienen. Om te dienen moest men zorgen voor een lint, koeken en enkele kaarsen. Voor het altaar van H. Dominicus moest ment bidden met het lint en de koeken voor zich uit gespreid. Was er een priester in de buurt dan zou hij u, het lint en de koeken zegenen. De kaarsen liet je branden ter ere van de Heilige. Het lint en een van de koeken nam je terug mee huiswaarts. Bij het buitengaan van de kerk mocht je niet vergeten, al bidden, 3 rondes omheen de kerk te doen. Belangrijk hierbij was dat je rechts bij het buitengaan moest starten. Dit was de eerste van 9 dagen. Het lint moest om de lenden van de zieke gespannen worden en de zieke at de koek traag op. Elke dag van de 9, een stuk van de koek... Na de 9 dagen zou men moeten genezen zijn, zo niet had men vast iets verkeerd gedaan bij het dienen. Het dienen zelf gebeurde heel vaak door het koekewijveke. In dit geval sprak men over het dienderswijveke. Ongevraagd en geheel vrijwillig moest men hier een kleine vergoeding voor schenken[3].


De tweede kapel

bewerken

In 1987 werd de oorspronkelijke kapel gesloopt en is men gestart met de bouw van de nieuwe kapel. Toen de plannen voor de bouw van een nieuwe kapel bekend werden gemaakt, kwam er veel reactie van mensen die op hun manier hun steentje wilden bijdragen. Het ontwerp kwam van architect Oscar Quackelbeen uit Zulte en Hulstenaars Noël Ciers en Michel Vanhoutte. In juli 1987 wordt de kapel gesloopt en diezelfde maand worden de funderingen gelegd. In augustus 1987 wordt de eerste steen van de kapel gelegd door medepastoor Lucien Decroix. Op diezelfde dag waren er 15 vrijwilligers, tussen de 14 en 70 jaar, aan het werk. Zeker 100 vrijwilligers hebben ook hun bijdrage geleverd. De inwijding van de kapel op 25 juni 1988 gebeurde tijdens een eucharistievieren in open lucht, door de hulpbisschop van Brugge. Het werd gevierd met een avondfeest en tot op vandaag zijn er tijdens het laatste weekend van juni, nog steeds de "Kapellefeesten". In 2022 is de bezieler van de kapel, Lucien Decroix, overleden en werd voor hem een gedenkplaat geplaatst in de kapel[2].

Beschrijving

bewerken

Holvoet's kapel is een vrij grote bakstenen kapel met een zadeldak in rode dakpannen. In de geveltop boven het Lieve-Vrouwbeeld bevindt zich een jaarsteen met daarin de initialen van de eerste bouwheer en de data van de bouw van de eerste en tweede kapel. Binnen in de kapel staat op het altaar een beeld van de gekruisigde Christus, een beeld van Onze-Lieve-Vrouw en ook het beeld van de Heilige Dominicus. Dominicus is afgebeeld met een staf in zijn hand en een hond aan zijn zijde[1].

afbeeldingen

bewerken
  1. a b Vanwalleghem, Aagje; Creyf Silvie, Onze-Lieve-Vrouwkapel. Inventaris van het bouwkundig erfgoed (2009). Geraadpleegd op 14/06/2023.
  2. a b c Huysentruyt, Stef, [www.hulste.info Holvoets kapel - een gebouw met 2 levens] (2022). Geraadpleegd op 14/06/2023.
  3. Ovaere, Alberik, Dominicus - Zwevegem - Koeke an 't herte. Sprokkelingen uit Zwevegems verleden. Geraadpleegd op 13/06/2023.