Gebruiker:MelissaSchuring/Kladblok

Zuiderzee

bewerken

Setting

bewerken

De gebeurtenissen in Zuiderzee vangen aan bij de Stormvloed van 1916, die de lezer in medias res meemaakt, en bestrijken vervolgens een kleine twintig jaar. De roman beschrijft de voltooiing van de bouw van de Afsluitdijk in 1932 en eindigt opnieuw tijdens een ongedateerde en mogelijks fictieve storm waarbij de dijken het water succesvol tegenhouden.[1][2] Zuiderzee is geschreven in de tegenwoordige tijd en door de veelheid aan verschillende vertelstandpunten is het voor de lezer vaak moeilijk uit te maken hoeveel tijd er precies voorbijgaat.[3]

Urk en de Zuiderzeewerken

bewerken

Een van de centrale thema's in Zuiderzee is het verloop van de Zuiderzeewerken: die maakten de Zuiderzee tot wat nu het IJsselmeer is. Al sinds de middeleeuwen stond het gebied rondom de Zuiderzee regelmatig onder water en was de bevolking steeds op zijn hoede voor overstromingen.[4] Cornelis Lely maakte in 1891 de eerste plannen voor de afsluiting van de Zuiderzee om deze problemen te verhelpen. Ook zag men voor de extra inpoldering van het land andere voordelen zoals extra mogelijkheden voor de productie van voedsel. Lely wordt gezien als de geestelijke vader van de Zuiderzeewerken. Daarom krijgt hij ook een rol in Zuiderzee, waar hij als "bedwinger" van de zee wordt beschouwd. [5]

De roman speelt zich naast Amsterdam, Den Helder en de wijde omgeving van wat nu Flevoland is, vooral af in Urk. Urk is een vissersdorp dat tot voor de Zuiderzeewerken een eiland was.[6] Het verlies van eilandstatus had grote gevolgen voor het dorpje. De roman beschrijft deze gevolgen uitvoerig. [7] De Urker bevolking was voor de inpoldering voor 75% direct of indirect afhankelijk van de visserij. De Afsluitdijk zorgde ervoor dat de visserij zich verplaatste van zee naar meer, van zout naar zoet water. Een deel van de Urker vissers stapte met behulp van nieuwe materialen over op visserij in volle zee. Voor een aanzienlijk deel van de bevolking was dit echter te duur. Zij waren gedwongen elders werk te zoeken.[6] Zo nemen Theun en Auke een baantje aan in een fabriek in Amsterdam en is later zelfs sprake van prostitutie om toch een beetje geld te kunnen verdienen. Centraal in de roman staat dus de precaire situatie in het pas vasteland geworden Urk, die mede door een economische crisis is ontstaan. Het Urk van voor de inpoldering wordt bejubeld waardoor Urk in de roman symbool staat voor traditie, het discours van Minnema draagt hiertoe vooral bij. Hij verheerlijkt voortdurend het Friese plattelandsleven zonder er zelf ooit deel van te hebben uitgemaakt. [8]

Het is de vraag of de situatie in Urk er na de Zuiderzeewerken dan echt op was achteruitgegaan. Toen het dorp nog een eiland was, heersten er ook geregeld hongersnoden, was de kwaliteit van het onderwijs ondermaats en was er bovendien sprake van inteelt en degeneratie.[9] Natuurlijk waren er ook positieve kanten aan de Zuiderzeewerken voor de Urker bevolking: er ging voor hen een nieuwe wereld open toen het contact met de buitenwereld opeens vanzelfsprekend werd. [7]

De Ommelebommelesteen

bewerken

De Ommelebommelesteen of ook Ommelebommelestien speelt een belangrijke, symbolische rol in Zuiderzee. De Ommelebommelesteen ligt in Urk, in het IJsselmeer, op ongeveer dertig meter van de kust en maakt deel uit van een volksverhaal. In Urk zou het namelijk niet de ooievaar zijn, die pasgeborenen komt langs brengen, maar wel de Urker vader die een tocht maakt naar de Ommelebommelesteen om daar het kind op te halen. [10] In de roman vermeldt Last vrij snel de Ommelebommelesteen, zonder verdere verklaring. Dit maakt dat vele lezers, die niet vertrouwd zijn met de volkse geschiedenis van Urk, zich van begin af aan buitengesloten voelen.[11]

De steen vervult in de roman verschillende symbolische betekenissen. Al op de eerste pagina komt hij ter sprake: de ruimte tussen de Ommelebommelesteen en een vuurtoren wordt namelijk beschreven. Die ruimte is een symbolische tussenpositie: de steen is het symbool van einddoel en van aankomen, van oorsprong en vertrek.[11] Ook verenigt de Ommelebommelesteen de noties van regio en natie. Theun gebruikt de steen om te beschrijven dat Urk slechts heel klein is, net zoals de steen die hij in de verte ziet. Verderop in de roman staat de steen dan weer symbool voor het "kleine Nederland". [12]

Streekliteratuur

bewerken

Hoewel literatuurcritici Zuiderzee doorgaans als Nieuwe Zakelijkheid beschouwen, zijn er ook argumenten om de roman bij streekliteratuur in te delen. Streekliteratuur is literatuur die een streek en zijn bewoners beschrijft, vaak door middel van een tegenstelling tussen moderne tijd en traditie. Zuiderzee voldoet alvast aan deze definitie. [13] Zo barst de roman van tegenstellingen tussen moderniteit en traditie zoals stedelingen versus autochtonen, en het wantrouwen jegens een huwelijk met een niet-visser. [14] Ook zijn er veel dialectische passages van Urker vissers en Friese boeren, die door het merendeel van de lezers niet begrepen worden zodat de lezer zich een buitenstaander voelt. [15] Daarnaast valt ook de vermelding van specifieke Urker toponymie zoals de Ommelebommelesteen te linken aan streekliteratuur. Ten slotte beginnen zowel hoofdstuk 1 als hoofdstuk 15 met een Natureingänge. [13] Centraal in dit perspectief staat Minnema die in de roman de veruitwendiging is van streekliteratuur: het is hij die in zijn beschrijvingen van het het Friese platteland spreekt over prachtig kleine huisje, tuintjes en het interessante boerderijleven. [8]

Toch zijn er elementen die niet overeenstemmen met streekliteratuur. De kenmerken hierboven zijn geen van alle thema's die het verhaal volledig dekken: het bestaat uit veel meer dan enkel verheerlijking en lof van de traditionele gemeenschappen rond de Zuiderzee. [14]Zo zijn lang niet alle passages dialectisch en komt er naast het jargon van de vissers en boeren ook jargon aan bod dat niet te linken valt aan het regionale: politiek, economie en recht. [16]

Context en ontstaansgeschiedenis

bewerken

De eerste uitgave van Zuiderzee verscheen in 1934. Eerder bevonden zich al fragmenten van het boek in contemporaine tijdschriften. [17] In 1968 werd Zuiderzee opnieuw uitgegeven samen met enkele van Lasts andere werken: Marianne (1930) en Elfstedentocht (1941). Deze verzamelbundel heette Drie over Rood. In 1975 verscheen Zuiderzee vervolgens in een Last omnibus en in 2013 verscheen ten slotte een e-bookversie van de roman.[18]

Zuiderzee behoort tot het vroege oeuvre van Last. Hij schreef zijn roman in de vroege jaren dertig in een klimaat waarin heel wat controverse over de Zuiderzeewerken bestond. Verschillende persoonlijke ervaringen zetten hem aan tot het schrijven van Zuiderzee. Last kwam als kind al in contact met de mensonterende omstandigheden waarin arbeiders moesten werken toen hij zijn vader vergezelde op inspectiebezoeken. [19] Daarnaast bracht Last veel tijd door bij de marine en was hij een ervaren matroos. [18] Ook werkte hij in een manometerfabriek en verdiende hij in 1928 enkele maanden zijn brood als arbeider bij de Zuiderzeewerken.[18][19] In de jaren voor de publicatie van Zuiderzee bezocht Last het vroegere eiland Urk. Dit deed hij om de effecten van de inpoldering op de vissersbevolking vast te stellen. Dat onderzoek was een rechtstreekse aanleiding tot het schrijven van zijn roman in 1934. [1] In vroegere manuscripten van Zuiderzee stond bijvoorbeeld veel cijfermateriaal, dat hij in die periode verzamelde, om zijn verhaallijnen te staven. Toch werd dit materiaal weer geschrapt, omdat het voor te veel onduidelijkheid zorgde.[20] Last zelf vertelt dat naast de zeereizen die hij veelvuldig maakte, ook de (homoseksuele)liefde een grote rol speelde tijdens het schrijfproces van Zuiderzee. Hij werd namelijk verliefd op een Urker visser. Dat was voor hem een belangrijkere factor om de roman te schrijven dan de Zuiderzeewerken zelf. [20]

Last heeft altijd een duidelijk socialistisch politieke agenda gehad. Hij had alle revolutionair socialistische werken gelezen en schreef vooral propagandistische romans en gedichten als "wapen in de klassenstrijd". In 1928 werkte Last mee aan de film Branding door Mannus Franken en Joris Ivens, overtuigd communist. In 1932 werd hij vervolgens lid van de Communistische Partij Holland (CPH) en in 1934 leert hij André Gide kennen, waarmee hij enkele jaren later een reis naar de Sovjet-Unie ondernam. [19] De socialistisch, communistische overtuiging die Last gedurende de jaren ontwikkelde had een belangrijke invloed op Zuiderzee waarin Jef Last de uitwassen van het politiek kapitalisme in beeld bracht en de nood aan een andere (socialistische) modernisering thematiseerde. [19]

  1. a b Kingstone, B.D (1992). Jef Last’s “Zuiderzee”: the price of progress. Canadian journal of Netherlandic studies 13(1): 21-24
  2. Sintobin, T, Kusters, W (2005). Als een steen in oprimpelend water: regionaliteit en Jef Lasts Zuiderzee (1934). Spiegel der Letteren 15(2): 114
  3. Neven, E (2016). Lexicon van literaire werken: bespreking van Nederlandstalige literaire werken, 1900-heden. Wolters-Noordhoff, "Jef Last: Zuiderzee", pp. 34-35.
  4. Urk. Geraadpleegd op 28 oktober 2018.
  5. Fuchs, Simons (1972). De afsluitdijk: recht door zee. Knoop & Niemeyer, pp. 40.
  6. a b Nederland Rijksvoorlichtingsdienst (1980). Neerlands twaalfde provincie: Lelystad, Almere, Noordoostpolder, Urk, Dronten, Zeewolde, Den Haag.. Nederland: Verkeer en Waterstaat, pp. 15-16.
  7. a b van der Heide, G (1974). De Zuiderzee: van land tot water, van water tot land.. Knoop & Niemeyer, pp. 116.
  8. a b Sintobin, T, Kusters, W (2005). Als een steen in oprimpelend water: regionaliteit en Jef Lasts Zuiderzee (1934). Spiegel der Letteren 15(2): 135
  9. Sintobin, T, Kusters, W (2005). Als een steen in oprimpelend water: regionaliteit en Jef Lasts Zuiderzee (1934). Spiegel der Letteren 15(2)
  10. Sage van de Ommelebommelesteen. Geraadpleegd op 22 november 2018.
  11. a b Sintobin, T, Kusters, W (2005). Als een steen in oprimpelend water: regionaliteit en Jef Lasts Zuiderzee (1934). Spiegel der Letteren 15(2): 110-111
  12. Sintobin, T, Kusters, W (2005). Als een steen in oprimpelend water: regionaliteit en Jef Lasts Zuiderzee (1934). Spiegel der Letteren 15(2): 130
  13. a b Sintobin, T, Kusters, W (2005). Als een steen in oprimpelend water: regionaliteit en Jef Lasts Zuiderzee (1934). Spiegel der Letteren 15(2): 118-119
  14. a b Sintobin, T, Kusters, W (2005). Als een steen in oprimpelend water: regionaliteit en Jef Lasts Zuiderzee (1934). Spiegel der Letteren 15(2): 138-139
  15. Sintobin, T, Kusters (2005). Als een steen in oprimpelend water: regionaliteit en Jef Lasts Zuiderzee (1934). Spiegel der Letteren 15(2): 112
  16. Sintobin, T, Kusters, W (2005). Als een steen in oprimpelend water: regionaliteit en Jef Lasts Zuiderzee (1934). Spiegel der letteren 15(2): 113
  17. Sintobin, T, Kusters, W (2005). Als een steen in oprimpelend water: regionaliteit en Jef Lasts Zuiderzee (1934).. Spiegel der Letteren 15(2): 107-108
  18. a b c Neven, E (2016). Lexicon van literaire werken: bespreking van Nederlandstalige literaire werken, 1900-heden. Wolters-Noordhoff, "Jef Last: Zuiderzee", pp. 27.
  19. a b c d Wester, R, LAST, Josephus Carel Fransiscus. Geraadpleegd op 23 oktober 2018.
  20. a b Gilesse, R, Biografie Jef Last (2010). Geraadpleegd op 28 oktober 2018.