Gebruiker:SanneCouttouw/Kladblok

Het mirakel van Onze Lieve Vrouw van Sint – Jan is een groot wonder dat zich afspeelt in 1479 te Poperinge over een doodgeboren kind dat tot leven werd gewekt en gedoopt.

Het verhaal bewerken

 
Prentkaart anno 1905 van het mirakelhuisje - Bruggestraat 9 te Poperinge

Op 11 maart 1479 kwam in het weversgezin van Rassoen Vanhove en Jacquemine Bayart een doodgeboren kindje ter wereld. Zij woonden in de Bruggestraat nummer 9 te Poperinge.

De geldende kerkelijke reglementering liet niet toe dat het kindje gedoopt zou worden en bijgevolg mocht het ook niet worden begraven op de gewijde grond van het kerkhof rond de kerk.

Drie dagen lang werd er gebeden tot Onze–Lieve–Vrouw van Sint–Jan, tot het kindje op de derde dag ontgraven werd door de buurvrouw Pieternelle Turlyn.

Zij had gezworen aan Onze–Lieve–Vrouw om zeven jaar lang geen hemd meer te dragen en op een pluimen bed te slapen.

Het werd snel duidelijk dat het kindje leefde, en men bracht het jongentje naar de Sint–Janskerk.

Daar werd de baby gedoopt door kapelaan Diederik Roene en kreeg het de naam Jacobus.

Enkele uren later stierf het jongetje opnieuw en werd hij begraven in heilige grond voor het Onze – Lieve – Vrouw altaar.[1]


Tijdsgeest bewerken

Het volledige proces speelt zich af binnen de religiositeit van de late Middeleeuwen.

Het verhaal moet worden gezien in een context van de eigen godsdienstbeleving van die tijd, een mirakel was voor de Middeleeuwen vanzelfsprekend.

Het mirakel was een voorrecht van Gods almacht.

In die donkere tijd van rampspoed en ellende dat onder andere gekenmerkt was door de pest, kwam het mirakel van het herlevende kind als een heldere lichtstraal uit de hemel en gaf het hoop en moed aan de Poperingenaren. Het gaf hen de overtuiging dat Onze–Lieve–Vrouw blijvend over hen waakte.[2]

In dagen van ellende en rampspoed werden de armen gestrekt naar de hemel en er werd gesmeekt om hulp.

— Citaat, Aan de Schreve.

Herdenkingen bewerken

Ommegang bewerken

Na de gebeurtenis werd een kerkelijk onderzoek ingesteld waaruit werd geconcludeerd dat de gebeurtenis op een buitennatuurlijke wijze is ontstaan, niet door menselijke tussenkomst maar door de hulp van God en zijn Moeder, de Maagd Maria. Op 12 juni 1491 verscheen de kerkelijke oorkonde.

Door de oorkonde werd toegestaan dat op de zondag van de processie een preek zou gehouden worden over het mirakel.

Dit mirakel herdenkt men tot op vandaag in Poperinge waarbij een processie door de stad trekt. Deze processie werd al gauw ‘ ommegang’ genoemd.

Een ommegang deed men om het gebied onder bescherming te houden van de heilige. De ommegang wordt uit dankbaarheid en ter herinnering aan het groot mirakel uitgebeeld.

De processie gaat telkens door op de eerste zondag van juli.

Het wondergebeuren in beeld bewerken

Het mirakel werd ook verschillende keren in beeld voorgesteld:

  • Schilders: een klein houten werkje in de Sint – Janskerk, een grotere voorstelling in de pastorie op doek;
  • Beeldhouwers: Vier taferelen in halfverheven houtsnijwerk aan weerszijden van het mirakelbeeld op het altaar van Onze Lieve Vrouw;
  • Glasschilders: glasraam bij het Onze – Lieve – Vrouw altaar;
  • Tapijtwevers: wandtapijten op de praalwagen in de processie van 1879.[3]

Het mirakelhuisje bewerken

 
Restant mirakelhuis na bombardement tijdens Wereldoorlog I

Van het oorspronkelijk huisje is weinig bewaard gebleven.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog in 1916 vernielde een vliegtuigbom het volledige huisje, behalve de gevelkapel.

In 1920 werd het huis heropgebouwd. Het huis werd uitgebreid met een verdieping waar twee stukjes rots, meegebracht tijdens een bedevaart naar Lourdes, zijn in verwerkt.

Boven de deur doet het opschrift “ Mirakelhuis 14 maart 1479” herdenken aan deze bijzondere gebeurtenis.[4]



Referenties bewerken

Externe links bewerken

Heemkring Aan de schreve

Toerisme Poperinge

Westhoek verbeeldt




[[Categorie:Poperinge]] [[Categorie: Mirakelhuisje]] [[Categorie: Ommegang ]]