Gebruiker:Marie-LaureGodefroidt/Empowerment

Empowerment bewerken

Empowerment is een emancipatieproces waarbij individuen, organisaties of gemeenschappen greep krijgen op hun bestaan en levensomstandigheden. Vaak gaat dit gepaard met het streven naar meer rechten, maatschappelijke participatie of macht. Mensen worden zo verantwoordelijker en ontwikkelen initiatief om de strijd tegen armoede, onderdrukking of discriminatie. Ze doen dit door het verwerven van controle, het aanscherpen van hun kritisch bewustzijn en participatie.[1].

Misvattingen bewerken

Empowerment is geen methodiek of theorie, het is een denk- en handelingskader dat de manier van kijken, denken en handelen op inkleurt, met gevolgen voor interventies, onderzoek en beleid. Het gaat over een versterkingsproces waarbij men greep krijgt op het leven door het krijgen van meer controle, een kritisch inzicht in de omgeving en daadwerkelijke actie om invloed uit te oefenen. Participatie is de kern van empowerment: geen empowerment zonder participatie.

Niveaus bewerken

Empowerment versterkt mensen op psychologisch vlak en doet dat op drie niveaus[2]: (1) controle (2) kritisch bewustzijn en (3) participatie. Dit sluit aan bij de component 'controle' binnen het niveau van empowerment van het individu. Dit betekent dat dit dus slechts één aspect van één aspect van empowerment is. Toch is het niet zo raar dat dit misverstand ontstaan is. Men vergeet vaak dat empowerment een institutionele en maatschappelijke kant heeft. Als individu werken aan het ontwikkelen van je eigen kracht en zelfstandigheid is mooi. Het is fijn als je kan vertrouwen op je eigen krachten en als je de weg kent in de samenleving. Maar dan blijft het bij persoonlijk empowerment, terwijl mensen sociale wezens zijn, die elkaar nodig hebben. Daarboven moet je ook de mogelijkheden hebben/krijgen/creëren om iets met die nieuw verworven krachten aan te vangen in de maatschappij.

Empowerment legt de schuld bij het individu. Empowerment spreekt de individuen aan op hun eigen kracht en hun eigen verantwoordelijkheid om iets te veranderen aan de situatie. Empowerment kan je niet geven, het moet verworven worden. En gezien het individuele niveau van empowerment in de literatuur en in het werkveld veruit de meeste aandacht krijgt, ontstaat er minstens de indruk van een scheeftrekking ten voordele van het individuele niveau. Toch zijn er, als je het volledig plaatje van empowerment bekijkt, veel tegenargumenten te geven.

  • Je moet empowement zelf verwerven, maar personen, groepen, organisaties die verder staan in hun empowermentproces hebben de taak en de verantwoordelijkheid om de voorwaarden te scheppen en empowermentproces hebben de taak en de verantwoordelijkheid om de voorwaarden te scheppen om empowerment van anderen mogelijk te maken.Zo wordt empowerment een gedeelde verantwoordelijkheid: van zij die nog niet empowered zijn en zij die wel empowered zijn.
  • Empowerment doet inderdaad een appèl op de eigen krachten van het individu, maar spreekt daarnaast ook de krachten uit de omgeving aan. En als krachtbronnen onvoldoende aanwezig zijn bij het individu en zijn/haar omgeving, moeten die hulp- en steunbronnen gecreëerd worden.
  • Empowerment van het individu kan niet los gezien worden van empowerment van de organisatie en de gemeenschap. Ook dat nuanceert de individuele verantwoordelijkheid.

Empowerment wil mensen inpassen in het systeem Een kritiek op het empowermentdenken is dat het mensen inpast in het bestaande systeem en niet het systeem aanpast. Het belangrijkste tegenargument is dat naast empowerment van het individu, ook de organisaties en de samenleving empowered moeten worden. Om volwaardig burgerschap te realiseren moeten elk van deze niveaus empowerment worden. Bovendien kan empowerment van het ene niveau niet los gezien kan worden van empowerment van de twee andere niveaus. Een tweede tegenargument ligt in het belang dat gehecht wordt aan participatie als manier om de kennisbasis van beleid en praktijk te verbreden. Niet alleen gevoed door experten en beleidsmensen, maar ook door de mensen die dagelijks met het probleem geconfronteerd worden. Ook dat geeft aan dat er ruimte is voor inbreng van 'onderuit'. Deze inbreng kan wel degelijk aanpassingen aan het systeem inhouden.

Paulo Freire bewerken

 
Paulo Freire

De Braziliaanse onderwijshervormer Paulo Freire legde zich toe op volwasseneneducatie en werd bekend met zijn Pedagogiek van de onderdrukten. Zijn werkwijze en zijn theoretische inzichten werkten empowerend, aanvankelijk in de derde wereld, later in de industriële wereld. De West-Europese protesten van mei 1968 leken op de emancipatie van de onderdrukten in de derde wereld. Freire vond dat machtshebbers mensen dom hielden. Onderwijs aan armen in de derde wereld boekte geen resultaat omdat het zich niet richtte tot de problemen van de arme zelf. Freire vertrekt uit de politieke context en motiveert mensen vanuit hun conflicten met grootgrondbezitters of met de politie om hen te leren lezen en schrijven. De onderwijzers die met Freires methode aan de slag gingen, gebruikten "politieke sleutelwoorden." Die verschilden van plaats tot plaatse. Zo werkten ze met de woorden die er lokaal toe deden: bron, verkrachting, schulden, kinderarbeid, armoede, geld, een tekort aan... Zo alfabetiseerden volwassenen snel. Freire noemde het "Educação popular", volksonderwijs.

Referenties bewerken

  1. Hendrickx, M., & Goossen, W. (2013). 500 woorden die iedereen moet kennen om de actualiteit te begrijpen. Tielt: Lannoo; Van Regenmortel (2002).
  2. Timperman T. (2016-2017). Methodiek maatschappelijke activering, Kortrijk, Vives, p. 31-32